top of page

Apocalyps hoofdstuk 5

Foto van schrijver: Paul BrökerPaul Bröker

deel III: het Lam dat geslacht is en het verzegelde boek


Detail van de Aanbidding van het Lam Gods, Jan en Herman van Eyck

 

In het vierde hoofdstuk zagen we dat Johannes door een stem naar de hemel werd geroepen. Johannes raakte in vervoering en degene die hij op de troon in de hemel zag zitten zei tot hem: Kom hierheen, dan zal ik u tonen wat hierna gebeuren moet! (Apoc. 4: 1). Het begin van wat God heeft besloten dat gebeuren moet wordt aan Johannes geopenbaard. Vanaf het zesde hoofdstuk zullen we zien dat met het openen van het boek alle mogelijke vormen van ellende over de aarde komen. In het vijfde hoofdstuk verschijnt het Lam dat waardig wordt bevonden om het boek te ontsluiten.

 

Samenvatting hoofdstuk 5

De beschrijving van het visioen dat Johannes in het vierde hoofdstuk in de hemel zag loopt naadloos door in het vijfde hoofdstuk van de Apocalyps. In zijn extase zag hij dat degene die op de troon zat een boek in de rechterhand hield dat met zeven zegels was gesloten. Omdat niemand waardig werd bevonden om het boek te openen en de zegels te verbreken barstte Johannes in tranen uit. Toen zei een van de vierentwintig oudsten tot de apostel: Droog je tranen. De leeuw uit de stam van Juda, de wortel van David, heeft overwonnen. Hij mag het boek openen en de zeven zegels verbreken 

(Apoc. 5: 1). Toen de oudste dat had gezegd verscheen er een lam: Ik zag midden voor de troon en omgeven door de vier wezens en de oudsten een Lam staan. Het zag eruit alsof het geslacht was. Het Lam had zeven horens en zeven ogen - dit zijn de zeven geesten van God, uitgezonden over heel de aarde(Apoc. 5: 6-7). Johannes zag dat het Lam zich naar de troon begaf en het boek ontving uit de hand van degene die op de troon zetelde. Toen het Lam het boek had ontvangen, vielen de vier wezens aanbiddend neer, evenals de vierentwintig oudsten, elk met een citer in de hand en met gouden schalen vol reukwerk- dat zijn de gebeden van de heiligen. En zij zongen een nieuw lied voor het Lam: Waardig bent u het boek te nemen en zijn zegels te verbreken, want u bent geslacht en met uw bloed hebt u mensen voor God vrijgekocht uit alle stammen, volken en rassen’’ (Apoc. 5: 9-10).

Johannes: “Terwijl ik toezag, hoorde ik de stemmen van talloze engelen rondom de troon en de dieren en de oudsten; hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen; en zij riepen met machtige stem: Waardig is het Lam dat geslacht is, het komt alle macht en rijkdom toe, wijsheid en kracht en alle eer, heerlijkheid en dank. En elk schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en in de zee, en alles wat daarin is hoorde ik roepen: 'Aan hem die zetelt op de troon en aan het Lam zij lof en eer, heerlijkheid en kracht tot in de eeuwigheid!En de vier wezens riepen: Amen, en de oudsten vielen neer in aanbidding  (Apoc. 5: 11-14).

 

“En ik zag midden tussen de troon en omgeven door de oudsten en de vier wezens een Lam staan Beatus de San Millán, Het visioen van het Lam,

ca. 1000, Real Academia de la Historia, Madrid

 

Op de miniatuur in de Beatus van San Millán wordt Johannes niet afgebeeld. De voorstelling geeft alleen weer wat hij in de geest zag.

In de binnenste cirkel zien we het Lam met de zeven horens en zeven ogen. Met enig zoekwerk herkennen we rondom het Lam de vier apocalyptische wezens, vanaf midden-onder met de klok mee: de gevleugelde adelaar, de gevleugelde stier, de gevleugelde mens en de gevleugelde leeuw. Fraai is de manier waarop de vleugels een kolkende, draaiende beweging rondom het Lam suggereren. Het maakt de voorstelling echter wel enigszins onoverzichtelijk.

Buiten de cirkel bevinden zich de vierentwintig oudsten. De veertien oudsten bovenin zijn in aanbidding op de knieën gevallen. Onderop staan de tien anderen in klassieke gebedshouding; met de handen naar voren gestrekt.

Detail miniatuur in de Beatus de San Millán

 

Het getal zeven

Midden in de cirkel bevindt zich het Lam met het boek dat nog gesloten is. Het Lam had zeven horens en zeven ogen, dit zijn de zeven geesten van God die over de hele aarde zijn uitgestuurd (Apoc. 6: 7).

Het getal zeven komt vaak voor in de Apocalyps. Het wordt wel in verband gebracht met de volmaaktheid en/óf compleetheid van God en zijn kracht en alwetendheid. We zagen het getal al bij de zeven kerkgemeenten van Asia en bij de beschrijving van het eerste visioen van Johannes. De verschenen Mensenzoon had zeven sterren in de hand en voor hem stonden de zeven kandelaars (1: 12-17) en 'boven de troon in de hemel branden de zeven gloeiende lampen, de zeven Geesten van God (Apoc. 4: 5).

We zullen zien dat het getal zeven ook een grote rol speelt bij de opening van de zeven zegels en de zeven schallende bazuinen als aankondiging van de rampen die over de aarde worden uitgestort. Ook het kwaad kan blijkbaar met het getal zeven in verband worden gebracht. Zo heeft de draak in het twaalfde hoofdstuk van de Apocalyps zeven koppen en zeven kronen. Kortom, het voor velen heilige getal zeven kan kennelijk uiteenlopende betekenissen hebben.


Galicische Apocalyps, ca. 1240-1250, Bibliothèque nationale de France, Parijs

 

Op de miniatuur in de Galicische Apocalyps wordt een aantal momenten uit het vijfde hoofdstuk met elkaar verbonden. Zo zien we links Johannes. Met zijn hoofd in de hand zit de apostel erbij als een gebroken man: Ik weende bitter omdat niemand waardig werd bevonden het boek te openen en in te zien. Toen zei een van de oudsten tegen mij: Droog je tranen. De leeuw uit de stam Juda, de wortel van David, heeft overwonnen: Hij zal het boek en de zeven zegels ontsluiten Apoc. 5: 3-5).

Op de miniatuur staat de oudste die tot Johannes had gesproken naast hem. De apostel voelt zich gesterkt door diens woorden en met de onderkant van de mouw droogt hij zijn tranen.

 

De naam van Jezus wordt in het visioen niet genoemd, maar het is duidelijk dat metde leeuw uit de stam van Juda, de wortel van David (Apoc. 5: 5) wordt verwezen naar Jezus. Hij was immers afkomstig uit de stam van Juda en is een nakomeling van David. (Matteus 1,1-17) Ook met ‘het Lam dat geslacht is (Apoc. 5: 6 en 9) wordt naar Jezus verwezen en vooral naar het offer dat hij aan zijn Vader heeft gebracht; niet ter verzoening van zijn eigen zonden, maar ter verzoening van de zonden van de mensheid. Alleen het offer van zijn Zoon, door het kruisoffer van het onschuldige Lam Gods was blijkbaar de enige mogelijke genoegdoening voor God voor de vergeving van de zonden van de mensen. Hij is het Lam waarover Jesaja had geprofeteerd toen hij schreef over het Lam dat geduldig het lijden op zich nam en zonder zich te verzetten of een kik te geven als een Lam dat naar de slachtbank wordt geleid… ter dood gebracht om de zonden van zijn volk(Jesaja 53: 7-9). De woorden van de profeet werden in het Nieuwe Testament herhaald door Johannes de Doper die Jezus aan zijn volgelingen aanwees met de woorden: Zie, dit is het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt (Johannes 1: 29).

Jezus is de Verlosser die door zijn offerdood als enige waardig werd bevonden om de zegels van het boek te openen. De oudsten zongen het Lam lof toe: Daarom bent u het waard om het boek te ontvangen en de zegels te verbreken, want u bent geslacht en met uw bloed hebt u mensen voor God vrijgekocht uit alle stammen, volken en rassen’’ (Apoc. 5: 6, 9 en12). Daarom wordt het Lam lof toegezongen door … engelen, de vierentwintig oudsten, de vier apocalyptische wezens en tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen (Apoc. 5: 11-12). 

 Detail miniatuur in de Galicische Apocalyps

 

In de bovenste cirkel overhandigt God, met het uiterlijk voorkomen van zijn zoon met zijn rechterhand het nog gesloten boek aan het Lam met de zeven horens en de zeven ogen én de doorstoken borst.

In de cirkel onderaan heeft het Lam het boek geopend. Het dier balanceert slechts met zijn linker voorpoot op de bovenkant van het ontsloten boek. Met de andere poot houdt het een kruis omhoog met het overwinningsvaandel waarop we nóg een kruis herkennen. 

Op de miniatuur in de Cloisters Apocalyps zetelt God, in de gedaante van Jezus op de troon in de hemel. Het Lam met de zeven ogen en de zeven horens opent het boek. Ze worden omgeven door engelen, de vier wezens en de vierentwintig oudsten. De vier banderollen met daarop amen verwijzen naar de continue lofzangen van ieder van de vier wezens die steeds met amen eindigen (Apoc. 5: 14). We zagen dit al eerder in de tekst van de Apocalyps. (Apoc. 4: 8) We moeten het woord opvatten als een lofprijzing en ook als een plechtige bekrachtiging in de betekenis van het is zo. Het woord kan de instemming met een geheel nieuwe gedachte uitdrukken.

De liederen worden op de miniatuur begeleid door het citerspel van de vierentwintig oudsten die in aanbidding op de knieën zijn gevallen. Ook drie van de vier wezens rondom de mandorla aanbidden het Lam geknield: "De vier wezens antwoordden 'amen', en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer" (Apoc. 5: 14).


Op de miniatuur in de Cloisters kijkt Johannes nog steeds door het luikje (zie deel II), dat de open deur in de hemel voorstelt waardoor Johannes in zijn visioen naar binnen kijkt en ziet wat er zich in de hemel afspeelt (Apoc. 4: 1-3). De ongenoemde zit op zijn troon en het Lam is de troon genaderd. Het dier neemt het boek over van God. Op zich is het typisch dat de zegels al verbroken zijn. In feite gebeurt dat pas in het zesde hoofdstuk van de Apocalyps.  

 

De Apocalyps van Angers, het geslachte Lam omgeven door de vier wezens en de vierentwintig oudsten.

 

Detail Apocalyps van Angers, het geslachte Lam

 

Het is duidelijk dat het Lam dat geslacht is, verwijst naar de kruisiging van Jezus. De vijf bloedende wonden in de borst en de vier poten van het Lam Gods op het tapijt van Angers komen overeen met de kruiswonden van Jezus in de borst, de handen en de voeten. Het kruis en het overwinningsvaandel met het rode kruis dat het Lam in de poten houdt verwijzen naar de bloedige kruisdood van Jezus en de daarmee gepaard gaande overwinning op het kwade en de dood. Dit beeld wordt wel vaker opgeroepen in illustraties bij de tekst van de Apocalyps. We zagen het onder andere al op de miniatuur in de Galicische Apocalyps.

 

De aanbidding van het Lam Gods in Gent

 

Hubert en Jan van Eyck, De aanbidding van het Lam Gods,

olieverf op paneel: 340 × 440 cm,1432, de Sint-Bataafskathedraal, Gent

 

De meest fascinerende voorstelling van de aanbidding van het Lam door engelen, 'de vierentwintig oudsten, de vier apocalyptische wezens en tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen en ieder schepsel in de hemel, op de aarde en onder de aarde, op de zee en alles wat daarin is ...' (Apoc. 5: 11-14), treffen we aan op de panelen aan de onderkant van het veelluik van Hubert en Jan van Eyck in Gent.

 

Laten we beginnen met het plaatsen van het onderwerp uit de Apocalyps binnen het grootse kader van het magnum opus van de Gebroeders van Eyck én binnen het kader van de zogenoemde heilsgeschiedenis: de geschiedenis van verlossing van de gevolgen van de zondeval door het verlossingswerk van Jezus Christus, de Verlosser. Hij bevrijdde ons immers van de ellende die over de mensheid kwam toen Adam en Eva en in hun kielzog al hun nakomelingen naar de aarde waren verbannen.  Niet alleen zullen zij in het zweet van hun aanschijn hun brood eten(Genesis 1: 17-19), maar zij worden geconfronteerd met hongersnood en dorst, onenigheid en oorlog, verdriet, ziekte en de dood.

Rechtsboven reikt Eva Adam (links op dezelfde hoogte als Eva) de verboden vrucht aan. Het schilderij verwijst namelijk ook naar de zondeval, naar de zonden van Adam en Eva die alle mensen van hun oerouders zouden hebben overgenomen én naar de overwinning op het kwade door het offer van het Lam. Alleen daardoor konden de zonden worden overwonnen en worden vergeven.

Het altaarstuk verwijst ook naar de eucharistie en de continue herhaling van het offer van Jezus gedurende het misoffer. 


 Uit de borst van ‘het Lam dat geslacht is stroomt het bloed in de miskelk op het altaar. Hiermee wordt de veronderstelde verandering van wijn in het bloed van Jezus zichtbaar gemaakt. Het is een zichtbare voorstelling van hetgeen tijdens de transsubstantiatie onzichtbaar op het altaar gebeurt, namelijk dat gedurende de eucharistie brood en wijn daadwerkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Jezus en dat het offer van Jezus tijdens het misoffer daadwerkelijk opnieuw plaatsvindt.

 

Francisco de Zurbarán, 1635/40, Het Lam Gods, olieverf op doek: 35,5 x 52 cm, San Diego Museum of Art, San Diego, Verenigde staten

 

Het Lam Gods is nooit bruin of zwart, maar altijd wit. Dat is de kleur die traditioneel verwijst naar zuiverheid en onberispelijkheid die, in het geval van het Lam Gods, verwijst naar de onschuld van Jezus die boete doet voor de zonden van zijn medemensen.

Het Lam dat met gebonden poten rustig zijn offerdood afwacht … onschuldiger en kwetsbaarder dan de Spaanse schilder Francisco de Zurbarán het dier heeft afgebeeld kan haast niet. De kunstenaar moet wel de woorden van Jesaja in gedachten hebben gehad bij het vervaardigen van dit kunstwerk: het Lam dat geduldig het lijden op zich nam en zonder zich te verzetten of een kik te geven; als een Lam dat naar de slachtbank wordt geleid… ter dood gebracht om de zonden van zijn volk. 

  

De twee engelen links achter het altaar dragen het kruis, de doornenkroon, en de kruisnagels. Het paar engelen rechts achter de offertafel draagt de lans met de spons, de geselzuil en de geselroede. Het zijn de attributen die verwijzen naar de kruisdood van Jezus op Golgotha én naar het offer van het Lam Gods dat steeds opnieuw op de offertafel plaatsvindt.

Als teken van lof en dank voor het offer dat het Lam heeft gebracht zwaaien de twee engelen het vóór het altaar wierook toe.

Door de aanwezigheid van de miskelk en door het feit dat het Lam op een altaartafel staat wordt een onmiskenbaar verband gelegd met de herhaling van dat offer gedurende de eucharistie. 

 Bijna ten overvloede is op de bovenrand van de voorzijde van het altaar in het Latijn een opschrift aangebracht met de tekst uit het Johannes-evangelie: ECCE AGNUS DEI QUI TOLLIT PECCATA MUNDI: Dit is het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt(Johannes 1: 29). Alleen door het offer van Jezus, alleen door het offer van dit nieuwtestamentische offerlam konden de zonden van de mensen worden vergeven en worden weggenomen.

Het was dit offer waardoor het Lam als enige bevoegd was om de zeven zegels te verbreken en het boek te open; daarom ook wordt het Lam lof toegezongen door … engelen, de vierentwintig oudsten, de vier apocalyptische wezens en tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen (Apoc. 5: 11-12).

Detail middenpaneel van de Aanbidding van het Lam Gods

 

Op het middenpaneel worden de twee met wierookvaten zwaaiende engelen vanuit de vier windstreken gevolgd door vertegenwoordigers van de hele mensheid. Ook zij komen het Lam aanbidden en dankzeggen voor het offer dat het heeft gebracht.

Links op de voorgrond van het middenpaneel bevinden zich personen uit het Oude Testament. De knielende mannen links van de fontein herkennen we aan de boeken die zij dragen als profeten. Achter hen lopen mannen die de gelovigen uit het Oude Testament vertegenwoordigen. Wellicht is de man in het midden met de kroon koning David.

Links op de achtergrond naderen de belijders. Zij vertegenwoordigen de gelovigen uit het Nieuwe Testament. 


Boven het midden van het detail dragen heilige vrouwen palmtakken naar het Lam. Het zijn de symbolen van de overwinning op de dood die het Lam heeft behaald op de dood in het algemeen en de overwinning die de vrouwen persoonlijk hebben behaald op de dood door hun eigen martelaarschap. Wanneer u goed kijkt herkent u links vooraan in de groep vrouwen, Agnes aan het lam in haar handen en rechts daarvan Barbara met een toren.

Rechts van de fontein knielen de twaalf apostelen. Achter hen herkennen we pausen en bisschoppen aan hun kleding, tiara’s en mijters. De martelaar helemaal rechts op de voorgrond herkennen we aan het martelaarsattribuut dat hij draagt: een nijptang met een tong. Het is livinus, patroonheilige van Gent waarbij tijdens een preek zijn tong werd uitgerukt door een groep heidenen.

rechts: Livinus met nijptang en tong

Op de twee langgerekte panelen aan de linker- en rechterkant sluiten zich gezelschappen aan bij de figuren die op weg zijn naar het Lam om het te danken voor zijn offerdood. Op het paneel links zijn het rechtvaardige rechters en rechts kluizenaars en pelgrims. Op het paneel helemaal rechts herkennen we Christoffel aan zijn grootte. 

Prominent op de voorgrond staat een fontein. Het is de levensbron waaraan de uitverkorenen na het laatste oordeel zich weer kunnen laven. Ook de levensboom in het paradijs drinkt water uit dezelfde bron. (Apoc. 22: 1)


De levensbron


Op de voorkant van de rand van het achthoekige bassin staat in het Latijn de tekst uit de Apocalyps: ‘Dit is de fontein van het water des levens, opbruisend uit de troon van God en van het Lam’ (Apoc. 22: 1). 

 

Tussen Adam en Eva hebben we een kijkje in de hemel. Vóór de zondeval leefden zij in het paradijs in de nabijheid van God. Door hun zonden werden zij uit het paradijs verdreven. Ook voor al hun nakomelingen bleef de toegang tot het paradijs gesloten, maar door het offer van het Lam werd het paradijs weer toegankelijk voor de mensen.

In het midden zetelt God de Vader op zijn hemelse troon. Hij wordt geflankeerd door Maria en Johannes de Doper. Links van Maria zingen engelen en rechts van Johannes maken engelen muziek.


We zullen nog zien dat De aanbidding van het Lam Gods in Gent ook deels kan verwijzen naar de grote menigte uit het zevende hoofdstuk van de Apocalyps: "Daarna zag ik een grote menigte, die niemand kon tellen, uit alle landen en volken en stammen, naties en talen. Gehuld in witte kleren en met palmtakken in de handen stonden ze voor de troon en voor het Lam. Ze zongen luidkeels: De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam (Apoc. 7, 4-10). 

Op de samenvattende miniatuur bij hoofdstuk vijf in de Vlaamse Apocalyps wordt het Lam tweemaal afgebeeld.

 

 In de bovenste mandorla staat het Lam op zijn achterpoten en ontvangt het boek van God. 

Het Lam heeft het boek nu volledig geopend. Het dier heeft de door Johannes genoemde zeven horens en zeven ogen. Het Goddelijk Lam draagt een kruisnimbus en een gouden kruistaf en het overwinningsvaandel met daarin een roodgekleurd kruis.  De mandorla wordt omgeven door de vier gevleugelde wezens en de vierentwintig oudsten met muziekinstrumenten.

Links wijst een van de oudsten Johannes op het Lam en sprak: Hij zal het boek en de zeven zegels ontsluiten. Toen de oudste dat had gezegd zag ik midden voor de troon en omgeven door de vier wezens en de oudsten een Lam staan (Apoc. 5: 5). Eerbiedig raakt de apostel de gouden mandorla aan.  

 

Enkelen van de vierentwintig oudsten hebben uit eerbied de kroon van het hoofd genomen. Hun geopende mond wijst op hun gezangen. "En zij zongen een nieuw lied: Waardig bent u het boek te nemen en de zegels te verbreken want u bent geslacht en met uw bloed hebt u mensen voor God vrijgekocht uit alle stammen, volken en rassen’’ (Apoc. 5: 9-10).


 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Apocalyps hoofdstuk 8

Deel VI: de opening van het zevende zegel en het schallen van de eerste vier bazuinen. De aardbeving, miniatuur in de Apocalyps van de...

Comments


bottom of page