top of page

Apocalyps hoofdstuk 8

Foto van schrijver: Paul BrökerPaul Bröker

Deel VI: de opening van het zevende zegel en het schallen van de eerste vier bazuinen.

De aardbeving, miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters


Inleiding

Bij de behandeling van het vijfde hoofdstuk zagen we dat het Lam een boek van God had ontvangen dat met zeven zegels was gesloten. Een voor een verbrak het Lam de eerste zes zegels en er kwamen grote rampen over de wereld.

Het zevende zegel werd nog niet geopend, ook niet in het daaropvolgende hoofdstuk, integendeel! We zagen in het zevende hoofdstuk dat engelen er alles aan deden om geen rampzalige storm over de aarde te laten komen; er moest immers nog iets gebeuren! Bij de mensen die ondanks de ellende die door de vier apocalyptische ruiters over de aarde was gekomen, trouw aan God waren gebleven moest een teken op het voorhoofd worden aangebracht. Dat teken zou hen beschermen tegen de rampen die zouden volgen.

 

Het zevende zegel

Toch opent Johannes het achtste hoofdstuk met de mededeling dat toen het Lam het zevende zegel verbrak het stil werd in de hemel! De stilte hield een half uur aan. (Apoc. 8: 1) Het lijkt op de onheilspellende stilte voor de storm, de rust die heerst voordat het geweld losbarst. De stilte werd verbroken toen er zeven engelen verschenen. Zij stonden voor de troon van God en kregen ieder een bazuin aangereikt (Apoc. 8: 2), een prelude op het naderende onheil; nu komt het spel op de wagen! Want wat Johannes wordt geopenbaard is de aankondiging van kosmische verschijnselen zoals komeetinslagen en vulkaanuitbarstingen.

De rampen worden aangekondigd door het schallen van de bazuinen.

Daarmee wordt een begin gemaakt met de verwoesting van de aarde. Voor veel theologen zijn die rampen een aankondiging van de verdwijning van de oude schepping die plaats zou maken voor de nieuwe schepping die in hoofdstuk 21 zijn beslag zal krijgen. "Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer" (Apoc. 21: 1).  

Galicische Apocalyps, ook wel de Gepolijste/glanzende Apocalyps genoemd.

ca. 1250

Johannes kijkt vanaf links toe: Toen zag ik zeven engelen die voor Gods aangezicht stonden. Aan hen werden zeven bazuinen gegeven(Apoc. 8: 2).

Op de miniatuur in de Galicische Apocalyps kijkt Johannes toe en ziet dat de engelen ieder een bazuin ontvangen. Een nieuwe ramp wordt ingeluid met het schallen van steeds weer een volgende bazuin.


 Galicische Apocalyps, ca. 1240-1250

 

Johannes: En er kwam een andere engel, met een gouden wierookvat bij het altaar staan. Hem werd veel reukwerk gegeven, om het samen met de gebeden van al de heiligen te offeren op het gouden altaar voor de troon … en de geur van brandende wierook steeg samen met de gebeden van de heiligen op naar het aanschijn van God(Apoc. 8: 3-4). Op de miniatuur zien we rokende vuurwalmen vanaf het altaar opstijgen naar God.

Het bewieroken wordt in veel culturen nog steeds opgevat als een symbool van de ten hemel stijgende aanbidding van God.

De engel in het midden van de voorstelling heeft in de linkerhand de beker met de wierookkorrels, het reukwerk. Met de andere hand bewierookt hij het altaar.

Boven op het stenen altaar staat de deels gouden kist met de lichamelijke overblijfselen van de martelaren. Met de wierookwalm stijgen de lofzangen van de zielen van de martelaren op naar God.

De reliekschrijn op het altaar van de miniatuur doet denken aan de gouden reliekschrijnen die in die tijd (ca. 1240-1250) op altaren werden geplaatst.

Reliekschrijn van Sint Servaas, ca. 1160,

Schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek, Maastricht

 

De aardbeving

Getty Apocalyps, ca. 1255-1260, Paul Getty Museum, Malibu, Verenigde Staten

 

Detail van de miniatuur in de Getty Apocalyps

 

Links op de miniatuur houdt de engel de beker omhoog en ontvangt wierookkorrels vanuit een soort lepel die wordt vastgehouden door een hand uit de hemel. Terwijl de engel het reukwerk ontvangt zwaait hij met het wierookvat. Zoals de tekst het beschrijft staat de troon van God voor het altaar en stijgt de walm van het smeulende of brandende wierook op naar God.

De engel rechts neemt vuur van het altaar en neemt dat mee in het wierookvat. Rechts op de miniatuur werpt hij het vuur uit over de aarde: Toen dreunden er donderslagen, vergezeld van bliksemflitsen en een aardbeving (Apoc. 8: 5). Rechtsboven gaan de wolken over in menselijke koppen die hagel en vuur braken en dit uitspuwen over de aarde.

Opvallend is dat vanaf hetzelfde altaar Gods verheerlijking naar hem opstijgt en dat Gods wraak en ook de beproevingen van zijn volgelingen op aarde neervallen.


Detail van een miniatuur in de Apocalyps van Bamberg.


De engel giet het wierookvat dat hij had gevuld het met vuur van het altaar op de aarde. Johannes kijkt bezorgd naar het handelen van de engel. Hij houdt het boek in de handen waarin hij van God de opdracht heeft gekregen om alles wat hem werd geopenbaard op te schrijven. (o.a. Apoc. 1: 11 en 19) en dit op te sturen naar de zeven kerken van Asia. (Apoc. hoofdstuk 2 en 3)


 De aardbeving, miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters

 

De engel giet het vuur van het altaar vanuit het wierookvat over de aarde. De winden worden vrijgelaten en kunnen hun gang gaan; ze bollen de wangen en wakkeren de wind uit hun mond uit alle macht aan. De gevolgen van de kracht van de aardbeving zijn inzichtelijk gemaakt door de ontwortelde bomen en de ingestorte gebouwen.


Op de miniatuur in de Galicische Apocalyps zien we dat de engel het wierookvat leeggiet over de aarde. Nadat de weer-elementen zich zo’n beetje het hele zevende hoofdstuk hebben moeten inhouden zien we dat personificaties van de winden nu eindelijk hun kracht kunnen tonen. De donkere stormwinden breken door het blauwe wolkendek en bereiken de aarde. Met de omgewaaide bomen laat de miniatuur de gevolgen van de storm en de aardbeving zien.

 

Apocalyps van Angers  


Op het tapijt volgt Johannes vanaf de toegangspoort tot de hemel (Apoc. 4:1, zie Deel II) de gebeurtenissen. Met de zeven bazuinen in de hand zijn de engelen in afwachting van het moment dat God opdracht geeft de bazuinen te laten schallen. (Apoc. 8: 6)


 De engel met het wierookvat en de zeven engelen met de bazuinen, miniatuur in de Queen Mary Apocalypse,1300-1325, British Library, Londen

 

Op de wolken staan acht engelen. Zeven van hen houden hun bazuin aan de mond en sommigen bollen al de wangen. Toch moeten ze nog even wachten. Onder die wolken zien we de koppen van de winden; ook zij moeten nog een moment geduld hebben. De engel links vooraan zwaait het wierookvat boven het altaar. In grijze wolkjes stijgt de walm van het wierook op naar het aangezicht van God: (Apoc. 8: 4). Rechtsonder leegt de engel het wierookvat dat hij had gevuld met het vuur van het altaar en werpt het uit over de aarde. De aardbeving die dit tot gevolg heeft wordt zichtbaar gemaakt door de omgevallen boom. Angstig kijkend schuilen de mensen in holen.

 

De eerste bazuin, 'hagel en vuur vermengd met bloed'

En de eerste engel blies op de bazuin en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed dat op de aarde werd geworpen en een derde deel van de aarde verbrandde en het derde deel van de bomen verbrandde en al het groene gras verbrandde (Apoc. 8: 6-7).

 

Op het Tapijt met de Apocalyps van Angers giet de engel links het wierookvat met het vuur van het altaar uit over de aarde. Rechts blaast de eerste engel op zijn bazuin.

De personificaties van de weer-elementen reageren direct. Hun koppen spuwen '... vuur vermengd met bloed dat op de aarde werd geworpen' (Apoc. 8: 7).


Apocalyps van Bamberg: En het derde deel van de aarde verbrandde, en een derde deel van de bomen verbrandde, en al het groene gras verbrandde."  (Apoc. 8: 7).

Op de miniatuur is de aarde in drie delen verdeeld. Elk deel van de aarde brandt; de hele aarde brandt!

 

De tweede bazuin: 'de grote brandende berg'

En de tweede engel blies de bazuin. Het was alsof een grote berg, laaiend van vuur, in de zee werd geworpen. Een derde deel van de zee werd bloed en een derde van de zeedieren kwam om en een derde van de schepen verging (Apoc. 8: 8-9). Deze beschrijving heeft wel iets weg van de beschrijving van Plinius de Jongere (ca. 61- ca.113 n.Chr.) die in twee brieven schrijft over de verwoestende uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. De Apocalyps is niet veel later geschreven, tijdens de regeerperiode van keizer Diocletianus, 81-96 n.Chr. De catastrofale ramp die over Pompeiï kwam moet toen dus nog vers in het geheugen hebben gelegen. In de Apocalyps lijkt het er echter op dat een volledige uitbarstende vulkaan op aarde valt. 

Facundus Beatus/ Beatus van Fernando I, 1047, Biblioteca Nacional, Madrid

 

Hoog in de lucht blaast de tweede engel op de bazuin. Met de punt naar beneden valt de door vlammen omgeven berg op aarde. De zee werd bloed en de mensen en de vier schepen zijn een speelbal van de golven.

 

Apocalyps van Bamberg

 

De verluchter van de Bamberger Apocalyps heeft de zee in drie delen verdeeld: Van links naar rechts: de zee staat in brand en een derde deel van de zee werd bloed en het derde deel van de vissen komt om en rechts is 'een derde deel van de schepen op zee vergaan'; een boot is omgeslagen. (Apoc. 8: 9) 

Beatus van Saint-Sever, 3de kwart 11de eeuw,

Bibliothèque Nationale de France, Parijs

 

Tegen de achtergrond van een duistere sterrenhemel blaast de engel de bazuin die een vernietigende uitwerking zou hebben. Rechts valt 'de berg laaiend van vuur' naar beneden. Op de hellingen zien we vuurtongen en vuurrode stromen. De berg lijkt op een vulkaan die is uitgebarsten waar, op de hellingen lava naar beneden stroomt.

 

Detail miniatuur in de Beatus van Saint-Sever


De berg met vuur heeft het schip op zee omgeslagen, de driekoppige bemanning verdrinkt en ook veel vissen liggen met hun kop naar beneden in het water. De bemanning van de twee andere bootjes kijkt angstig naar het schouwspel dat zich voor hun ogen afspeelt. 

 

Beatus van Arroyo, vervaardigd begin dertiende eeuw in het scriptorium van het voormalige cisterciënzer nonnenklooster Monasterio de San Andrés de Arroyo (gesticht 1181), Castilië, Spanje,

Bibliothèque Nationale de France

 

Op de miniatuur in de Beatus van Arroyo blaast de engel, omgeven door kleurrijke wolken de derde bazuin. De berg van vuur valt rechts in het zeewater dat meteen voor een deel rood kleurt. Op de voorgrond heerst grote paniek onder de opvarenden van de schepen. Een aantal van hen is al overboord geslagen. De meeste schepen zijn stuurloos geworden en varen, nu slechts gedreven door storm en golven op elkaar in.  

 Tweede bazuin, Apocalyps van Angers, eind veertiende eeuw

 

In vergelijking met de meeste andere voorstellingen van het moment dat de grote berg, laaiend van vuur in de zee werd geworpen is de grote berg op het tapijt in Angers een bescheiden vuurtje. De ontwerper van het tapijt richtte zich meer op de schepen die vergingen, op het menselijk drama dat het gevolg is van de kosmische gebeurtenissen.


De voorstelling van de schipbreuk is voor de tijd dat het tapijt werd geweven op een schitterende manier dramatisch uitgebeeld. De zeelieden zijn verrast door het overrompelde natuurgeweld. De twee mannen in de nog niet getroffen boot proberen zich met armen en handen tegen de vurige gloed te beschermen. Het andere schip is in tweeën gebroken en ook de mast is bezweken onder het apocalyptische geweld. Het is het drama van de twee omgekomen zeelieden en de mannen die vechten voor hun leven dat op het tapijt wordt verbeeld.


Naar de inleving van de ontwerper van het tapijt raakt de aanblik van deze ramp ook Johannes; met de mouw van zijn mantel droogt hij zijn tranen.

Cloisters Apocalyps, de tweede bazuin

 

De engel staat op een rots in de zee. Op het bazuingeschal valt een groot brandend rotsblok in het water. Het scheepje in het midden lijkt de volle laag te krijgen. Naar de tekst wordt een derde deel van de zee bloed. Enkele lichamen deinen op de rode golven en twee van de drie vissen op de voorgrond liggen met de kop naar beneden. De schipper van het bootje links doet er alles aan om de plaats des onheils zo snel mogelijk te ontvluchten.

 

Galicische Apocalyps

 

De brandende berg gaat op de miniatuur voor een groot deel schuil achter een wit vlak waarop waarschijnlijk een tekst moest verschijnen. Toch kunnen we het brandende rotsblok nog goed zien. Het ligt voor een deel in het bloedrode zeewater. De zee lijkt op de miniatuur niet echt diep te zijn. Links zien we een deel van een vastgelopen schip. Gezien de toestand van de tuigage is het schip volledig overgeleverd aan de beukende natuurkrachten. Op de golven dobberen zeker tien lichamen van verdronken bemanningsleden.   

 

De derde bazuin: 'een grote brandende ster valt uit de hemel'

En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel. De ster viel op het derde deel van de rivieren en op de bronnen van de wateren. En de naam van de ster was Alsem (bitter kruid). Het derde deel van het water werd alsem, en vele mensen stierven door het drinken van het water, omdat het bitter was geworden” (Apoc. 8, 10-11)


Beatus van El Escorial, de derde engel blaast de bazuin.


Er komt vuur uit de bazuin en op aarde valt een sierlijke vurige ster op het water onder het schuin oplopende gele vlak. De mensen die van het bitter geworden water hebben gedronken liggen dood in het water.


 Op het geschal van de derde bazuin is de grote ster op aarde gevallen. Aan de oevers van de twee rivieren liggen mensen die zijn overleden door te drinken van het vergiftigde water

 

Tapijt van Angers, op het geschal van de derde bazuin valt 'de grote ster' uit de hemel

Links blaast de derde engel luid op de bazuin. In een stroom van bloed valt de ster op het water dat rood kleurt. De lichaamshouding en de gezichtsuitdrukking van de mannen aan de oever van het water lijkt te verraden dat zij al onwel zijn geworden van het bittere water.

Johannes kijkt toe vanuit een venster van de toegangspoort van de hemel.

  Miniatuur in de Beatus van Arroyo, begin dertiende eeuw


En de ster viel op een derde deel van de rivieren en op de bronnen van de wateren. De vaak felle kleuren in de Beatus-handschriften zijn dikwijls puur decoratief. In sommige gevallen is het verleidelijk om er een betekenis in te vermoeden. Omdat de betekenis en de verwijzing naar de werkelijkheid op de miniatuur in de Beatus van Arroyo zo voor de hand lijken te liggen wil ik er even bij stilstaan. De engel blaast zijn bazuin tegen de achtergrond van een helderblauwe hemel. De ster valt in het blauwe, maar enigszins troebele water van een rivier. In het water zwemmen vissen. De groene strook daarboven moet dan de oever van de rivier voorstellen. Op de andere, roodgekleurde oever liggen de lichamen van mensen en dieren die van het water hebben gedronken. Een aantal van hen is al overleden.


Met zijn vurige staart heeft de grote ster op de miniatuur in de Beatus van Arroya veel weg van een komeet die inslaat op aarde. Men zal de tekst over de ster verstaan hebben als een voorbode van een volgende kosmische ramp die tijdens de eindtijd over de aarde zal komen.  

Wat dat betreft zullen indertijd de reacties van de mensen bij het lezen van de Apocalyps en/of bij het zien van een miniatuur in de Apocalyps van Arroyo wel soortgelijk zijn geweest als toen in 1066 de komeet Halley verscheen. Een dergelijk fenomeen werd indertijd opgevat als angstaanjagend voorteken van naderend onheil!

Detail van het Tapijt van Bayeux, ca. 50 cm. hoog, het hele borduursel (!) is 70 meter lang, rond 1068, voormalig Groot-seminarie van Bayeux, Frankrijk


Het Tapijt van Bayeux werd vervaardigd zo'n twee jaar nadat de komeet Halley was verschenen. Links op het Tapijt van de Bayeux wijzen mensen elkaar op het onheilspellende voorteken. De verschijning van de komeet zou een aankondiging zijn van soortgelijke rampen die we ook uit de Apocalyps kennen: misoogsten, besmettelijke ziekten, overstromingen en oorlog zouden over de aarde komen.

Boven de toren is hoog in de hemel de komeet Halley verschenen. De weergave van de Komeet met zijn vurige staart heeft wel wat weg van de komeet in de Beatus van Arroya. De verschijning van de komeet in 1066 wordt op het Tapijt van Beyeux als zo'n angstaanjagend fenomeen ervaren dat men het nodig vond om Harold II, koning van Engeland (rechts op het tapijt) op de hoogte te brengen. Zijn koningschap stond in die tijd wel degelijk onder grote druk! Hij sneuvelde in 1066 tijdens de Slag bij Hastings.

 

Op de miniatuur in de Cloisters Apocalyps lijkt het erop dat de brandende ster uit de bazuin van de engel komt.

Verspreid over het rotsachtige rivierenlandschap liggen de lichamen van de mensen die hebben gedronken van het water dat bitter was geworden.

 

De vierde bazuin

En toen de vierde engel op de bazuin blies werd een derde deel van de zon getroffen, en een derde deel van de maan en een derde deel van de sterren, zodat een derde daarvan werd verduisterd, en de dag voor een derde deel geen licht meer had, en zo ook de nacht Apoc. 8: 12).


 De vierde bazuin, miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters

 

In en rondom de woningen lijkt alles rustig, links zit een vrouw met haar rug tegen de muur te handwerken. De vrouw in het torentje kijkt naar buiten en haar buurman is aan het lezen. Rechts komt een blinde muzikant aanlopen die wordt begeleid door een jongen. Niets lijkt erop te wijzen dat de rust verstoord zal worden.

Het was echter allesbehalve afgelopen met de rampspoeden die over de aarde zouden komen. Integendeel!, het begint pas. Johannes werd in zijn visioen geopenbaard dat een derde deel van de zon getroffen zou worden, en een derde deel van de maan en een derde deel van de sterren, zodat een derde daarvan verduisterd werd, en de dag voor een derde deel geen licht meer had, en zo ook de nacht …  én er komt een adelaar aanvliegen met een onheilspellende boodschap.

Op het detail van de miniatuur in de Cloisters is ongeveer een derde deel van de zon zwart en ook een derde deel van de maan is zwart. Wanneer u goed kijkt naar de al volledig donkere maan, valt op dat er rechtsonder op die maan eenzelfde punt als bij de zon op de maan nog donkerder is gemaakt.

Ook een derde deel van de sterren is zwart. Ik ben even aan het tellen gegaan en ik telde eenentwintig sterren waarvan er zeven zwart zijn en veertien rood. Het door Johannes vermeldde een derde van de sterren [dat] werd verduisterd, is door de verluchter dus keurig aangehouden.

Zoals we het op veel miniaturen in de Apocalyps van de Cloisters al zagen, kijkt Johannes door een luikje naar de gebeurtenissen die zich in zijn visioenen in de hemel afspelen. Daar ziet hij dat God alles aanstuurt, ook de beproevingen die over de standvastigen komen.

  

Op het einde van het achtste hoofdstuk kondigt een adelaar aan dat er nog meer rampen over de aarde zullen komen: "Terwijl ik toekeek hoorde ik de luide roep van een adelaar, vliegend hoog in de lucht. Hij riep met machtige stem: Wee!, wee!, wee! de bewoners van de aarde, wanneer de bazuinen klinken van de drie engelen die nog komen! (Apoc. 8: 13) Wee! is een uitroep van verschrikking en van medeleven om wat er gebeurt. Op nog zes andere plaatsen in Apocalyps wordt dit wee! uitgesproken (Apoc. 8:13; 9:12; 11:14; 12:2; 18:10 en16:19). Er staat de aarde dus nog wat te wachten!

 

Beatus van Girona, de engel met de vierde bazuin, de gedeeltelijk verduisterde zon, de maan, de sterren én de adelaar


Beatus van Saint-Sever, de engel blaast op de vierde bazuin, de adelaar verschijnt en de gouden zon 'Sol' en ook de bleke maan 'Luna' zijn voor een derde deel verduisterd.

Vlaamse Apocalyps,

samenvattende miniatuur bij de tekst van het achtste hoofdstuk


Bovenaan worden de zeven bazuinen uitgedeeld aan de zeven engelen. Maar wie is toch die gevleugelde persoon rechts in het franciscaner habijt met een aureool rond het hoofd, Franciscus? Links treffen we nog een persoon aan, eveneens in franciscaner kleding. Wellicht mogen we met deze gegevens de oorsprong van dit schitterende handschrift in een franciscaner klooster zoeken. God zit op de troon die op het altaar staat. Het venster in de voorzijde van het altaar biedt de beschouwer een kijkje in de ruimte onder de altaarsteen. Daar verblijven de zielen van de martelaren. Naar de tekst van de Apocalyps stijgen hun gezangen op naar het aangezicht van God, samen met de walm van het wierook uit het gouden wierookvat van de engel links van het altaar.


De engel links giet het gouden wierookvat gevuld met het vuur van het altaar uit over de aarde. De vier engelen die in het achtste hoofdstuk hun bazuinen laten klinken bevinden zich links- en rechtsonder het altaar. Op het bazuingeschal van de eerste engel komen hagel en vuur, met bloed vermengd over de aarde. Toen de tweede engel op de bazuin blies viel een grote berg, laaiend van vuur op de aarde die de vloedgolf veroorzaakte waardoor een derde deel van de schepen verging. Op het bazuingeschal van de derde engel valt de grote ster op aarde. Boven de vierde engel zien we dat de zon en de maan voor een derde deel zijn verduisterd. Daaronder vliegt de adelaar die de rampen aankondigt die over de aarde komen wanneer de drie andere engelen in het volgende hoofdstuk de bazuinen laten schallen.


Beneden is Johannes in zijn visioen getuige van de vloedgolf die de bemanning met hun schepen overvalt. Het woeste water sleurt de drenkeling op de voorgrond mee in de golven. De drie mannen in de twee bootjes lijkt hetzelfde lot beschoren. Wanhopig richt de man in het rode kleed zijn handen naar boven. We krijgen op deze voorstelling het gevoel dat de nietige mensen worden overvallen door natuurelementen waar zij werkelijk niets tegenin kunnen brengen.


P.S. Door allerlei gedoe volgende week, zal er aanstaande zaterdag geen nieuw artikel verschijnen

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 

Comments


bottom of page