Maria Visitatie: het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth
- Paul Bröker

- 9 uur geleden
- 14 minuten om te lezen
De zwangere Elisabeth: “Want zie, zodra de klank van uw groet mij in de oren klonk sprong het kind van vreugde op in mijn schoot” (Lucas 1:42-43).
Reactie van de zwangere Maria: “Mijn ziel prijst hoog de Heer, mijn geest jubelt van vreugde want de Almachtige heeft aan mij grote dingen verricht (Lucas 1: 46-... 49).

Jacob en/of Hans Strüb, detail van Maria Visitatie, ca.1505, olieverf op paneel, Museo Nacional Thyssen-Bornemisza, Madrid, Spanje
Inleiding
Sinterklaas heeft inmiddels ons land verlaten en ik krijg zo langzamerhand de indruk dat ook al die heisa rondom Black Friday nu wel achter de rug is.
Velen kijken vanaf vandaag uit naar Kerst. Na afgelopen weken wat dagen op stap te zijn geweest met Jantje heb ik de laatste dagen nagedacht over een onderwerp voor het traditionele kerstartikel op deze blog. Het artikel van vandaag is daarop een voorbereiding. Het verhaal heeft betrekking op voorstellingen van de wonderbaarlijke gebeurtenissen tijdens de prenatale fase van Jezus én Johannes de Doper. De twee nog ongeboren kinderen zijn neefjes van elkaar.
Dit artikel gaat over Maria die van de engel Gabriël niet alleen te horen had gekregen dat zij de Moeder van de Zoon van God zou worden; de hemelbode had nog een tweede boodschap voor Maria: haar onvruchtbare en al op leeftijd gekomen nicht Elisabeth, zo vertelde de engel, was al in de zesde maand van háár zwangerschap; zij zou de moeder worden van Johannes de Doper. Direct nadat Maria die laatste boodschap had vernomen, haastte zij zich door het bergland van Judea naar het huis van Elisabeth en haar man Zacharias (Lucas 1: 38-41).
De Visitatie, de begroeting van Maria en Elisabeth

Giotto di Bondone, (1266 of 1267-1337), de Visitatie, de begroeting van Maria en Elisabeth, fresco: 150x140 cm, 1303, Cappella degli Scrovegni, Padua, Italië
Na de reis door het berglandschap van Judea komt Maria op het fresco van Giotto aan bij het huis van Zacharias en Elisabeth. De twee zwangere vrouwen omarmen elkaar. Maria wordt gevolgd door een viertal vrouwen die, net als de vrouw die in de deuropening staat geen rol speelt in het verhaal van Lucas. De vrouw achter Maria zou de opdrachtgeefster kunnen zijn. Net als Maria draagt zij een met gouddraad afgezette mantel en haar gelaatstrekken lijken sterker geprofileerd dan die van de andere vrouwen op het fresco. Het zou kunnen zijn dat Giotto daarmee haar persoonlijke trekken heeft benadrukt. Achter haar lopen wellicht haar dienstboden met keukengerei. Daarmee kon de kunstenaar verwijzen naar de gewenste zorg voor de oudere Elisabeth tijdens haar zwangerschap.

Melchior Broederlam, detail van de achterzijde van het linkerzijluik van het Retabel met de Kruisiging, olieverf op paneel, 1394-1399,
Musée des Beaux-Arts de Dijon, Frankrijk
Op de linkerzijde is de boodschap van de engel aan Maria voorgesteld waarbij Maria niet alleen haar eigen zwangerschap in het vooruitzicht werd gesteld; de hemelbode wees Maria ook op de zwangerschap van Elisabeth.
Nadat Maria van de engel Gabriël had vernomen over Elisabeths' zwangerschap haastte ze zich om haar zwangere nicht te ontmoeten (Lucas: 1:39).
Op de voorstelling rechts is Maria aangekomen op de plaats van bestemming van haar reis. In een rotsachtig berglandschap begroet zij haar nicht.

Melchior Broederlam heeft de ouderdom van Elisabeth benadrukt door haar oudere gelaatstrekken te plaatsen tegenover het jeugdige gelaat van Maria. Elisabeth ziet eruit als een goedgeklede en deftige, oudere vrouw. Zij strekt haar linkerhand uit naar de buik van Maria.
Rogier van der Weyden, Maria Visitatie, olieverf op paneel: 57x36 cm, ca. 1435-1440, Museum der Bildenden Künste, Leipzig, Duitsland

Op het paneel van Rogier van der Weyden zien we dat Elisabeth enigszins door de knieën gaat. Op andere voorstellingen van de begroeting van de vrouwen knielt zij daadwerkelijk voor haar jonge nicht. We zullen zien dat zij dat doet omdat er bij hun begroeting iets heel bijzonders gebeur!

Detail van het paneel van Rogier van der Weyden
Op het paneel van Rogier van der Weyden leggen de vrouwen teder de hand op elkaars buik. Sommige commentaren wijzen erop dat dit verwijst naar de vrouwen die zich er terdege van bewust zijn dat zij alleen door toedoen van de bijzondere hulp van God zwanger konden worden. Elisabeth was onvruchtbaar en zij had al een dusdanige leeftijd bereikt dat het zuiver menselijk gesproken was uitgesloten dat zij nog kinderen zou krijgen. (Lucas 1: 7 en 18). Beide vrouwen waren op een ongewone manier zwanger geworden. Maria werd zwanger ‘zonder dat zij omgang had met een man’ (Lucas: 1: 34); de Heilige Geest daalt over haar neer en ze wordt ‘overschaduwd door de kracht van de Allerhoogste.’ (Lucas 1: 35), “Want niets is onmogelijk voor God” voegt de engel Maria toe, wanneer hij haar vertelt over de zwangerschap van Elisabeth die ‘al oud was en onvruchtbaar heette te zijn’ (Lucas: 1: 36-37). Ook Zacharias was al te oud om nog kinderen te kunnen verwekken (Lucas: 1:18).

Detail van het Visitatiepaneel van het Middelrijns Altaar,
1405-1414, Museum Catharijneconvent, Utrecht
Tussen de hoofden van Maria en Elisabeth daalt de Heilige Geest in zijn gedaante van een duif over hen neer. In dit geval dus ook over Elisabeth! We zullen namelijk zien dat het de Heilige Geest was die Elisabeth had ingegeven dat haar nicht Maria in verwachting was van de Zoon van God. (Lucas: 1: 41) De Latijnse Inscriptie op de tekstrol boven de duif eert God vanwege de bijzondere zwangerschap van de vrouwen: "Gloria in excelsis Deo": Eer aan God in de hoogste hemelen.

Detail 2 van het paneel van Rogier van der Weyden
De liefdevolle manier waarop de zwangere vrouwen op het paneel van Rogier van der Weyden elkaars buik aanraken zou volgens sommige commentaren een uiting zijn van een vrome gedachte waarmee de vrouwen tijdens hun begroeting waren vervuld. Het zou een uitdrukking zijn van hun beider besef van de bovennatuurlijke gebeurtenis; zij herkennen het wonder dat zij ieder afzonderlijk hebben doorgemaakt: alleen door Gods toedoen konden zij zwanger worden. Door de hand op de buik van de ander te leggen delen de vrouwen het mysterie van hun beider zwangerschap. (zie: K. Smits, p. 50*)
Eerbetoon voor Maria en haar nog ongeboren Zoon,
de aangekondigde Verlosser zal nu snel geboren worden
De beeldvorming rondom het bezoek van Maria aan Elisabeth is vrij eenduidig. Meestal concentreert de kunstenaar zich op het moment van de begroeting. In de open lucht omarmen de vrouwen elkaar. Tegelijkertijd leggen zij geregeld een hand op de zwangere buik van de andere vrouw. Soms is het alleen Elisabeth die haar hand liefdevol op de buik van Maria legt of ernaar wijst. We zagen dit op het paneel van Melchior Broederlam.
Op het paneel van Rogier van der Weyden in het Museum der Bildenden Künste zagen we dat Elisabeth aanstalten maakt voor Maria een kniebuiging te maken. In andere gevallen knielt zij daadwerkelijk voor Maria op de grond. Het eerbiedige gedrag van Elisabeth voor haar veel jongere nicht is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. De evangelist vertelt dat wanneer de twee vrouwen elkaar begroeten er iets bijzonders gebeurt. Wanneer zij elkaar omhelzen voelt Elisabeth dat haar kind opspringt in haar buik (Lucas 1:41). Hoewel ik de sterke indruk heb dat de meeste zwangere vrouwen het wel meemaken dat hun kind af en toe beweegt in de buik, herkende Elisabeth in het opspringen van haar kind een teken van de Heilige Geest. Daardoor geleid weet zij als eerste mens dat haar jeugdige nicht de Zoon van God in zich draagt. Daarmee is een eerste stap gezet naar de uitkomst van de voorspellingen in het Oude Testament: de door de profeten verkondigde Verlosser zal nu snel geboren worden. Dáárom knielt zij uit respect voor Maria en spreekt haar met luide stem toe: “Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot! Wat valt mij de eer te beurt dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Want zie, zodra de klank van uw groet mij in de oren klonk sprong het kind van vreugde op in mijn schoot” (Lucas 1:42-43). Als reactie op de woorden van Elisabeth heft Maria een lofzang aan voor God, het zogenoemde Magnificat, waarvan vooral de gregoriaanse versies schitterend ingetogen kunnen zijn. Maria: “Mijn ziel prijst hoog de Heer, mijn geest jubelt van vreugde want de Heer heeft aan mij grote dingen gedaan” (Lucas 1: 46-... 49). Het zijn de eerste regels van het Magnificat.
Niet alleen Elisabeth herkent het kindje in de buik van Maria als de Zoon van God; ook de nog ongeboren zoon van Elisabeth herkent met grote vreugde de Verlosser in de buik van Maria. We moeten daarvoor naar het Visitatiepaneel in Museum Catharijneconvent.
De voorstelling op het Visitatiepaneel
van het Middelrijns Altaar in Museum Catharijneconvent
Naar mijn gevoel moet het tijdens mijn studie kunstgeschiedenis zijn geweest dat ik mij had aangesloten bij een rondleiding onder leiding van Casper Staal. Deze, zo bleek mij later, altijd enthousiaste verteller was in de jaren 1978-2009 conservator van Museum Catharijneconvent. Ik moet zeggen dat zijn rondleidingen en toelichtingsteksten bij de toen geëxposeerde schilderijen mij hebben gestimuleerd, als kunsthistoricus me vooral te concentreren op de betekenis en de symboliek van de kunst van de middeleeuwen en de vroege Renaissance. Tijdens de genoemde rondleiding wees hij op een detail van het Visitatiepaneel van het Middelrijns Altaar. De voorstelling op dat paneel neemt een centrale plaats in binnen dit artikel.

Visitatiepaneel van het Middelrijns Altaar in Museum Catharijneconvent, onbekende Duitse kunstenaar, Keulen(?), tempera van paneel overgebracht op doek: 74,5x 60cm, 1405-1414, Museum Catharijneconvent, Utrecht
U zal het onderwerp op het Visitatiepaneel ondertussen wel herkennen. Het moment dat de twee vrouwen elkaar in de armen vallen markeert het begin van de zogenoemde Visitatie (in de zin van: visite) van Maria, het bezoek dat Maria brengt aan haar nicht Elisabeth. Ik kende dat verhaal redelijk goed en ik was ook wel bekend met voorstellingen van het onderwerp van de visitatie. ‘Niet veel nieuws’ zo schatte ik in, maar mijn mond viel open toen de heer Staal wees op een klein detail dat mij nog niet eerder was opgevallen. Ik had het onderwerp ook nog nooit eerder op andere voorstellingen gezien en raakte helemaal verrukt toen hij erover vertelde. Door het op die plaats blijkbaar doorzichtige kleed van de twee vrouwen gaf de anonieme kunstenaar de beschouwer een kijkje in de zwangere buik van Maria én van Elisabeth!

detail van het Visitatiepaneel van het Middelrijns Altaar
Wanneer we het detail zien valt op dat Johannes ‘opspringen’ in de buik van zijn moeder wel op een heel bijzondere wijze door de kunstenaar werd opgevat: Johannes heeft in de buik van Elisabeth een knielende houding aangenomen. Met gevouwen handen aanbidt hij zijn jongere neefje. Al in de moederschoot her- en erkent Johannes daarmee zijn heer en meester wiens weg hij zal voorbereiden (Lucas: 1: 17 en 3: 4 én Matheus 3: 3).

Op het Visitatiepaneel in Museum Catharijneconvent ontrollen zich rondom de twee vrouwen spreukbanden waarvan de teksten zijn ontleend aan het Evangelie van Lucas. Achter Elisabeth (rechts) lezen we vanaf rechtsboven (een deel van) de woorden die zij bij de begroeting tot Maria spreekt: “Et unde michi hoc, quod mater D[omi]ni mei venit ad me”: Wat valt mij de eer te beurt, dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?) (1:42-43). Maria heft daarop een lofzang aan voor God; vanaf linksonder lezen we de eerste regels van die lofzang: “Magnificat a[n]i]m]a mea D[omi]n[u]m et exultavit sp[iritu]s meus i[n] Deo salvatore meo”: Mijn ziel prijst hoog de Heer, mijn geest jubelt van vreugde om God, mijn Redder (Lucas 1:46-47).
Boven de openstaande poort duidt een inscriptie op de omgeving van de plaats van handeling: ‘Civitas Juda’, Stad (in?) Juda. Achter de grote rotspartij treffen we vijf engeltjes aan. Tussen hen zagen we al de tekstrol die Gods lof verkondigt vanwege de bijzondere zwangerschap van de vrouwen: "Gloria in excelsis Deo": Eer aan God in de hoogste hemelen.“

Rechts in de achtergrond van het Visitatiepaneel izien we links van de geopende poort een perkje met bloeiende witte lelies. In verband met de voorstellingen van de annunciatie kunnen we stellen dat die witte bloemen verwijzen naar de maagdelijkheid van Maria op het moment dat zij haar zoon in zich ontvangt. Zo is de vaas met een lelietak prominent aanwezig op de voorgrond van de voorstelling van de annunciatie op het paneel van Melchior Broederlam. Een voorstelling van de annunciatie is eigenlijk niet compleet zonder die lelie. In verband met de visitatie ga ik er maar vanuit dat dit ook geldt voor de maagdelijkheid van Elisabeth. Haar man voelde zich immers te oud om nog kinderen te kunnen verwekken (Lucas: 1: 18). Hoewel Lucas er niet over uitweidt zal het echtpaar vast wel geprobeerd hebben om kinderen te krijgen. Elisabeth ging immers gebukt onder de schande van haar onvruchtbaarheid. (Lucas: 1: 25) Het niet krijgen van kinderen gold als een schande en als een straf van God voor het begaan van vermeende zonden. Elisabeth herkent de hand van God in het wegnemen van die schande: “De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten” (Lucas: 1: 25).
Hieronder heb ik in chronologische volgorde de vier mij bekende westerse voorstellingen bijeengebracht die het opspringen van Johannes in de buik van zijn moeder in beeld brengen. De vier panelen werden geschilderd in de late middeleeuwen en de vroege Renaissance. Het Visitatiepaneel in Museum Catharijneconvent is de vroegst bekende voorstelling van het thema in het Westen. Daarom beginnen we het overzicht maar weer met de voorstelling op het Middelrijns Altaar.

Visitatiepaneel van het Middelrijns Altaar in Museum Catharijneconvent, onbekende Duitse kunstenaar, Keulen(?), tempera van paneel overgebracht op doek: 74,5x 60cm, 1405-1414, Museum Catharijneconvent, Utrecht
Het onderwerp van het opspringen van Johannes in de buik van zijn moeder is in de West-Europese kunst van de late middeleeuwen en de periode van de vroege Renaissance slechts zelden in beeld gebracht; waarschijnlijk omdat het als ongepast of onwelvoeglijk werd opgevat de zwangerschap van de vrouwen zo open en bloot in beeld te brengen. Het werd blijkbaar zelfs als zo obscuur ervaren dat een eerdere eigenaar van het Middelrijns Altaar de twee nog ongeboren baby's heeft laten overschilderen. Tijdens de restauratie van het Visitatiepaneel kwamen de vermakelijke taferelen weer aan het licht. Museum Catharijneconvent plaatst het Visitatiepaneel in Keulen(?). Wanneer ik de vier in het Westen bewaarde afbeeldingen van het onderwerp overzie heb ik de stellige indruk dat het thema indertijd sowieso een Duitse aangelegenheid was. Het onderwerp lijkt zich te beperken tot de kunst van de late middeleeuwen en de vroege Renaissance.

Konrad Witz, de zogenoemde Raad van Verlossing (links) en de Visitatie (rechts), 1444-1447, olie en tempera op hout: 135,5 x 164,5 cm, Gemäldegalerie der Staatlichen Museen zu Berlin, Berlijn, Duitsland
Aan de linkerkant van zitten God de Vader en God de Zoon op een grote gouden troon in de hemel. Boven hen vliegt de Heilige Geest in de gedaante van een duif. We zijn getuige van een goddelijk raadsbesluit. Op het paneel wordt gesuggereerd dat God de Vader, God de Zoon en de Heilige Geest een besluit hebben genomen wat betreft de zogenoemde heilsgeschiedenis. Het Lam Gods dat op een kussen van de troon heeft plaatsgenomen is bij dat raadsbesluit van cruciaal belang. Tijdens de hemelse vergadering moet het besluit zijn genomen dat de Zoon van God mens moest worden om op aarde zijn leer te verkondigen en als een onschuldig lam moest worden geofferd ter vergeving van de zonden van de mensen. Dít is in feite de eerste stap naar de menswording van de Verlosser. De menswording van de Zoon van God wordt op aarde het eerst herkend door Elisabeth tijdens de begroeting van haar nicht. Ingegeven door de Heilige Geest herkent zij de komst van de Zoon van God in het kindje dat haar nicht Maria in de buik draagt. Direct daarop herkent ook de zoon van Elisabeth zijn nog ongeboren neefje als de Zoon van God door voor hem in de buik van zijn moeder op de knieën te vallen. Hij zal later Jezus aan zijn leerlingen aanwijzen als ‘het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29).

Konrad Witz, detail van De Raad van Verlossing
Rechts is Johannes in aanbidding voor Jezus op de knieën gevallen. Maria schuift het bovenkleed van Elisabeth een beetje weg zodat de beschouwer niets van het spektakel hoeft te missen. Elisabeth wijst met haar uitgestoken hand op de buik van haar nicht en met een glimlach op haar gezicht horen we haar tegen Maria zeggen: "Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot! Wat valt mij de eer te beurt dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Met gevouwen handjes knielt Johannes eerbiedig voor Jezus. Alsof hij de woorden van zijn moeder direct heeft begrepen knielt hij met gevouwen handen voor Jezus.

Jacob en/of Hans Strüb, Maria Visitatie, ca.1505, olieverf op paneel:
80x54,7 cm, Museo Nacional Thyssen-Bornemisza, Madrid, Spanje

Op het detail van het paneel van Jacob en/of Hans Strüb herkennen we Jezus aan de gouden stralen die in de vorm van een mandorla van hem uitgaan. Johannes herkent in de buik van zijn moeder het goddelijke kind.
Wanneer Jezus en Johannes ouder zijn geworden zal Johannes zijn neef herkennen en aanwijzen als: ‘het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt’. (Evangelie van Johannes 1:29). Johannes de Doper zal de weg van Jezus voorbereiden en de mensen in de Jordaan dopen als teken van berouw en om zich schoon te wassen van hun zonden. Het ontvangen van de doop is binnen de leer van veel christelijke kerken nog steeds noodzakelijk voor het heil en de deelname aan de heilsgeschiedenis.
Behalve de eerste menselijke herkenning van Elisabeth van het kindje dat Maria in haar schoot draagt als de Zoon van God is de rol van haar zoon Johannes in het verlossingswerk van Jezus van het grote belang dat wordt gehecht aan het verhaal van het bezoek van Maria aan haar nicht: Johannes wordt opgenomen in het grote totaal van de heilsgeschiedenis door betrokken te worden bij het verlossingswerk van Jezus.

De Visitatie, onbekende Duitse kunstenaar, ontmoeting van Maria en Elisabeth, 15de eeuw, olieverf op doek: 110X52 cm, Musee des Beaux-Arts, Lyon, Frankrijk
Gezien de lengte van het paneel en de plaats van Maria en Elisabeth ten opzichte van elkaar zal het paneel het linkerzijluik zijn geweest van een drieluik. Maria staat op de hierboven getoonde kunstwerken altijd aan de linkerkant van Elisabeth.
Zoals vrijwel steeds plaatst ook de onbekende Duitse kunstenaar van het paneel in Lyon het moment van de begroeting van Maria en Elisabeth tegen de achtergrond van het huis van Zacharias en Elisabeth; blijkbaar een echt Duits vakwerkhuis waarbij de vakken tussen de houten balken zijn opgevuld met klei en leem.
Op het paneel beperken de vrouwen hun handelingen bij hun weerzien tot een handdruk. Maria legt daarbij een hand op de schouder van haar nicht. De gevorderde leeftijd van Elisabeth wordt bevestigd door haar oudere gelaat en de stok waarop zij steunt.

Het valt op dat niet alleen vanuit Jezus licht straalt, maar dat nu ook vanuit Johannes stralen uitgaan die een mandorla vormen. Johannes heeft een knielende houding aangenomen en ontvangt de zegen van zijn goddelijke neefje.
Op de meeste westerse voorstellingen van de visitatie speelt de ontmoeting van de vrouwen zich af voor het huis van Elisabeth en Zacharias. We zullen zien dat deze beeldtraditie afkomstig is uit de Byzantijnse kunst.
Het thema in de Byzantijnse kunst

Visitatie, Maria en Elisabeth begroeten elkaar voor het huis van Elisabeth en Zacharias, Fresco in de dorpskerk van Sint George, 1191,
Kurbinovo, Noord-Macedonië
De vroegste bewaarde voorstellingen van de Visitatie en het opspringen van Johannes in de buik van Elisabeth lijken hun oorsprong te hebben in de Byzantijnse beeldtraditie. Tijdens het Byzantijnse iconoclasme (730-787 en 815-843) is ontzettend veel verloren gegaan, maar in de modernere tijd zijn er toch veel voorstellingen van het ‘opspringen’ naar de enkele bewaarde oude voorstelling vervaardigd en zijn er op straat en in winkels makkelijk hedendaagse voorstellingen van te koop.

Op de muurschildering in de Dorpskerk van Pelendri op Cyprus uit 1178 treffen we misschien wel de oudst bekende voorstelling aan van de twee kinderen in de buik van Maria en Elisabeth. Jezus zegent Johannes en Johannes maakt een diepe buiging voor Jezus.
Naar deze voorstelling zijn heel wat modernere iconen geschilderd die ook hun weg vonden naar het Westen. Voor de volledigheid treft u hieronder een aantal voorbeelden daarvan aan.

De ontmoeting van de vrouwen speelt zich steeds af tegen de achtergrond van het huis van Zacharias en Elizabeth.


PS In de dagen voor Kerst verschijnt het traditionele kerstartikel op deze blog. Dat artikel gaat vooral over Johannes de Doper, maar heeft dan als leidraad het verhaal zoals dat wordt verteld in het canonieke Evangelie van Lucas. Het verhaal begint met de aankondiging van de engel aan Zacharias dat zijn vrouw, ondanks haar problemen toch nog een zoon zal krijgen die hij Johannes móet noemen. Het zal blijken dat die naamgeving een heikel punt is. Verder zullen we zien dat de jeugd van de twee neven redelijk parallel loopt en koning Herodes heeft het op hen beiden voorzien.
Gebruikte Literatuur:
*1 K. Smits, De iconografie van de Nederlandsche Primitieven, Amsterdam,1933
J.J. Mak, Middeleeuwse Kerstvoorstellingen, Utrecht, 1948
Paul Bröker, Rondom Kerstmis, iconografie en symboliek in de beeldende kunst rondom de geboorte van Christus, Utrecht, 1995
A.F.J. Klijn, De apocriefen van het Nieuwe Testament, Kampen 2006
Wieteke van Zeil, Het uithangbord van de zwangere vrouw, de Volkskrant, artikel 16 oktober 2015




Opmerkingen