top of page

Apocalyps Hoofdstuk XX

  • Foto van schrijver: Paul Bröker
    Paul Bröker
  • 7 dagen geleden
  • 17 minuten om te lezen

 

Blog deel 18: Satan wordt gevangengenomen en …

weer vrijgelaten; het Laatste Oordeel

 

 

ree

Detail van de miniatuur met het Laatste Oordeel in de Beatus van Arroyo

 

                                                            Inleiding

In het negentiende hoofdstuk van de Apocalyps lazen we dat de ruiter op het witte paard en zijn hemelse legermacht de allesbeslissende en definitieve' strijd tegen de twee beesten en hun volgelingen glorieus hadden gewonnen. De belangrijkste handlangers van Satan werden gevangengenomen en levend in een poel van vuur en zwavel geworpen. (Apoc. 19: 20) Hieruit zouden we kunnen opmaken dat, na het verslaan van de vijanden van de Kerk de rust op aarde zou terugkeren. Dat was ook het geval, maar definitiefbetekent blijkbaar niet altijd 'voor altijd'! Het twintigste hoofdstuk opent namelijk de enigszins teleurstellende mededeling dat de periode van vrede blijkbaar slechts voor een tijdsduur van duizend jaar zou gelden!

Bij de behandeling van de samenvattende miniatuur in de Vlaamse Apocalyps bij de tekst van het negentiende hoofdstuk zagen we al dat niet alleen de twee beesten met hun aanhangers in de vuurpoel werden geworpen. Vooruit-

lopend op het visioen dat Johannes beschrijft in het begin van twintigste hoofdstuk zagen we dat ook Satan in zijn manifestatie van de Draak in de vuurspuwende muil van het Hellemonster werd geworpen. Dat was wat voorbarig! Johannes vertelt namelijk pas in de openingswoorden van het eenentwintigste hoofdstuk over het visioen van de uitschakeling van Satan: Toen zag ik een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote ketting. Hij greep de Draak, dat is de oude slang, die ook duivel of Satan wordt genoemd. De engel boeide hem voor duizend jaar en wierp hem in de afgrond, die hij vergrendelde, opdat hij de volkeren niet meer zou misleiden voordat de duizend jaar voorbij waren. Daarna moet hij voor korte tijd worden vrijgelaten (Apoc. 20: 1-3). Duizend jaar rust dus.  Daarna is die periode van vrede voor korte tijd voorbij. In die korte periode krijgt Satan nog één kans om zielen voor zijn ondergrondse rijk te winnen. Het zal een tijdperk zijn waarin de standvastigheid van de gelovigen nog één keer op de proef wordt gesteld. Die duizend jaar mag zoals zoveel getallen in de Apocalyps niet letterlijk worden genomen. Duizend jaar staat voor een lange, onbepaalde tijd die in feite nog tot in het heden doorloopt.  

 

De ruiter uit de afgrond: de gevallen engel Satan

De teksten uit het negende en eenentwintigste hoofdstuk lijken elkaar deels te overlappen. Voor een goed begrip van de vrijlating van Satan moeten we te rade gaan bij het negende hoofdstuk van de Apocalyps.

Bij de behandeling van het negende hoofdstuk (zie Apocalyps Blog deel 7) werd duidelijk dat er goede redenen zijn om Satan te vereenzelvigen met de Morgenster die door Jesaja (14) wordt genoemd; hij is de aanvoerder van de engelen die in opstand waren gekomen tegen de hegemonie van God in de hemel. Uit vroege theologische verhandelingen vernemen we dat de val van Satan voorafging aan de schepping van de eerste mensen. Men las een zinspeling hierop in het boek Jesaja: “Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij Morgenster, hoe zijt gij op de aarde gesmeten, gij volkentemmer. Gij die in uw hart hebt gezegd: Ik klim naar de hemel en boven de sterren van God verhef ik mijn troon. Ik zet mij neer op de godenberg. Ik stijg op de toppen van de wolken omhoog, de Allerhoogste gelijk. Maar nee! Diep in de onderwereld zal gij vallen, in het diepste deel van de afgrond” (Jesaja 14: 12-15). Door de engelen die God trouw waren gebleven werden Satan en zijn medestrijders uit de hemel geworpen. Zij kwamen terecht in een afgrond, diep onder de aarde: de hel. Van daaruit zou Satan, Hun koning, de Engel van de Afgrond (Apoc 9: 11) met zijn medestrijders, de duivels de opstand tegen God op aarde voortzetten door het goede te bestrijden en het kwade te stimuleren. Adam en Eva zouden dat als eersten ondervinden!

 

We hebben al vaak gezien dat de visioenen die Johannes werden opgetekend niet altijd een chronologisch goed te volgen ordening aanhouden. Over de vrijlating van Satan werden we al in het negende hoofdstuk geïnformeerd: En de vijfde engel blies op de bazuin. Ik zag een ster die uit de hemel op aarde was neergestort. Hij kreeg de sleutel van de put van de afgrond. (Apoc. 9: 1).

In het twintigste hoofdstuk vernemen we een tweede keer over een engel die verschijnt met de sleutel van de put van de afgrond. Het is een engel die door God werd gestuurd om de put van de afgrond te openen om de gevallen engel Satan te bevrijden. (Apoc. 20: 7) Satan werd toegestaan om samen met zijn trawanten de afgrond te verlaten opdat God de mensen vlak voor het Laatste Oordeel nog één keer op de proef kan stellen.

 

ree

Miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters bij de tekst van het

negende hoofdstuk

 

De engel blaast op de vijfde bazuin. Op het geschal van de bazuin valt de ster naar beneden (het kleine rode sterretje boven de bazuin van de engel). Samen met de rook uit de onderaardse diepte komt Satan met zijn volgelingen uit de afgrond naar boven. Zelfbewust gezeten op zijn paard gaat hij vooraf aan zijn legermacht. (Apoc. 9: 1-3)

 

De ruiter die met zijn legermacht uit de afgrond werd vrijgelaten zou zich gedurende de eindtijd manifesteren als de grote tegenpool van de ruiter op het witte paard uit het negentiende hoofdstuk. Hij stuurde kwade machten aan zoals de twee beesten, de Valse Profeet en de Antichrist.

 

Terug naar de openingswoorden van het twintigste hoofdstuk:

 Toen zag ik een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote ketting. Hij greep de Draak, dat is de oude slang, die ook duivel of Satan wordt genoemd.  [Met de 'oude slang' wordt verwezen naar de slang van de Zondeval die Adam en Eva als eersten had verleid]. De engel boeide hem voor duizend jaar en wierp hem in de afgrond, die hij vergrendelde, opdat hij de volkeren niet meer zou misleiden voordat de duizend jaar voorbij waren. Daarna moet hij voor korte tijd worden vrijgelaten (Apoc. 20: 1-3). Duizend jaar rust dus! Nadat Satan gevangen is gezet zal Jezus regeren over de aarde in een tijd van vrede en gerechtigheid.

 

Vrede en rust van de Kerk op aarde,

de gevangenneming van Satan

ree

De engel ketent Satan, miniatuur in de Beatus van Silos, codex van het Klooster van Santo Domingo van Silos, 1091-1109, Bourgos, Spanje.

 

Het is niet altijd duidelijk of we op miniaturen te maken hebben met de gevangenneming van Satan of met diens vrijlating. Ik heb het sterke vermoeden dat de gevangenneming van Satan veel vaker wordt afgebeeld dan diens bevrijding. 

De plaats van een miniatuur binnen de tekst biedt vaak uitsluitsel. De identiteit van de twee figuren op miniatuur in de Beatus van Silos wordt bekend gemaakt door de verklarende inscriptie, links op de oranje balk: angelus adprehendit/ draconem et ligauit eum in abissum id est diabolum: Waar de engel de draak, dat is de duivel greep en hem in de afgrond vastketende.


ree

Miniatuur in de Beatus van Saint-Sever: De engel greep hem vast en ketende hem voor duizend jaar en wierp hem in de afgrond (Apoc. 20: 2-3).

 

io est DIABOLU in ABissum: ik ben de Duivel in de Afgrondlezen we in roodbruine letters in de derde en vierde regel van boven, links in het midden.

Op de miniatuur in de Beatus van Saint-Sever wordt de tekst van de gevangenneming van Satan bijna letterlijk in beeld gebracht: “Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen. Hij greep de draak, de oude slang die duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaar. Hij wierp hem in de diepte en sloot de afgrond boven hem af, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden vrijgelaten.Apoc 20: 1-3).

 

Op de miniatuur wordt Satan door een engel die God trouw is gebleven met een soort haak in de linkerhand weggevoerd naar de onderaardse diepte. Met de sleutel in de andere hand zal hij de afgrond afsluiten. Satan wordt op de miniatuur voorgesteld als een enorme slang. Hij wordt immers de oude slang, de duivel en Satangenoemd. (Apoc 20: 2) Als een duivelse figuur ligt Satan linksonder aan handen en voeten geboeid in een hol van de afgrond. In zijn benarde positie zal hij daar duizend jaar verblijven.

Engiszins verwarrend is dat de grote slang ook vaak een beeld is van het Beest uit de aarde. Als een manifestatie van Satan kruipt hij uit de krochten van de aarde om de mensen te belagen.


De rust van de Kerk in de hemel

ree

Miniatuur in de Galicische Apocalyps, de opstanding van de zielen

 

Op de voorgrond van de miniatuur ziet Johannes in de hemel de zielen van de martelaren van de Kerk die omwille van hun geloof en door te getuigen van Jezus waren gedood. Direct daarna werden zij in de hemel opgenomen. Ze hadden geweigerd het Beest te aanbidden en zij hadden zijn teken niet op hun voorhoofd aangenomen. Zij leefden nu met Jezus Duizend jaar lang: Ik zag tronen en zij namen daarop plaats en aan hen werd het oordeel gegeven. Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren vanwege hun getuigenis van Jezus en het verkondigen van het Woord van God. Zij hebben het beest en zijn beeld niet aanbeden en het merkteken niet aangenomen op hun voorhoofd. Zij zullen duizend jaren lang samen met God heersen (Apoc. 20: 4-5).


ree

 Detail miniatuur in de Galicische Apocalyps

 

De zielen van de martelaren op de voorgrond stijgen ten hemel. Bij drie van de martelaren op de achtergrond verlaten de zielen zoals gebruikelijk, het lichaam via de mond. Samen met de laatste ademtocht verlaat op deze manier de ziel het lichaam. De opgestane zielen steken hun gevouwen handen in dankgebed omhoog. Rechts zetelt Jezus samen met de apostelen. Zij staan voor de Kerk en de verspreiding van de leer van hun leermeester.

Zoals we al vaker zagen draagt Jezus een groene nimbus. Groen is de kleur van de lente en het nieuwe leven. De groene nimbus van Jezus verwijst naar het nieuwe en eeuwige leven na de aardse dood dat hij door zijn offer heeft bewerkstelligd.

 

De andere doden zullen moeten wachten op hun opstanding tot de duizend jaar voorbij zijn en de tijd van het Laatste Oordeel is aangebroken. Dan zullen allen uit de dood opstaan. De rechtvaardigen die tijdens hun leven op aarde de leer van Jezus hebben nagevolgd delen dan in de zogenoemde 'eerste opstanding' en zullen daarna eeuwig in de nabijheid van God verblijven: De andere doden werden niet tot leven gewekt voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is hun eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn zij die deelhebben aan de eerste opstanding! Over hen heeft de tweede dood geen macht. Zij zullen duizend jaren lang samen met God heersen (Apoc. 20: 5-6).

De eerste dood wordt opgevat als de fysieke dood, de menselijke dood op aarde. De tweede dood is de dood die de kwaadwilligen wacht na de opstanding uit de eerste dood. Zij worden bij het Laatste Oordeel veroordeeld tot eeuwige straffen in de poel van vuur, waar zowel het lichaam als de ziel eeuwig gescheiden zijn van God. Dat is de uiteindelijke bestemming van degenen van wie de naam niet in het Boek des Levens wordt genoemd.

 

De vrijlating van Satan: zijn laatste strijd en zijn nederlaag

Het einde der tijden nadert nu snel. Wanneer de periode van duizend jaar ten einde komt zal Satan uit zijn kerker worden vrijgelaten.


ree

Miniatuur in de Apocalyps van Koningin Mary, 1300-1325,

British Library, Londen

                                                                                

Het lijkt erop dat de miniatuur het moment afbeeldt waarop de engel de Draak bevrijdt uit de hellemond en tegelijkertijd met de sleutel de poort van de afgrond voor hem opent.


ree

Miniatuur in, de Yates Thompson-apocalyps, vervaardigd in Frankrijk,

ca. 1370-1390, British Library, Londen, Engeland

 

Op de miniatuur in de Yates Thompson-apocalyps wordt de Draak door de engel bevrijdt uit een grot, diep onder de aarde.

We zien achter het lichaam van de Draak een rotswand en rechts van de poort een muur van rotsblokken.

 

Na zijn vrijlating trekt Satan erop uit om de volkeren van Gog en Magog te misleiden. Zij wonen aan de vier windhoeken van de aarde en zijn talrijk als de zandkorrels van de zee. Satan zal hen voor de strijd verzamelen. En zij rukten op over de volle breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad [Jeruzalem]. Maar vuur viel neer uit de hemel en verslond ze. En Satan die hen had misleid werd opnieuw[!] neergeworpen in de poel van vuur en zwavel waarin ook het Beest en de Valse Profeet dag en nacht gepijnigd worden, tot in de eeuwigheid Apoc. 20: 7-10.

 

De namen Gog en Magog zijn gebaseerd op Ezechiël 38. Theologische verhandelingen blijven echter wazig. Ik krijg steeds meer de indruk dat het over fictieve personages gaat. De aanduiding dat zij heersen 'aan de vier windhoeken van de aarde' brengt ons niet veel verder. In de Apocalyps vallen de bewoners van de gebieden voor de misleidingen van Satan en voeren zij onder diens leiding de laatste strijd tegen het volk van God. Direct nadat Satan en zijn legermachten zijn verslagen volgt het Laatste Oordeel.

 

ree

Facundus Beatus, 1047, de heilige stad wordt belaagd door het leger van Satan.

 

Op de miniatuur proberen de aanvallers de muren open te breken van het gebouw waarin de heiligen, de inwoners van de Jeruzalem zich hebben verschanst.

Het belegerde Jeruzalem is in de theologie een beeld van de strijdende Kerk.

 

ree

miniatuur in de Galicische Apocalyps


Nadat Satan is losgelaten komt hij samen met zijn leger uit de aarde naar boven en trekt op naar de stad. De Draak gaat aan zijn legermacht vooraf.

Het lijkt erop dat rondom de stad verdedigingsgrachten worden aangelegd. Er heerst een beklemmende sfeer binnen de stadsmuren. De op elkaar gedrukte menigte wacht angstig af op wat er komen gaat. Voordat de vijand kan binnentrekken valt er vuur uit de hemel dat de aanvallers verteerde. (Apoc. 20: 9-10)

De duivel, die hen had misleid werd opnieuw in de poel van vuur en zwavel geworpen, waarin ook het beest en de Valse Profeet verblijven. En zij zullen gepijnigd worden, dag en nacht tot in de eeuwigheid (Apoc. 20: 9-10).

De voorstelling op de miniatuur in de Galicische Apocalyps (1240-1250) lijkt als voorbeeld te hebben gediend voor de miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters (ca. 1330).


ree

Jeruzalem wordt belegerd door het leger van Satan,

miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters

 

Op de miniatuur in de Cloisters gaat Satan aan zijn medestrijders vooraf in zijn voorkomen van een draak. Ook op deze miniatuur hakken soldaten in de grond om een verdedigingsgracht aan te leggen. Binnen de stadmuren heeft de bevolking van Jeruzalem toevlucht gezocht. Het leger van Satan wordt overvallen door een vlammenzee uit de hemel. Na deze laatste nederlaag wordt Satan voor de tweede keer, maar nu voor eeuwig in de vuurpoel geworpen. Daar zal hij worden verenigd met zijn oude trawanten.

Linksonder wordt hij al deels opgeslokt door het Hellemonster. Dat is naar de tekst van Johannes: En zij rukten op over de volle breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heilige stad, maar vuur viel neer uit de hemel en verslond ze.

Het vuur staat voor de straf van God en betekent de definitieve ondergang van Satan en zijn legermacht.


ree

Miniatuur in de Galicische Apocalyps: En Satan die hen had misleid werd weer neergeworpen in de poel van vuur en zwavel waarin ook het Beest en de Valse Profeet dag en nacht tot in de eeuwigheid helse straffen ondergaan.


ree

 Detail van de miniatuur in de Galicische Apocalyps


Zoals de tekst van de Apocalyps het vermeldt wordt Satan in de vuurpoel geworpen waar hij voorgoed wordt opgesloten met zijn twee belangrijkste handlangers in de eindstrijd. Het Beest uit de zee herkennen we op de voorgrond aan zijn huid waarvan de vlekken op die van een panter lijken. Achter hem zien we de kop van het Beest uit de aarde die we herkennen aan de grote ramshoorns als het Valse Lam Gods, de Antichrist. Daarachter zien we Satan als rode draak.

De draak en het Beest uit de zee worden door twee duivels met mestvorken in de hel bewerkt. Samen met al zijn volgelingen zal het hellegespuis voor eeuwig branden. 


Het laatste oordeel

Toen zag ik een grote, schitterende troon en Hem die daarop zetelde. De aarde en de hemel vluchtten weg van zijn aanschijn en hun plaats werd niet meer gevonden. [Dit is het eerste teken dat de oude schepping zal verdwijnen. Daarover wordt in het volgende hoofdstuk uitgeweid]. Ik zag de doden, groot en klein, voor de troon staan. De boeken werden geopend. Nog een ander boek werd geopend, het Boek des levens. De doden werden geoordeeld naar hun daden, zoals die in de boeken staan beschreven. De aarde en de zee gaven de doden terug en de dood en het dodenrijk gaven hun doden terug en zij werden geoordeeld op grond van hun daden.

Toen werden dood en dodenrijk in de vuurpoel geworpen. Dit is de tweede dood. Ieder van wie de naam niet in het boek des levens geschreven staat werd in de poel van vuur geworpen (Apoc. 20: 11-15). Dat is het definitieve eindvonnis voor hen van wie de naam niet voorkomt in het Boek des Levens.


ree

Bladvullende miniatuur met het Laatste Oordeel in de Beatus van Arroyo,

ca. 1220-1235


In het bovenste segment staan de uitverkorenen. We herkennen twee koningen aan hun kroon. Rechts daarvan staat een bisschop met een mijter en een staf. Rechts van de bisschop staat een tweede persoon met een staf. Omdat hij een kruinschering heeft herkennen we hem als abt.

 

ree

Detail 1 van de miniatuur met het Laatste Oordeel in de Beatus van Arroyo

 

Onder de uitverkorenen staan de verdoemden. Ook op dit detail van de miniatuur herkennen we een aantal personen aan de status die zij op aarde hadden. We herkennen abten, kloosterlingen en priesters aan hun kruinschering en een bisschop aan zijn mijter. Twee koningen gaan aan de groep vooraf.

Met een flink touw rondom hun hals zijn de zondaars aan elkaar vastgeknoopt. De duivel rechts in de marge van de voorstelling trekt de groep aan een touw naar zich toe…


ree

 Detail II miniatuur met het Laatste Oordeel in de Beatus van Arroyo

 

…. en wijst dwingend en met satanisch genoegen op de weg die zij moeten gaan. De bisschop en de twee koningen kijken naar beneden. Met gebogen hoofd en met angst op het gezicht lopen zij de eeuwige ellende die hen wacht tegemoet. Op het rad onder hen zien zij de veroordeelden die met scherpe messen aan een rad zijn vast gespiesd. Een duivel draait het grote rad met de lichamen van de verdoemden door de eeuwige vlammen.

De koningen zien ook de tweede duivel die met een knuppel lustig op het lichaam van de verdoemde slaat die zich nu boven op het rad bevindt.

Het kan echter nog gruwelijker! In het rad zien we volop verminkte lichaamsdelen die door de messen werden afgesneden: hoofden, handen en voeten en armen en benen. Alleen al dit beeld moet voldoende zijn geweest om de mensen te waarschuwen zich te gedragen: de straffen in de hel zijn afschuwelijk.


ree

 Detail III miniatuur met het Laatste Oordeel in de Beatus van Arroyo

 

ree

Detail IV miniatuur met het Laatste Oordeel in de Beatus van Arroyo

 

In de muil van het Hellemonster ondergaan de veroordeelden hun lot. Links staat een groep in de vlammen. De persoon rechts typeert de zonden van de groep. Hij draagt een gouden ketel aan een riem om zijn nek. Net als de anderen van de groep heeft hij zijn geld en goud alleen voor zichzelf gebruikt. Hij heeft zich niets gelegen laten aan de armoede van zijn naasten die het minder goed hadden. Nu zullen zij het zware gouden vat dat door de vlammen gloeiend heet is geworden als een eeuwig juk met zich mee moeten torsen.


ree

Laatste Oordeel, miniatuur in de Manchester Beatus/ Manchester Codex, tweede helft van de twaalfde eeuw, John Rylands Library, Manchester, Engeland

 

Op de linkerpagina verschijnt de Goddelijke rechter in het bovenste segment. Hij wordt geflankeerd door twee engelen. De mensen onder hem dragen allen een boek. Het zijn de boeken met de leer van Jezus die zij op aarde hebben nagevolgd en verspreid en velen van hen zijn gestorven als martelaar. Vanwege deze verdiensten behoren zij bij het Laatste Oordeel tot de groep uitverkorenen.


ree

Rechterpagina van de miniatuur met het Laatste Oordeel

in de Manchester Beatus

 

In de twee segmenten aan de bovenkant van dit detail zien we twee lange rijen met verdoemden. Deze rijen lijken sterk op de rijen mensen die op het portaal in Arles in de richting van de hel lopen.


ree

Detail I rechterpagina van de miniatuur met het Laatste Oordeel in de Manchester Beatus

 

De verdoemden worden massaal in de hel geworpen waar de vlammen om hen heen slaan

 

ree

Detail II rechterpagina van de miniatuur in de Manchester Beatus

Satan staat wijdbeens op de kop van het Hellemonster. Met twee grote poken harkt hij de verdoemden vanuit de vlammen naar het vuur in de bek van het ondier.


ree

Miniatuur met Laatste Oordeel, in de Galicische Apocalyps

 

Johannes ziet dat de Goddelijke rechter is verschenen en het definitieve oordeel uitspreekt. De mensen daaronder zijn in drie groepen verdeeld. Onder de voeten van de rechter bevinden zich de verdoemden. Zij staan al in de bek van het Hellemonster...


ree

 Detail miniatuur in de Galicische Apocalyps met het Laatste Oordeel


... In de vlammen zien we nog heel wat hoofden van zondaars die voor eeuwig zijn veroordeeld tot de hel.

Links verrijzen mensen op die op zee waren verdronken en rechts de mensen die op aarde omkwamen: De zee en de aarde gaven de doden terug (Apoc. 20: 13).

Bij de drie groepen treffen we een groot aantal geopende boeken aan: De boeken werden geopend. Nog een ander boek werd geopend, het Boek des Levens. De doden werden geoordeeld naar hun daden, zoals die in de boeken beschreven stonden… en zij werden geoordeeld op grond van hun daden (Apoc. 20: 13).

 

ree

Miniatuur in de Apocalyps van de Cloisters met het Laatste Oordeel

 

Op de voorstelling van het Laatste Oordeel in de Apocalyps van de Cloisters zien we een rudimentair schema dat de grondslag vormde voor het Laatste Oordeel dat in het Westen op gotische timpanen veel werd toegepast. Hoog boven de aarde zetelt Jezus als rechter op een regenboog. Vanuit zijn standpunt staat aan zijn rechterzijde de groep met de uitverkorenen, ieder met een boek in de handen. De verdoemden kregen een plaats toegewezen aan de linkerhand van de rechter. Daar opent het Hellemonster zijn vuurspuwende bek. In de vlammen zien we een flink aantal koppen. Ook de mensen die staan worden een prooi van het hellevuur. Op het rotsblok in het midden liggen de boeken met hun levenswandel. Daarin werden niet voldoende aanwijzingen gevonden om hen er bij het Laatste Oordeel goed vanaf te laten komen.  

 

 De beschrijving van het Laatste Oordeel door Johannes én ook de beschrijving in de hoofdstukken vierentwintig en vijfentwintig in het Evangelie van Mattheus zijn het uitgangspunt geweest voor een ontelbaar aantal kunstwerken met dit onderwerp. Vanaf de vroegste voorbeelden in Beatus-handschriften heeft het thema in de beeldende kunst tot op heden een eeuwenlange ontwikkeling doorgemaakt. Enkele beroemde Romaanse en gotische timpanen met het Laatste Oordeel werden in deze blog al enkele keren uitgebreid besproken. Zie de artikelen:

  • Romeinse en Romaanse kunst in de Provence deel II: de terugkeer van de Mensenzoon: het portaal met het Laatste Oordeel van de kerk Saint Trophime in Arles, gepubliceerd op 15 juli 2023. 

  • Romaanse kunst in Zuid-Frankrijk IV: De Abdijkerk Saint-Pierre in Moissac, portaal en timpaan, gepubliceerd op 30 september 2023.

  • Het Laatste Oordeel van het timpaan van de Kloosterkerk Sainte Foy van Conques, gepubliceerd op 7 oktober 2023.


De Vlaamse Apocalyps

ree

Miniatuur in de Vlaamse Apocalyps met een

samenvattende voorstelling bij de tekst van hoofdstuk twintig

 

ree

Detail 1 van de miniatuur in de Vlaamse Apocalyps met het Laatste Oordeel

 

Met de miniatuur in de Vlaamse Apocalyps (tussen 1377 en 1382) zijn we al wat verder in de ontwikkeling van de iconografie van het Laatste Oordeel. Jezus verschijnt in een mandorla en zetelt op een dubbele regenboog die symbolisch het hele universum omspant. Uit beide mondhoeken komen twee zwaarden. Veel vaker komt in de tijd dat de Vlaamse Apocalyps werd vervaardigd alleen een zwaard uit de linker mondhoek. De linkerkant van de rechter is de plaats waar de zondaars zich moesten verzamelen. In het vijfentwintigste hoofdstuk van het Evangelie van Mattheus wordt ook geschreven over de terugkeer van Jezus op aarde en het Laatste Oordeel. Dan zal de Mensenzoon in al zijn heerlijkheid komen. Alle volkeren zullen zich voor hem verzamelen. Vervolgens maakt hij als een herder een scheiding tussen de schapen (de uitverkorenen) en de bokken (de verdoemden). De schapen worden aan zijn rechterhand geplaatst en de bokken aan zijn linkerhand. (Mattheus 25: 31-33)

Symbolisch staat het zwaard bij het Laatste Oordeel voor de straf van God. Aan de rechterkant is het in de tijd van de Vlaamse Apocalyps al gebruikelijk dat uit de rechtermondhoek van Jezus een lelie tevoorschijn komt. De bloem verwijst bij het Laatste Oordeel naar de vergevingsgezindheid van God.

Jezus draagt een de doornenkroon. Er zijn nog andere zaken die verwijzen naar het lijden van Jezus: we zien de bloedende wond in de rechterzijde die een Romeinse soldaat met zijn lans tijdens de kruisiging heeft aangebracht en de wonden die zijn veroorzaakt door de spijkers waarmee de voeten aan het kruis werden genageld.

Het zijn de sporen van het lijden van Jezus waarmee de overwinning op de dood werd bewerkstelligd. Door het gebrachte offer van Jezus konden zonden van de mensen worden vergeven.


ree

Detail II van de miniatuur in de Vlaamse Apocalyps met het Laatste Oordeel

 

Onder de voeten van de rechter staan de mensen op uit de aarde. Rechts bevinden zich de verdoemden, ze smeken om genade, maar het is te laat! Rechts staat het Hellemonster klaar om hen te verslinden.

Linksonder verschijnt de engel met de sleutel van de afgrond en een grote keten om Satan voor duizend jaar vast te ketenen en op te sluiten.


ree

Detail III van de miniatuur in de Vlaamse Apocalyps met het Laatste Oordeel


Rechts van zijn onderaardse kerker wordt Satan vrijgelaten. Hij trekt met zijn leger op naar Jeruzalem en belegert de stad. Het zou zijn laatste daad van agressie zijn tegen de Kerk en de volgelingen van Jezus.

N.B. Over twee of drie weken verschijnt het artikel over de laatste twee hoofdstukken van de Apocalyps. Het zijn twee korte hoofdstukken die goed bij elkaar passen en dus goed in één artikel kunnen worden behandeld .



 

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page