top of page
  • Foto van schrijverPaul Bröker

Pasen 2021, deel III: Panorama met de Passie van Hans Memling


Op Goede Vrijdag wordt door veel gelovigen stilgestaan bij het lijden en de dood van Jezus. Het is daarom vandaag een goed moment om op deze blog aandacht te besteden aan de kruisweg, een samenvattende reeks schilderijen of beeldhouwwerken die de meest heftige momenten uit het lijdensverhaal van Jezus in beeld brengen. Centraal staat het Panorama met de Passie van Hans Memling


Franciscus van Assisi, devotie rondom het lijden van Jezus en de kruisweg

Franciscus van Assisi (1181/82-1226) stichtte in 1209 een religieuze orde die hij de Orde van de Minderbroeders noemde. Franciscus heeft zich intens beziggehouden met het lijden van Jezus. Hij was buitengewoon aangedaan door de ellende die zijn grote voorbeeld zich vrijwillig heeft laten welgevallen omwille van de verlossing van de mensheid. In zijn preken houdt Franciscus de toehoorders voor dat zij zich moeten realiseren dat alleen door het enorme lijden dat Jezus heeft ondergaan, de mensen kunnen worden verlost. Dat lijden moet de gelovigen voortdurend helder voor ogen staan. Zij moeten dat lijden ook in hun gebeden en meditaties overwegen.

Franciscus ontvangt de stigmata, onbekende Noord Nederlandse kunstenaar

eind 15de eeuw, 96,5x84 cm, Museum Catharijneconvent

Detail van Franciscus ontvangt de stigmata


De aanwezigheid van Bijbelse personen wekt geen verbazing wanneer we het boek Meditationes Vitae Christi erbij halen. De invloed van dat werk kan nauwelijks overschat worden. Het was buitengewoon populair en er verschenen vertalingen in vrijwel alle Europese talen. In het Middelnederlands verscheen het als Tleven ons Heren Jhesu. Het origineel werd omstreeks 1300 geschreven door een onbekende franciscaner monnik. We kennen hem als Pseudo-Bonaventura omdat het geschrift lang op naam heeft gestaan van de heilige kerkleraar en mystieke theoloog Bonaventura (1221-1274), generaal van de franciscaner kloosterorde. De lezer wordt in het boek vurig aangespoord zich voor te stellen getuige te zijn van de gebeurtenissen uit het lijdensverhaal; dat hij een van de omstanders is die het allemaal daadwerkelijk meemaakt door samen met Maria en de andere volgelingen te knielen en te treuren. Tevens maant de schrijver de lezer aan zich te realiseren wat het voor Jezus als mens betekend heeft, al dat verdriet en die folteringen. Met betrekking tot de kruisweg schrijft Pseudo-Bonaventura: “Kijk goed hoe hij daar voortgaat, zijn rug gebogen onder het kruis, snakkend naar adem ... Toen Maria hem buiten de stadspoort zag, beladen met dat enorme kruis, was het alsof zij stierf van angst en was zij niet in staat een woord tegen haar Zoon te spreken, zo werd hij voortgeduwd door hen die hem naar de Calvarieberg brachten.”


Bovenstaand citaat is geïnspireerd door de voortdurende oproepen van Franciscus. Hij spoorde zijn volgelingen aan zich dagelijks zó sterk in te leven in het lijden van Jezus dat zij zich met hem kunnen vereenzelvigen. Alleen hierdoor kon men tot een mystieke vereniging met Jezus komen.

Franciscus wenste ook zelf deelgenoot te zijn in de smart van Jezus; hij wilde diens lot persoonlijk dragen. Zijn eigen inleving in het lijden van Jezus was zelfs zo ver gegaan dat hij na afloop van zijn meditatie bemerkte dat hij de tekenen die overeenkomen met de kruiswonden van Jezus had ontvangen in zijn handen, voeten en zijde.


Door het optreden van Franciscus en zijn volgelingen kwam de lijdende Jezus centraal te staan. Geert Grote (1340-1384) en de Moderne Devotie gaven hieraan nog een extra impuls. Het voor de geest halen van de passiemomenten is kenmerkend voor de laatmiddeleeuwse geloofsbeleving. De gelovigen werd voorgehouden zich in te leven in het lijden van Jezus en dat lijden ook na te volgen. Hierdoor kon men zich met hem vereenzelvigen. Het is de tijd van Thomas a Kempis (1380-14710) en zijn invloedrijke boek Imitatio Christi, Navolging van Christus. Er wordt opgeroepen tot overweging (meditatio) die moest overgaan in navolging (imitatio).

Wat de kunst betreft betekent dit, dat het beeld van de triomferende Jezus (hier) verandert in het beeld van de lijdende mens. Het lichamelijke en emotionele lijden wordt intens getoond. Voorstellingen van het met wonden overdekte lichaam van Jezus werden gebruikt als uitgangspunt bij de meditaties rondom de momenten van het lijden. Men wilde daarom het beeld van de lijdende Jezus voor zich zien; zowel in werkelijkheid als in de geest.

Jezus als Man van Smarten, Geertgen tot Sint Jans, na 1486

26,2 x 25,2 cm, Museum Catharijneconvent


Sombere stemming en tragiek overheersen. Kunstenaars beeldden Jezus niet meer af als een heroïsche figuur aan wie al het menselijk lijden vreemd is. Zijn lichaam, houding en gelaatsuitdrukking laten zien dat er veel menselijk leed is geleden. De gelovige kreeg helder voor ogen hoe intens Jezus heeft moeten lijden om hem persoonlijk te verlossen.


De kruisweg, Latijn: Via Crucis (kruisweg) of Via Dolorosa (lijdensweg, weg van smarten)

Pelgrims naar Jeruzalem bezochten al vanaf de vierde eeuw de plaatsen waar, naar de traditie een bepaald moment uit het lijdensverhaal van Jezus zich had afgespeeld. Het optreden van Franciscus gaf een flinke stimulans aan pelgrimstochten naar Jeruzalem. Juist daar wilden gelovigen Jezus letterlijk navolgen! Jezus had immers te verstaan gegeven dat het volgen van hem moest geschieden door het kruis op te nemen: “Neem het kruis op en volg Mij." (Marcus 10: 21)

Vanaf 1220 verblijven er Franciscanen in het Heilig Land. In 1342 worden zij door paus Clemens VI als bewakers van de heilige plaatsen in Jeruzalem aangesteld. De vanouds bekende plaatsen werden vanaf deze tijd gecultiveerd en er werden ook nieuwe plaatsen bedacht! Want al snel werden ook staties toegevoegd die op overlevering berusten, zoals het driemaal vallen van Jezus, de ontmoeting van Maria met Jezus en het verhaal van Veronica die met een doek het zweet en bloed van het gelaat van Jezus wist.

Tot op de dag van vandaag volgen pelgrims de laatste weg die Jezus ging. Ongetwijfeld lichamelijk en geestelijk al volledig uitgeput door alles wat hem na het Laatste Avondmaal aan misère was overkomen, torste hij het zware kruis naar boven, naar Golgotha waar hem de laatste beproevingen te wachten stonden. Het is deze weg die de pelgrims volgen. De weg begint bij de Antoniaburcht, de toenmalige residentie van Pilatus, voert via de plaatsen waar een bepaald passiemoment is voorgevallen en gaat vervolgens naar de plaats van de kruisiging in de Heilige Grafkerk. Dat is een fraai eindpunt. Volgens de overlevering is die kerk namelijk gebouwd op de plek waar Jezus zowel werd gekruisigd, begraven lag en is opgestaan. Hier bevindt zich nog steeds het Heilig Graf.


De kruisweg in Jeruzalem maakte blijkbaar grote indruk. Onder invloed van de terugkerende pelgrims en de franciscaner kloosterorde werden op het einde van de Middeleeuwen naar het voorbeeld van de kruisweg in Jeruzalem vergelijkbare lijdensroutes gecreëerd. Dat was natuurlijk ook gemakkelijk voor de mensen die de zware tocht naar het Heilig Land niet konden ondernemen.

Door in eigen land de gebeurtenissen op deze plaatsen in overweging en gebed te gedenken, kon de gelovige dezelfde aflaten verdienen als pelgrims die het Heilig Land bezochten. Zo'n vervangende kruisweg wordt gevormd door een aantal afzonderlijke schilderijen of beelden met lijdenstaferelen binnen de kerk of daarbuiten. De kruisweg is dan niet alleen meer de weg die Christenen in navolging van Jezus in Jeruzalem lopen. Het wordt ook een godsdienstoefening waarbij de gelovigen in hun eigen woonplaats zich biddend en zingend voortbewegen langs een reeks van veertien schilderijen of beeldhouwwerken met lijdensmomenten. De bedoeling van een kruisweg is dat, terwijl de gelovige langs de veertien staties trekt, hij verdiept in Jezus' moeizame tocht naar Golgotha. Bij iedere statie wordt daadwerkelijk stilgestaan. Dat geeft de gelovige de gelegenheid om ook in gedachten stil te staan bij de pijn en geestelijke ellende die Jezus op die plaats heeft doorstaan. Het woord 'statie' is afgeleid van het Latijnse ‘statio’: stilstaan, halte, stopplaats.

In de Middeleeuwen varieert het aantal staties en ook de momenten die worden afgebeeld zijn niet altijd dezelfde. Paus Clemens XII (paus 1730-1740) bepaalde dat een kruisweg uit veertien staties moest bestaan. Soms wordt er later toch nog een statie aan toegevoegd, de zogenoemde paasstatie, die verbeeldt hoe Jezus uit de dood opstaat.

Hans Memling, Panorama met de Passie, 1470-1471

56,5 x 92 cm, Galleria Sabauda, Turijn


Panorama met de Passie van Hans Memling

In de strikte betekenis van het woord mag het schilderij geen ‘kruisweg’ worden genoemd. Het is echter zondermeer gebaseerd op de kruiswegcyclus. Het schilderij was ook zeker bedoeld om bij de beschouwer dezelfde gevoelens op te roepen als bij een kruisweg, maar dan wel in de privésfeer van de personen die de opdracht verstrekten. Het schilderij wordt wel beschreven als een ‘mystieke bedevaart’ voor de opdrachtgevers. Op het schilderij zijn heel wat momenten uit de lijdensgeschiedenis van Jezus afgebeeld. Opvallend is dat er ook een aantal momenten zijn voorgesteld die plaatsvonden na zijn dood. Om dit te verklaren wordt er wel op gewezen dat Jezus door zijn lijden en kruisdood de dood heeft overwonnen. Een bewijs daarvan vormen de verschijningen van Jezus na zijn dood. Op deze manier eindigt de vernederende tocht in een zichtbare overwinning van Jezus op de dood. Wanneer de gelovige Jezus volgt kan hij hem ook volgen in die overwinning op de dood.

De nummering hieronder correspondeert met de nummering in bovenstaand schema.


Detail van Panorama met de Passie, nrs. 1, 2, 3


1. Intocht in Jeruzalem

Gevolgd door de apostelen en gezeten op een ezel nadert Jezus de stadsmuren van Jeruzalem. De bevolking is opgetogen de stad uitgelopen om hem te verwelkomen. Eerbiedig leggen zij hun kleren op de grond, klimmen in bomen om palmtakken af te breken en zwaaien er enthousiast mee.


2. Verdrijving van de kooplieden uit de tempel

Na aankomst in de stad ging Jezus naar de tempel. Daar waren handelaren druk in de weer met het aan de man brengen van hun koopwaar. De handel in offerdieren en devotieartikelen bij de ingang van gewijde plaatsen was een veel voorkomend verschijnsel bij bijna alle religies. Jezus moest er niets van hebben. Hij ontstak in woede omdat door de aanwezigheid van geldwisselaars en veehandelaren het huis van zijn Vader, dat toch een plaats van gebed diende te zijn, de aanblik van een rovershol had gekregen. Met veel geweld joeg hij de kooplieden uit het godshuis.

Hoewel de gebeurtenis volgens de meeste evangelisten direct na de intocht in Jeruzalem plaatsvond, wordt het onderwerp meestal weggelaten in een lijdenscyclus. Waarschijnlijk vond men dat zo'n bruut optreden van Jezus daarin niet past.


3. Judas bij de hogepriesters en farizeeën

Judas (in gele mantel) heeft de tempelpriesters te kennen gegeven dat hij bereid is om Jezus aan hen over te leveren.

Detail van Panorama met de Passie, nrs. 4, 5, 6


4. Laatste Avondmaal

Judas zit rechts vooraan aan de tafel. Met zijn linkerhand reikt Jezus hem het brood aan. Daarna zal Judas weer naar de tempel gaan om te vertellen waar Jezus die avond naar toe gaat.

detail van voorafgaande afbeelding


5. Gebed in de Hof van Olijven en de slapende apostelen

Helemaal alleen richt Jezus zich in gebed tot zijn Vader. De drie apostelen zijn in slaap gevallen.


6. Judas kust Jezus en de arrestatie van Jezus

Judas omhelst zijn meester. Voor de soldaten is het nu duidelijk wie zij moeten hebben. Zij nemen Jezus gevangen. In een poging om de gevangenneming van Jezus te voorkomen heft Petrus het zwaard. Blijkbaar wil hij ook nog het andere oor van Malchus eraf slaan. Het slachtoffer grijpt namelijk met de rechterhand naar de plaats waar zijn rechteroor zat. Terwijl Jezus het verraad van Judas ondergaat richt hij zich tot Petrus en met zijn rechterhand duwt hij tegen diens borst om de apostel van zijn voornemen af te houden: “Steekt het zwaard terug op zijn plaats, want allen die het zwaard trekken zullen erdoor omkomen.”

Detail van Panorama met de Passie, nr. 7


7. Verloochening van Petrus

Petrus was Jezus gevolgd tot aan de binnenhof van het Paleis van de hogepriester Kajafas. Hij begon bang te worden dat men hem als volgeling van Jezus ook gevangen zou nemen. Een dienstmeisje (we zien haar gelaat vlakbij het hoofd van Petrus) had hem immers al gezegd dat zij hem herkende als iemand van de groep rond Jezus. Vervolgens werd dat door een ander dienstmeisje bevestigd. Tot tweemaal toe ontkent Petrus in alle toonaarden. Op het schilderij richt Petrus zich tot een persoon die omkijkt. Die had ook beweerd dat het dienstmeisje gelijk had. Weer liet Petrus weten die man niet te kennen. Toen op dat moment de haan het begin van de nieuwe dag aankondigde realiseerde Petrus zich wat Jezus die avond daarvoor tegen hem had gezegd: “Voordat de haan morgen heeft gekraaid, zult gij mij driemaal verloochend hebben.” We zien de haan boven in de gevel aan de linkerzijde van Petrus.

Detail van Panorama met de Passie, nr. 8


8. Jezus wordt voor Pilatus geleid

Rechts van Pilatus staat zijn vrouw die volgens het Evangelie van Mattheus een belangrijke rol speelt bij de voorgeleiding van Jezus. Zij zegt namelijk tot Pilatus: “Laat je niet in met die rechtvaardige! Om hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel verdriet gehad.” (Mattheüs 27:19)

Detail van Panorama met de Passie, nrs. 9, 10, 11, 12

9. Geseling

De opperpriesters hadden Jezus bij Pilatus aangeklaagd omdat hij zich de koning der Joden had genoemd. Jezus zou het volk daarmee tegen het wettig gezag hebben opgezet. Toen Jezus tegen Pilatus zei dat zijn koninkrijk niet van deze aarde was, zag de landvoogd geen enkel gevaar in de man die aan hem was voorgeleid. Pilatus zag ook volstrekt geen schuld in hem omdat hij zich de Zoon van God had genoemd; volgens de Romeinse wet mocht iedereen zoiets straffeloos beweren. De tempelpriesters bleven aandringen en het volk ophitsen. Omdat Pilatus bang was voor een volksopstand hoopte hij hen genoegdoening te verschaffen door Jezus te laten geselen.


10. Tweede maal voor Pilatus?

De joodse priesters brachten Pilatus in een moeilijk pakket. Toen de landvoogd vernam dat Herodes Antipas (20 v.Chr - ca. 39 na Chr.) zich op dat moment in Jeruzalem bevond en hij ook had begrepen dat Jezus uit Galilea komt, dat behoorde tot het gebied van Herodes, moest deze het maar oplossen. Maar de voorgeleiding bij Herodes leverde niets op. Daarom werd hij opnieuw naar Pilatus gebracht. (Lucas 23: 6-7) Dat zou hier zijn voorgesteld.

detail van voorafgaande afbeelding


Toch denk ik dat we hier te maken hebben met de voorgeleiding bij koning Herodes. De man in de rode kleding draagt een kroon: dus het gaat hier om een koning en niet om een landvoogd! Daar komt nog bij dat Jezus een opvallend wit kleed draagt. Herodes liet Jezus in een schitterend gewaad kleden. (Lucas 23: 11) In de beeldtraditie is dat kleed over het algemeen wit. Op grond van die kroon en het witte gewaad kunnen we naar mijn gevoel niet anders concluderen dat het op het schilderij van Memling om de voorgeleiding bij Herodes gaat.


11. Doornenkroning, geseling en bespotting

Na de geseling maakten de beulen sadistische toespelingen op Jezus' vermeende koningschap. Ze plaatsten een van doornen takken gevlochten kroon op zijn hoofd; een parodie op de koningskroon. Vervolgens hingen zij een scharlaken mantel om zijn schouders, een kledingstuk dat gewoonlijk alleen door Romeinse keizers werd gedragen. Om de vertoning compleet te maken gaven zij hem ook nog een scepter in de vorm van een rietstengel in handen. Schertsend wierpen zij zich nu op de knieën en schreeuwden hem treiterend toe: “Wees gegroet, koning der Joden.” Vervolgens sloegen ze hem in het gelaat en bespuwden hem. De man links is zogenaamd eerbiedig voor Jezus op de knieën gevallen.


12. Ecce Homo / Beziet de mens

Na de uitputtende geseling en nadat hij allerlei soorten van vernedering had ondergaan, toonde Pilatus Jezus aan het volk in de hoop dat men het zo wel welletjes zou vinden. Uit de beschrijving van de evangelisten is in de beeldende kunst het motief van Ecce Homo “Beziet de mens!” (Joh. 19: 5) ontstaan. De menigte liet zich echter niet vermurwen en opgehitst door de priesters schreeuwden de mensen: “Aan het kruis met hem!”

Detail van Panorama met de Passie, nr. 13


13. Het kruis wordt getimmerd

Twee timmerlieden zijn bezig het kruis van Jezus in orde te maken. Dit verhaal staat niet in de Bijbel, maar komt wel voor in de legendarische geschiedenis van het kruis.

Detail van Panorama met de Passie, nr. 14


14. Kruisdraging, Simon van Cyrene en de weg naar Golgotha

Een grote stoet gaat door de twee stadspoorten en verlaat Jeruzalem. Net buiten de tweede stadspoort herkennen we Maria die door Johannes wordt ondersteund. Het kan geen kwaad nog een keer de woorden van Pseudo Bonaventura te herhalen: “Kijk goed hoe hij daar voortgaat, zijn rug gebogen onder het kruis, snakkend naar adem... Toen Maria hem buiten de stadspoort zag, beladen met dat enorme kruis, dat zij nog niet eerder had gezien, was het alsof zij stierf van angst en was zij niet in staat een woord tegen haar Zoon te spreken. Zo werd hij voortgeduwd door hen die hem naar Calvarieberg brachten”. Achter Johannes zien we nog twee vrouwelijke volgelingen van Jezus.

Met het kruis op de schouders is Jezus gevallen. Hij moet volledig uitgeput zijn. Soldaten dwingen een zekere Simon uit het plaatsje Cyrene samen met Jezus het kruis te dragen. Blijkbaar was Jezus al zo verzwakt dat men bang was dat hij de executie niet zou halen. Vóór de twee ruiters herkennen we de twee misdadigers. Zij dragen slechts een lendendoek en hun handen zijn op de rug geboeid.

Detail van Panorama met de Passie, nrs. 15, 16, 17


15. Jezus wordt aan het kruis gespijkerd

Toen de stoet bij de executieplaats was aangekomen werd Jezus aan het kruis geslagen. We zien een aantal mannen bezig Jezus aan het kruis vast te maken. Aan de voet van het kruis slaat een beul een spijker door de beide voeten. De rechterpols wordt vastgenageld. Aan de andere kant zet een van de mannen zich schrap tegen het uiteinde van de dwarsbalk. Hij trekt uit alle macht aan een touw, dat rond de pols van Jezus is vastgemaakt. De arm van Jezus is nu strak gespannen. Zijn collega die de spijker in de pols van Jezus moet slaan heeft straks beide handen vrij om zijn werk te doen.


16. Kruisiging en het dobbelen om de kleren van Jezus

Jezus hangt tussen de twee misdadigers aan het kruis. Maria is in zwijm gevallen en wordt ondersteund door Johannes en een aantal vrouwelijke volgelingen. Rechts dobbelen soldaten om het kleed van Jezus. Ze gaan elkaar te lijf. Men is het blijkbaar niet eens over de uitslag.


17. Kruisafname

Johannes, Jozef van Arimathea en Nicodemus laten het lichaam van Jezus voorzichtig naar beneneden komen. Maria moet weer ondersteund worden.

Detail van Panorama met de Passie, nrs. 18, 19, 20


18. Graflegging

Jozef van Arimathea en Nicodemus brengen het in doeken gewikkelde lichaam van Jezus naar het graf dat Jozef van Arimathea voor zichzelf had laten uithakken.


19. Nederdaling ter helle / Afdaling naar het Voorgeborchte

Hoewel al eeuwen in het credo tijdens de mis wordt beleden: “Ik geloof in God de almachtige Vader... die nedergedaald is ter helle.”, bericht het Nieuwe Testament niet over het voorval dat Jezus naar de hel is afgedaald om de zielen van de rechtvaardigen te bevrijden. Het is echter al sinds de vierde eeuw een geloofsartikel! In het apocriefe Evangelie van Nicodemus wordt over deze gebeurtenis uitvoerig verteld.

Memling sluit aan bij de traditionele voorstelling van Jezus’ afdaling naar het Voorgeborchte. Hij draagt een rode triomfmantel en houdt een staf in de handen die uitloopt in een kruis en een overwinningsvaandel. Met de punt van de kruisstaf steekt Jezus de duivel in het lichaam: het kwade is verslagen. De triomfmantel, kruisstaf en overwinningsvaandel zijn tekenen van Jezus’ overwinning op de dood. Memling laat zich leiden door het Evangelie van Nicodemus. Jezus pakt Adam namelijk bij de rechterpols. Hij wordt als eerste uit de onderwereld gered.


20. Verrijzenis / Opstanding uit de dood

Jezus staat voor het nog gesloten graf. Op een onverklaarbare wijze is hij opgestaan uit de dood. Ook de slapende soldaten hebben er niets van gemerkt.

Detail van Panorama met de Passie, nrs. 21, 22, 23


21. Noli me tangere / Raak mij niet aan

Maria Magdalena was als enige bij het graf achter gebleven. Nadat zij het graf leeg had aangetroffen was zij bedroefd omdat zij niet wist waar zij het lichaam van Jezus moest zoeken. In de versie van het Evangelie van Johannes blijkt dat Maria Magdalena dacht dat iemand het lichaam uit het graf had gehaald en het ergens anders had neergelegd. Toen verscheen Jezus, maar zij herkende hem niet. Zij dacht dat het de tuinman was en ze vermoedde dat deze het lichaam misschien had verplaatst. Toen Jezus haar bij haar naam noemde herkende zij hem. Maria Magdalena wilde hem blijkbaar aanraken, maar Jezus verbood dat: “Noli me tangere”: raak mij niet aan. Volgens velerlei uitleg zou Jezus Maria Magdalena hiermee hebben willen wijzen op het feit dat hij, na zijn verrijzenis, niet meer als tastbaar kan worden opgevat en daarom niet aangeraakt kán worden. Vanaf nu diende het contact geestelijk te zijn. De verering van hem kon en mocht niet meer afhankelijk zijn van zijn lichamelijke aanwezigheid.


22. Emmaüsgangers

Wanneer u goed kijkt ziet u in de rechter bovenhoek van het schilderij rechts van de boom met de bolle kruin drie personen op de rug. Twee leerlingen van Jezus waren op weg naar het plaatsje Emmaüs. Onderweg voegde zich een onbekende persoon bij hen. Met z’n drieën lopen zij naar het stadje. Pas toen de mannen 's avonds bij elkaar aan tafel zaten, herkenden de twee de vreemdeling die zij onderweg waren tegengekomen aan de wijze waarop hij het brood brak. Dat ging blijkbaar op dezelfde manier als Jezus dat had gedaan.


23. Jezus verschijnt aan de apostelen bij het Meer van Galilea

U moet nu echt heel goed kijken, eigenlijk zoeken! Het liggende ovaaltje (nr. 23) in het schema helpt ook niet erg. De lijn daarvan had iets hoger getrokken moeten worden. Links, iets boven het midden en zo'n vijf cm van de rand af ziet u op de detailfoto heel vaag een persoon staan. Dat is Jezus. Hij kijkt uit over het meer, naar de boot met de apostelen die aan het vissen zijn. (links, iets boven Jezus). De apostelen hebben die nacht nog niets gevangen. Zij herkennen de opgestane Jezus niet. De onbekende man geeft hen opdracht om het net eens aan de andere kant van de boot uit te gooien. Wanneer ze dat doen zit het vol met vis. Dan herkennen zij de opgestane Jezus. Ik ken het schilderij goed. Ik kan alleen maar zeggen dat ik weet dat wanneer u het schilderij in de Galleria Sabauda in Turijn gaat bekijken het onderwerp heel goed te herkennen is. Laat de af en toe slechte weergave van de details u stimuleren om eens naar het museum in Turijn te gaan. Het zal u verbazen hoe Memling erin is geslaagd op het toch niet al te grote schilderij zelfs de kleinste details heel herkenbaar te maken.

Diptiek met portretten van Tommaso Portinari en Maria Baroncelli, Hans Memling, 1470

elk paneel 44,1 x 34 cm, Metropolitan Museum of Art, New York


Voor een goed begrip van het schilderij dat in dit artikel centraal staat is het prettig dat wij weten wie de opdrachtgevers waren: Tommaso Portinari en Maria Baroncelli. Het echtpaar gaf in hetzelfde jaar als dat van het Panorama met de Passie, opdracht aan Memling om een diptiek te vervaardigen met hun portretten. Tommaso Portinari (1424-1501) was directeur van het filiaal van de Medicibank in Brugge, de woonplaats van Memling. Daar zal hij diens werk goed hebben leren kennen. Memling was in die tijd de belangrijkste schilder van de stad.


Een spirituele bedevaart voor de opdrachtgevers

Door het diptiek met de portretten van Tommaso Portinari en Maria Baroncelli herkennen we de twee nu ook op het Panorama met de Passie: helemaal links op de voorgrond meneer en rechts in de hoek mevrouw. Zij zijn geknield en met de handen gevouwen in gebed. Stap voor stap konden zij op het schilderij de hele lijdensgeschiedenis van Jezus als een doorlopend beeldverhaal volgen. Het schilderij bood hen de gelegenheid in de geest de heilige plaatsen die verband houden met het lijden van Jezus te bezoeken. In hun gebed en meditatie moesten zijn zich zó in de passiemomenten inleven dat zij het gevoel kregen er werkelijk bij aanwezig te zijn. Pseudo Bonaventura had daar immers toe opgeroepen! In hun diepe inleving konden zij zich betrokken voelen bij de afgebeelde taferelen. Maar er is meer! Tommaso manoeuvreert zich in een positieve rol in het Bijbelverhaal. Ondanks het feit dat Jezus gesmeekt heeft samen met hem te waken, hebben de drie leerlingen zich zichtbaar overgegeven aan de slaap. Maar Tommaso niet! Hij waakt wél en is samen met Jezus in gebed.

Onder de zware druk van het kruis en het geweld van de met stokken slaande soldaten is Jezus in de rechter benedenhoek op de knieën gevallen. Maria Baroncelli knielt in gebed voor de ingestorte Jezus. Zij is zo dicht bij Jezus dat zij haar eigen gevoelens volledig zal kunnen verplaatsen in de gevoelens van Jezus. De gevallen Jezus kijkt recht het beeldvlak uit. Dat is iets wat wij vaker tegenkomenbij kunstwerken die als uitgangspunt dienen bij de devotie, meditatie en inleving in het lijden van Jezus. (zie hieronder detail schilderij Geertgen tot Sint Jans)

Detail van Jezus als Man van Smarten, Geertgen tot Sint Jans


De wanhopige blik van Jezus richt zich smekend op de gelovige alsof deze de enige is waarbij hij troost kan vinden. Die troost kan alleen maar zijn, dat het onmetelijke lijden niet voor niets is geweest; dat de gelovige de weg zal vinden die hij heeft gewezen. Alleen door in zijn voetsporen te treden en samen met hem te lijden, is zijn lijden zinvol geweest. Bij die gedachte kan hij troost vinden.


Artistieke waardering

Vanaf de eerste vermeldingen mag het schilderij zich in een grote waardering verheugen. Het is inderdaad iets heel bijzonders wat Memling met dit schilderij heeft gepresteerd. Laten we eens kijken wat er op artistiek gebied zo opmerkelijk is aan dit schilderij.

Als toeschouwer bevinden wij ons op een berg die iets lager ligt dan de berg in de achtergrond: Golgotha. Het idee dat wij ons als toeschouwer op een berg bevinden wordt versterkt door de rots linksonder. Jezus, de drie apostelen en het tafereel van het verraad van Judas, de soldaten die Jezus gevangen nemen en Petrus die met het zwaard uithaalt naar Malchus bevinden zich op die rots. Die rots is iets hoger gelegen dan de stadmuur direct rechts van die groep. De toeschouwer staat nog iets hoger dan de personen op die rots, iets meer naar rechts op dezelfde berg. Vanaf dat standpunt kijken wij vrijwel direct op de kantelen van de stadsmuur precies in het midden op de voorgrond van het schilderij. Door ons als toeschouwer op die verhoging te plaatsen, verschaft de kunstenaar zich de mogelijkheid om de gebeurtenissen in een wijds panorama in en rondom de stad op te nemen. Dit moet al een heel karwei zijn geweest.


Het was ongetwijfeld nog een grotere uitdaging om de gebeurtenissen die over een periode van acht dagen liggen verspreid op een chronologisch goed te volgen wijze binnen en buiten de stad over het schilderij te plaatsen. Laten wij, samen met de opdrachtgevers de weg eens volgen. Met de intocht in Jeruzalem komt ook de beschouwer Jeruzalem binnen. Binnen de stadsmuren vinden de gebeurtenissen plaats die volgens de beschrijvingen ook daadwerkelijk in Jeruzalem plaatsvonden. Vanuit de poort links met de man met de fakkel, bereiken wij de Hof van Olijven en kunnen door dezelfde poort de stad ook weer binnen gaan en volgen in gedachten de groep soldaten naar het plein in de stad. Het is dan al de volgende dag. In de nacht na zijn gevangenneming was Jezus door het Sanhedrin ter dood veroordeeld. Dit doodvonnis moest worden bekrachtigd door Pilatus. We zien dat de groep soldaten Jezus naar de landvoogd leidt. Door de inkijkjes in de gebouwen aan de achterste rand van het plein zijn wij getuige van nog een aantal andere gebeurtenissen: de geseling, doornenkroning, Jezus die door Pilatus aan het volk wordt getoond en de voorgeleiding bij Herodes. We verlaten de stad door de poort in het midden op de voorgrond. Van daaruit volgen we de soldaten tussen de dubbele stadmuur naar een tweede poort. Na de laatste poort achter ons gelaten te hebben vervolgen wij de weg samen met de groep naar links. Die weg leidt naar boven, naar Golgotha. Daar zijn we getuige van de gebeurtenissen rondom de kruisiging. Rechtsonder Golgotha zien we een aantal momenten na de kruisafname.


De moeilijkste opdracht die de kunstenaar zichzelf heeft opgelegd was ongetwijfeld de belichting! Heel consequent past Memling de belichting aan bij het moment van de dag waarop de gebeurtenissen plaatsvinden. Bij daglicht trekt Jezus Jeruzalem binnen. Vrijwel direct daarna verjaagt hij de handelaren uit de tempel. Dat tafereel staat in het volle licht. De volgende momenten spelen zich af in toenemende duisternis, te beginnen bij het Laatste Avondmaal. Linksonder speelt de gevangenneming van Jezus zich af in nachtelijke duisternis. De volgende dag begint met de derde verloochening van Petrus en de kraaiende haan die de nieuwe dag aankondigt. De volgende momenten baden in het licht. Alleen op Golgotha trekt op het moment van de dood van Jezus een donkere wolk over. Bij de dood van Jezus viel die middag immers de duisternis in. De voorstellingen van de graflegging, de nederdaling ter helle en de opstanding vinden plaats in de schemering. De drie verschijningen van Jezus in de rechter bovenhoek mogen zich in het bleke ochtendgloren van Paasmorgen verheugen.



Mede namens Jantje wens ik u mooie Paasdagen … Ik droom van bezoekjes van of aan dierbaren, van mooi weer: lekker temperatuurtje en een aangenaam zonnetje, tentoonstelling bezoeken, lekker met een biertje op een terrasje en een hapje eten in een leuk restaurant. Dat mooie weer zal heus wel komen, al is het eventueel niet met Pasen … verder vrees ik dat we vanwege corona nog wel even moeten blijven vasten ...



Veelgebruikte literatuur:

- Osten, G. von der, Der Schmerzensmann. Typengeschichte eines deutschen Andachtsbildwerkes von 1300 bis 1600, Berlijn, 1935

- Ulbert-Schede, U., Das Andachtsbild des kreuztragenden Jezus in der deutsche Kunst von den Anfängen bis zum Beginn des 16. Jahrhunderts, München, 1968

- Honée, E. Vroomheid en kunst in de late Middeleeuwen. Over de opkomst van het devotiebeeld, Amsterdam, 1990

- Caron, M., `Ansien doet gedencken. De religieuze voorstellingswereld van de moderne devotie', Geert Grote en de Moderne Devotie, catalogus Het Catharijneconvent, Utrecht, 1974

- Os, Henk van , Gebed in Schoonheid. Schatten van privé-devotie in Europa 1300-1500, catalogus Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam 1994

- Vos, Dirk De, Hans Memling, Het volledige oevre, Antwerpen, 1994

- Bröker, Paul, Rondom Pasen, Iconografie in de beeldende kunst rondom de opstanding van Jezus, Utrecht, 1998

667 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page