Inleiding, aankomst in Conques
Wanneer we bij Conques aankomen moeten we in de zomermaanden de auto buiten het dorp parkeren. Fantastisch! Het is namelijk werkelijk geen straf dat we een mooi stuk door de bebouwde kom van het dorp moeten lopen.
De middeleeuwse Romaanse Brug over de Dourdou, of
de Brug van de pelgrims naar Santiago de Compostella
Wanneer u te voet vanuit de westzijde Conques nadert, loopt u eerst over de Romaanse brug over de rivier de Dourdou. Wanneer u die brug oversteekt bereikt u de eerste huizen van het dorpje. Al lopend proeft de bezoeker de sfeer van wat wel ‘het mooiste middeleeuwse dorpje van Frankrijk’ wordt genoemd. Maar goed, dat predicaat hebben - vaak terecht - wel meer dorpjes in Frankrijk!
Wanneer we vanaf de brug min of meer rechtdoor lopen komen wij bij de Rue Charlemagne en lopen we onder De Porte du Barry door in de richting van de kerk. In de verte zien we al een van de torens en een deel van de westzijde van de kerk van Sainte-Foy.
Slenterend door het dorpje zien we vanaf veel plaatsen de contouren en de torens van de L'église abbatiale de Sainte-Foy de Conques.
L'église abbatiale de Sainte-Foy de Conques
Relikwieënbeeld van Sainte Foy van Conques
De Romaanse kloosterkerk van Conques is gewijd aan Sainte Foy van Conques, de patroonheilige van het plaatsje en van het klooster. De naam van de heilige is afgeleid van het Latijn Sancta Fides: heilig Geloof, in het huidige Frans: Sainte Foi. In het Nederlands wordt wel gesproken over de heilige Fides. Ik houdt het op Sainte Foy. Eigenlijk is 'Sainte Foy van Conques' vollediger. Er zijn namelijk meer heiligen met de naam Sainte Foy.
Het verhaal over Sainte Foy vertelt over een twaalfjarig christelijk meisje dat in 303 op een verschrikkelijke manier de marteldood is gestorven in Agen, een plaatsje op ongeveer 200 km ten zuidwesten van Conques. In de verhalen wordt gesproken over een buitengewoon standvastig meisje, dat ondanks het opvoeren van de martelingen bleef volharden in haar geloof.
Het staat vast dat in Conques al in de achtste eeuw een bloeiende kloostergemeenschap kende. Voor het aanzien van een abdij of van een kerk was het indertijd van groot belang om een tot de verbeelding sprekende relikwie in huis te hebben. Die had men hier echter nog niet! Blijkbaar was het geen enkel probleem om de stoffelijke resten van Sainte Foy in 866 heimelijk bij geloofsgenoten in het klooster in Agen op te halen. Een handige monnik van het klooster in Conques zou hiervoor verantwoordelijk zijn geweest.
Dankzij de aanwezigheid van relieken kwamen bedevaartgangers naar Conques. Die moesten daar natuurlijk ook eten, drinken en overnachten; er ontstond een klein dorpje rondom de abdij. De rijkdom in Conques nam toe nadat in middeleeuwse reisgidsen ten behoeve van pelgrims, die op weg waren naar Santiago de Compostella werd opgemerkt dat het een dure plicht is om in Conques bij de relieken van Sainte Foy te bidden en te mediteren en zich haar voorbeeld van standvastigheid in te prenten. De eerste reisgidsen over de tocht door Frankrijk verschenen vanaf de twaalfde eeuw. De kloostergebouwen werden te klein om de toestroom van pelgrims op te vangen. In diezelfde eeuw kon een begin worden gemaakt met de huidige Romaanse abdij en de kloosterkerk worden gebouwd.
De lichamelijk resten van Sainte Foy werden vanaf de negende eeuw opgesteld in een reliekenbeeld dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven.
Reliekschrijn van Sainte Foy, houten beeld beslagen met gouden plaatjes, waarin edelstenen van verschillende kleur zijn ingelegd, hoogte ca. 80 cm., negende en tiende eeuw, schatkamer van het klooster van Sainte Foy.
Het beeld van de heilige is in een hoge armstoel geplaatst. De edelstenen zijn giften van pelgrims.
In het beeld is een deel van de schedel van Sainte Foy opgenomen. Tussen de openingen in de kroon is die schedel goed zichtbaar.
Relikwieënbeeld van Sainte Foy van Conques, opgesteld in de abdijkerk (in gepantserd glas) gedurende de feestdagen van Sainte Foy.
Voor de borst van het beeld is een aparte reliekschrijn ingepast. Achter het glas zien we nog iets van de botten van de heilige.
In beide handen draagt het beeld twee smalle vaasjes waarin rozen worden geplaatst.
Mis in de abdijkerk ter gelegenheid van de feestdag van Sainte Foy
In Conques wordt de herinnering aan Sainte Foy het hele jaar levendig gehouden, maar vooral gedurende de dagen rond de datum van het verschijnen van dit artikel. Elk jaar, op zondag 6 oktober of de eerste zondag ná 6 oktober is het hoogtepunt van de feesten rondom de heilige. Ter gelegenheid van die feestdag wordt de reliekschrijn in een plechtige processie vanuit de schatkamer van de abdij overgebracht naar het koor van de kloosterkerk. Dit jaar begonnen de religieuze festiviteiten rondom de feestdag van Sainte Foy op 6 oktober en komen tot een hoogtepunt met plechtige vieringen en festiviteiten op zondag 8 oktober ... morgen dus!
Processie op de feestdag van Sainte Foy
Op de feestdag van Sainte Foy treedt een stoet met monniken, geestelijken, hoogwaardigheidsbekleders, plaatselijke gelovigen en bedevaartgangers met de reliekschrijn van Sainte Foy naar de ingang van de Abdijkerk. Alvorens de kerk binnen te gaan trekt men onder het timpaan door met het Laatste Oordeel. De deelnemers aan de processie zullen vast een blik werpen op de voorstelling van Sainte Foy op het timpaan. Knielend voor de hand van God ontvangt zij als beloning voor haar standvastigheid in het geloof zijn zegen.
Het timpaan van het Laatste Oordeel in Conques
Timpaan van de Abdijkerk van Sainte-Foy van Conques met
het Laatste Oordeel, 673 x 363 cm., ca. 1100
Het timpaan is aangebracht direct boven de niet al te hoge houten deuren van de kerk. Vanaf het pleintje vóór de kerk is alles met het blote oog goed te zien. Het valt meteen op dat delen van de oorspronkelijke kleurrijke beschildering bewaard is gebleven.
Het Laatste Oordeel
Voordat de middeleeuwse gelovige de kerk binnen ging werd hij geconfronteerd met het meest onheilspellende wat hij zich kon voorstellen. Hij stond oog in oog met de wereldrechter op het einde der tijden en met de hel en zijn bewoners. De straffen moesten vanzelfsprekend zo gruwelijk mogelijk worden uitgebeeld om de beschouwer een idee te geven van de ellende die hem te wachten staat wanneer hij zondigt tegen de wetten van God.
De zondaar hoefde zich weinig illusies te maken over hetgeen hij kan verwachten wanneer hij zijn leven niet betert! Zo kon en kán hij nog steeds op de tekstbalk helemaal onderaan op het reliëf in het timpaan van de kerk van Sainte Foy lezen: O PECCATORES, TRANSMUTETIS NISI MORES IUDICIUM DURUM VOBIS SCITOTE FUTURUM: O zondaars, besef welk een vreselijk oordeel u te wachten staat, als gij uw manier van leven niet grondig verandert.
Zoals in zoveel timpanen boven de ingangen van middeleeuwse kerken troont ook in Conques in het midden van het timpaan Christus als rechter in een mandorla. (Een amandelvormige nimbus die het gehele lichaam omgeeft.) Gelukkig zijn er ook heiligen die om voorspraak bidden, zoals Sainte Foy!
Het is naar mijn gevoel opmerkelijk dat de patroonheilige van een kerk in het timpaan met het Laatste Oordeel zo’n belangrijke rol speelt zoals we dat in Conques zien.
Sainte Foy als voorspeekster
Sainte Foy krijgt de zegen van God, Reliëf aan de linkerkant van het timpaan, iets onder het midden.
We moeten ons voorstellen dat met het bovenstaande reliëf de situatie is nagebootst zoals die in de middeleeuwen in de kerk in Conques was. Het Relikwieënbeeld van Sainte Foy stond in die tijd opgesteld op het altaar van de kerk. Op de voorgrond van het reliëf zien we romaanse zuilen en bogen en op de achtergrond de muur van de kerk. De scène op het reliëf speelt zich af tussen de muur en de arcade, een aaneengesloten rij met bogen.
Sainte Foy is in de geest, van de stoel van haar relikwieënbeeld gekomen. Zij knielt en buigt diep voor de hand van God. Zijn uitgestrekte hand is omgeven door een nimbus waarin we achter de hand een kruis herkennen. Het is dus de hand van Christus, de rechter van het Laatste Oordeel. De heilige bidt om voorspraak voor de zielen van de mensen waarover geoordeeld zal worden. Christus zegent de heilige en bevestigt daarmee dat hij haar voorspraak heeft gehoord en zal verhoren.
Achter Sainte Foy staat een stenen stoel. Met de hoge armleuningen heeft die stoel inderdaad wel wat weg van de stoel waarop het relikwieënbeeld van Sainte Foy in haar kerk stond opgesteld.
Boven de stoel hangen twee van de vier ketenen die op het reliëf zichtbaar zijn. De boeien getuigen van een andere vorm van voorspraak waar de heilige zich mee bemoeide. In die tijd kwam het voor dat moslims christenen gevangen namen om ze na betaling van losgeld vrij te laten. De ketenen zijn zichtbare tekenen van de succesvolle bemoeienissen van Sainte Foy. Dankbare vrijgelaten gevangenen pelgrimeerden naar Conques en lieten hun ketenen in de kerk van Sainte Foy achter.
Door tussenkomst van Sainte Foy konden ook zieken worden geholpen die in de kerk bij haar relikwieënbeeld om genezing smeekten. Enfin, er werd een zogenaamd Livre des Miracles bijgehouden. Dit wonderenboek getuigt van de vele genezingen van zieken en geesteszieken. In het boek lezen we dat ook gebeden op nog vele andere vlakken gehoor vonden bij de heilige.
Maar op het timpaan zal het vooral zijn gegaan om de rol van Sainte Foy bij een extra steuntje in de rug voor een positief oordeel op het einde der tijden.
Op het altaar van de kerk staat de Kelk van de Verlossing, de kelk met het bloed van Christus. Door zijn bloedige offer kan er genade vrijkomen.
De wederopstanding van de doden
Links- en rechtsboven in het timpaan zien we twee engelen die met hun bazuingeschal de komst van de Mensenzoon en het Laatste Oordeel aankondigen. Mattheus: “Dan zal hij zijn engelen uitzenden en onder luid bazuingeschal zullen alle volkeren uit de vier windstreken bijeen worden gebracht van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.” (Matheus 24: 31) Het moment is aangebroken dat de mensen zich voor hun daden moeten verantwoorden.
Op het bazuingeschal van de engelen worden de doden uit hun doodslaap opgewekt. Engelen tillen de deksels van de sarcofagen op en de doden kunnen met lichaam en ziel uit hun graven opstaan. Immers: “Wanneer de bazuin weerklinkt en het einde inluidt zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam.” (Eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs 15: 52-53)
Het kruis als overwinningsteken
Mattheus: “Dan zal aan de hemel het teken van de Mensenzoon zichtbaar worden, en dan zullen alle stammen van de aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel.” (Mattheus 24:30) Veel theologen gaan ervan uit dat met het ‘teken van de Mensenzoon’ wordt verwezen naar het kruis en ook naar de andere tekenen van het lijden van Jezus. Het zijn de lijdenswerktuigen waarmee Jezus de ultieme overwinning op al het aardse heeft bewerkstelligd, op het kwade, de zonde, de ziekte en de dood . De lijdenswerktuigen worden de gelovigen voorgehouden als teken van Jezus die er alles aan heeft gedaan om die overwinning te behalen. Nu is het aan hen om er bij het Laatste Oordeel goed vanaf te komen.
Boven het hoofd van Christus dragen engelen een groot kruis. Links lezen we onderop de dwarsbalk van dat kruis: (H)OC SIGNUM CRUCIS ERIT IN CELO CUM: Het teken van het kruis zal aan de hemel verschijnen.
Op de bovenkant van de dwarsbalk van het kruis: SOL (zon), LANCEA (lans), CLAVI (nagels), LUNA (maan).
De twee engelen die het kruis dragen houden ook de lanspunt en de spijker vast. Evenals het kruis verwijzen de lans en de spijker heel direct naar de kruisiging waarmee Jezus de overwinning heeft bewerkstelligd. De lans en de spijker behoren dus ook tot de tekenen van het lijden waarmee de Mensenzoon in de eindtijd verschijnt.
De personificaties van Zon en Maan verwijzen naar de zonsverduistering en de nachtelijke sfeer die over de aarde kwam op het moment dat Jezus aan het kruis stierf. De polychromie hult de zon in het donker terwijl de maan licht uitstraalt.
In de top van het kruis staat het kruisopschrift: (JESU) S REX IUDEORUM: Jezus, koning van de Joden. Ook dit verwijst naar de kruisiging van Jezus. Ook het kruis in de nimbus verwijst vanzelfsprekend naar de kruisiging.
Het oordeel en de definitieve scheiding
Christus met kruisnimbus als rechter van het Laatste Oordeel
In het centrum van het timpaan zetelt Christus als rechter in een door wolken omgeven mandorla: … zij zullen de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel.” (Mattheus. 24:30)
Hoofdstuk 25 van het Evangelie van Mattheus opent met twee verhalen waarin Jezus duidelijk maakt dat diegenen die de talenten die hij van God heeft gekregen niet goed gebruikt én degenen die zoals de vijf dwaze maagden niet waakzaam zijn, bij het Laatste Oordeel grote kans lopen een plaats tussen de verdoemden in de hel toegewezen te krijgen. Ook maakt Jezus duidelijk dat het van het allergrootste belang is het leven in dienst te stellen van de naasten. Hiermee moet duidelijk worden dat de gelovige zich moet houden aan de lessen en de leer van Jezus, anders: “… zal hij naar buiten worden gegooid, in de duisternis waar het gejammer en geknars van tanden is.” (Mattheus 25: 30)
'de Mensenzoon in zijn heerlijkheid ... op de troon van zijn majesteit'
Mattheus: “Wanneer de Mensenzoon in zijn heerlijkheid komt, en alle engelen met hem, zal hij plaatsnemen op de troon van zijn majesteit. En alle volkeren zullen voor hem samenkomen, maar hij zal ze van elkaar scheiden, zoals een herder een scheiding maakt tussen de schapen en de bokken. En de schapen zal hij aan zijn rechterhand plaatsen, de bokken aan zijn linkerhand. Dan zal hij tot degenen aan zijn rechterhand zeggen: “Kom tot mij gezegenden van mijn Vader.” Deze laatste woorden staan in het Latijn op het timpaan op de banderol die een engel aan de linkerkant van het hoofd van Christus vasthoudt. De tekst van Mattheus wordt in de Bijbel vervolgd met ‘… en neem deel aan het Koninkrijk dat al vanaf de grondvesting van de wereld voor u is bereid’. De opgeheven rechterhand van Christus mogen we opvatten als een gebaar van uitnodiging: ‘kom tot mij’.
“… En tot die aan zijn linkerhand zal hij dan zeggen: “Ga weg van mij.” Deze woorden lezen we in het Latijn op de banderol aan de rechterkant van het hoofd van jezus. In de Bijbel worden deze woorden bij Mattheus vervolgd met: ‘… vervloekten, in het eeuwig vuur dat is bestemd voor de duivel en zijn trawanten’.” (Mattheus: 25,31-46)
Christus houdt zijn linkerhand naar beneden en wijst op de taferelen in de hel. De naar beneden gerichte hand illustreert: ‘ga weg van mij'. Tegelijkertijd toont hij met die linkerhand de definitieve plaats waar de verdoemden zullen verblijven: 'het eeuwig vuur dat is bestemd voor de duivel en zijn trawanten’!
'Kom tot bij', links van Christus naderen een aantal uitverkorenen
De in een rechte band uitgeschreven tekst aan de linkerzijde van de opgeheven hand van Christus en boven de uitverkorenen: SANCTORUM COETUS STAT CHRISTO IUDICE L(A)ETUS: Het gezelschap van heiligen staat in blijdschap voor Christus de rechter.
Op het timpaan naderen vanaf de linker zijde van Christus een aantal uitverkorenen. De tekst op de banderollen die de engelen boven het hoofd van de uitverkoren dragen geven aan dat zij tijdens hun leven voor het goede zijn gegaan: CARITAS en HUMILITAS: Naastenliefde en Nederigheid. In dit verband betekent de deugd van de Nederigheid dat zij niet hoogwaardig tegen God in opstand zijn gekomen; zij hebben niet tegen de wetten van God gezondigd.
Het kan naar mijn gevoel niet anders dan dat op de plaatsen waar de tekst is verdwenen ‘FIDES’ (Geloof) en ‘SPES’ (Hoop) moet hebben gestaan. We hebben dan de drie goddelijke deugen: geloof, hoop en liefde waaraan de deugd van de nederigheid is toegevoegd. Opmerkelijk is dat Nederigheid niet behoort tot het rijtje van de traditionele zeven deugden! De eerste zonde van de mensen zou de hoogmoed zijn geweest. Hoogmoedig trokken Adam en Eva zich immers niets aan van het verbod en de waarschuwing van God: Als gij daarvan eet zal gij sterven. (Genesis: 3: 3)
Van rechts naar links herkennen we de uitverkoren: Maria, Petrus (met sleutel) en Antonius Abt. De heilige Antonius staat aan de basis van het kloosterleven in het Westen. Een inspirerend voorbeeld voor de monniken van het klooster Sainte-Foy. Hij leunt op zijn traditionele tau-staf (staf in de vorm van een T-kruis). Die persoon zou ook Dadon kunnen zijn, de legendarische kluizenaar die rond 800 op de plaats van zijn kluizenaarsverblijf het klooster zou hebben gesticht . Achter Antonius / Dadon loopt een abt die de hand van Karel de Grote (met keizerskroon) vasthoudt. De keizer heeft het klooster van Sainte Foy bescherming geboden en ook met giften gesteund. Tevens verrijkte hij de relikwieënschat van het klooster. Op het timpaan heeft hij een relikwiehouder in zijn handen. Met die bescherming en giften heeft de keizer zijn plaatsje in de hemel natuurlijk wel verdiend!
Rechts van de voorstelling van Christus als rechter lopen de wolken waarin hij verschijnt door. In die wolken (nou ja, eerder gestileerde golfjes) verschijnen ook vier engelen.
De engel linksboven draagt het Boek des Levens waarover Johannes schrijft: “De doden werden naar hun daden geoordeeld, zoals die staan opgeschreven in de boeken. … Ieder van wie de naam niet geschreven staat in het Boek des Levens, wordt in de poel van vuur geworpen.” (Openbaring 20: 12-15)
De engel met het brandende(?) zwaard en het schild (tekst op het schild is niet goed leesbaar) is een traditioneel beeld van de strijdende kerk.
De engel met het wierookvat staat voor de (aan)biddende kerk en de engel met de lans en het overwinningsvaandel verwijst naar de zege van de kerk en het ware geloof.
De uitverkorenen en de verdoemden krijgen hun definitieve plaats toegewezen
We zagen al dat Christus de zondaars met zijn linkerhand wijst op de plaats waar zij terecht zullen komen.
Op de langwerpige tekstband rechts van het hoofd van Christus wordt dat verwoord: HOM(I)NES PERVERSI SIC SUNT IN TARTARA MERSI: De onrechtvaardigen worden op deze manier in de hel (‘Tartara’: de Tartarus, het klassieke dodenrijk) gestort.
Het werd al vermeld dat de doden door het bazuingeschal van de engelen uit hun doodslaap worden opgewekt. De mensen worden verzameld voor de troon van de rechter en er zal een scheiding worden gemaakt tussen ‘de schapen en de bokken’. De schapen zal hij aan zijn rechterhand plaatsen en de bokken aan zijn linkerhand.
Precies onder de voeten van de hemelse rechter worden de zielen gewogen; het goede wordt tegen het kwade afgewogen. Wanneer de weegschaal uitslaat naar de engel heeft de ziel meer goede daden gedaan dan slechte, wanneer de weegschaal uitslaat naar de duivel is de ziel te veel bezwaard door de begane zonden! In het voorbeeld van het timpaan lijkt het goed te komen met de ziel! In een ultieme poging de balans toch nog naar zijn kant te laten doorslaan drukt de duivel met zijn vinger op de rand van de schaal. Dit motief van vals spel treffen we wel vaker aan op voorstellingen van het Laatste Oordeel.
Het onderste register van het timpaan wordt door een pilaar in het midden in tweeën gedeeld waardoor het paradijs en de hel van elkaar gescheiden zijn. Boven de pilaar worden de zielen gewogen. Daar wordt voor eeuwig bepaald naar welke kant de zielen worden gestuurd.
Links van de pilaar in het midden van het onderste register en precies onder Michael die de zielen weegt ontvangt een engel de zielen van de rechtvaardigen bij de geopende poort van de hemel. Achter die poort hebben een aantal uitverkorenen plaatsgenomen op hun hemelse zetel.
De hemel
In het midden van de hemelse arcade legt Abraham zijn handen op de schouders van twee uitverkoren.
De teksten op het timpaan verklaren weer veel van de voorstelling. De tekst begint boven de twee stangen met de ketenen van de vrij gelaten gevangenen, gaat daarna een trede lager en loopt door tot aan het midden, tot onder de rechter voet van Christus: SIC DATUR ELECTIS AD CELI GAUDIA V(E)CTIS GLORIA PAX REQUIES PERPETUUSQ(UE) DIES: Zo wordt vreugde in de hemel gegeven aan de uitverkorenen, aan hen die overwonnen hebben, [Samen met] heerlijkheid, vrede en rust en eeuwige dag.
Daaronder volgt de tekst vanaf links op het zadeldak tot in het midden:
(C)ASTI PACIFICI MITES PIETATIS AMICI SIC STANT GAUDENTES SECURI NIL METUENTES: De reinen van hart, de vreedzamen, de zachtmoedigen en de vromen verheugen zich aldus in veiligheid zonder iets te vrezen.
onder en rechtsboven de taferelen in de hel
De rechterhelft van het timpaan wordt voor het overgrote deel ingenomen door de hel. Net als de voorstelling van het paradijs begint de voorstelling van de hel onder de voorstelling van het wegen van de ziel door de Michael en de duivel. In het geval van de hel precies onder de voorstelling van de duivel.
Ook de poort van de hel staat wagenwijd open. Uit de opening steekt de kop van een afschuwelijk monster.
Midden boven wegen Michael en de duivel een ziel. Michael bevindt zich precies boven de uitverkoren die door een engel bij de hemelpoort worden verwelkomd. De wegende duivel zien we boven de scène die zich afspeelt voor de poort van de hel. Precies boven die wegende duivel begint de tekst: PENIS INIUSTI CRUCIANTUR IN IGINIBUS USTI DEMONAS ATQUE TREMUNT RAPACES SIC SUNT DAMPNATI CUNCTI SIMUL ET SCELERATI: Ze worden gemarteld, verbrand in vlammen. En ze beven voor de demonen en jammeren voortdurend. Dieven, leugenaars, hebzuchtigen en roofzuchtigen en criminelen, allen worden op deze manier verdoemd.
Direct rechts van de pilaar die hemel en de hel scheidt dwingt een duivel, met iets van een knots een van de verdoemden zich in de muil van het ondier te werpen. De ongelukkige buigt zich al naar voren, maar de weg wordt nog even versperd door de onderbenen en de voeten van een verdoemde waar het monster nog druk mee is!
In de hel, direct achter de poort zien we een verdoemde die de zonde van hovaardij op zijn geweten heeft. We herkennen hem als een ridder aan zijn maliënkolder. Trots zat hij hoog te paard, maar in de hel wordt hij er door een duivel met een tweetandige hooivork vanaf gestoten. Een andere duivel trekt hem aan zijn arm naar de grond. Hier is het gezegde ‘hoogmoed komt voor de val’ letterlijk in beeld gebracht.
folteringen in de hel
Rechts van de gevallen ridder zijn twee minnaars met een touw om de hals aan elkaar vastgebonden. Hier is de zonde deze vlezes, onkuisheid of de seksuele wellust in beeld gebracht. De straf daarvoor is blijkbaar dat het stel voor eeuwig aan elkaar is vastgeknoopt. De polsen van de man zijn ook vastgeknoopt. Hij zal zijn handen niet meer naar de vrouw kunnen uitsteken!
In het midden zetelt Satan op de troon van zijn dodenrijk. Als voetenbank gebruikt hij een mannelijke verdoemde die wordt vernederd. De zondaar die tijdens zijn leven op aarde trots en ijdel is geweest krijgt onder de voeten van de duivel in de vlammen een lesje in onderdanigheid.
Een duivel knoopt een verdoemde op aan een galg. Voor zijn borst hangt een zak met geld. Het is een vrek die al zijn geld heeft opgespaard en niets van zijn rijkdom met zijn behoeftige medemensen heeft gedeeld. Hij is veroordeeld voor de zonde van de gierigheid. Vanaf het linkerbeen van Satan en ook vanaf de paal waaraan hij wordt opgehangen kronkelen slangen die de aanval op de man inzetten.
Aan de voet van de paal van de galg zit een man in de vlammen; een duivel trekt de tong uit zijn mond. Hij heeft een zondig leven van leugen en bedrog achter de rug. Die zonden worden nu onmogelijk gemaakt door zijn tong uit de mond te trekken.
Detail van het timpaan van de kathedraal Saint-Étienne in Bourges, ca. 1270, Frankrijk
In de rechter benedenhoek van het timpaan in Conques zien we nog vaag de voorstelling van een man met een opgezwollen buik die in een kookpot wordt gegooid. Daarvan heb ik echter geen behoorlijke afbeelding! Daarom moeten we ons behelpen met een soortgelijke voorstelling op het laatgotische timpaan van de kathedraal Saint-Étienne in Bourges. In het midden van de voorstelling jammert een groepje vraatzuchtigen. Zij zijn door duivels in een kookpot geworpen. Langs de voorkant van de ketel klimmen een slang en twee padden naar boven. De padden hebben het gemunt op de tong van de man links en op een borst van de vrouw rechts.
Links en rechts van de kookpot zijn twee duivels bezig met blaasbalgen om het vuur nog eens flink aan te wakkeren. Boven de hoofden van de zondaars kiepen duivels nog een ziel in de kookpot. Ook hij zal de straf voor gulzigaards en vraatzuchtigen in de hel ondergaan. Hij zal klaargemaakt worden als maaltijd voor duivels in de hel.
Op het timpaan in Conques zien we boven de straf van de gulzigaard in de helse kookpot twee duivels die het lichaam van een man aan het spit hebben gebonden. De demonen zijn nu bezig zijn lichaam in het vuur rond te draaien en te roosteren. Een giftige pad kruipt naar zijn mond. Natuurlijk wordt ook hem de zonde van de vraatzucht aangerekend. Hij wordt nu zelf als een duivelse maaltijd toebereid.
Op het reliëf links daarvan zijn weer twee duivels bezig met een tang de tong bij een verdoemde uit de mond te trekken. (zie de overzichtsfoto ‘folteringen in de hel’) Er zijn veel zonden met de mond denkbaar. Hier valt te denken aan bijvoorbeeld intrige of kwaadsprekerij.
Nog meer taferelen in de hel
In het segment boven de man aan het spit worden nog tal van helse kwellingen getoond. Ik heb er niet direct een specifiek type zonde in kunnen herkennen, maar het is wel duidelijk dat de duivels met groot genoegen en daadkracht bezig zijn met het folteren van zondaars.
Iedereen die onder deze helletaferelen doorliep moet toch wel bedacht hebben dat op z’n minst één van de voorgestelde straffen op hem van toepassing is!
De woorden op het timpaan direct boven de ingang van de kerk zullen de mensen na het zien van de ellende in de hel zeker hebben aangesproken. Als afsluiting daarom nog maar een keer: O PECCATORES, TRANSMUTETIS NISI MORES IUDICIUM DURUM VOBIS SCITOTE FUTURUM: O zondaars, besef welk een vreselijk oordeel u te wachten staat, als gij uw manier van leven niet grondig verandert.
Gebruikte Literatuur
- Michel Pastoureau, Tympans et portails romans, Parijs, 2014
- ds. Dick Wursten, Conques, het timpaan, de grote scheiding, geplaatst op internet 2001, bijgewerkt in 2008 en 2023.
- Internet, zonder vermelding van naam of datum van plaatsing: Analyse de l'écoinçon de sainte Foy - Le tympan de Conques
- Internet, zonder vermelding van de naam van de auteur of datum van plaatsing: Het timpaan van de abdijkerk te Conques. Dit artikel heb ik gebruikt bij de vertalingen van de teksten.
Comentários