Pasen 2025, dood en leven op het kruis
- Paul Bröker
- 19 apr
- 21 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 dagen geleden
Het mysterie van de opstanding van Jezus symbolisch inzichtelijk gemaakt door de feniks, een pelikaan en een leeuw

Fra Angelico, detail van de kruisiging met een nest van een pelikaan die haar jongen voedt, tussen 1419 en 1424
Inleiding; wat wordt er met Pasen gevierd?
Nog niet zo lang geleden konden we, als ik mij niet vergis in dagblad Trouw de resultaten lezen van een onderzoek naar de beleving van het Paasfeest.
Onderzoekers stelden de vraag: “Wat wordt er met Pasen gevierd?” Het resultaat was dat bijna de helft van de mensen antwoordde: “de kruisdood van Jezus!” Ik heb niet de illusie dat het percentage respondenten dat wél het goede antwoord gaf sindsdien is gestegen. Hoog tijd om in het paasartikel van dit jaar aandacht te besteden aan het geloof dat Jezus drie dagen na zijn kruisiging is opgestaan uit de dood. Daarmee wil ik niet beweren dat de lezer van deze blog het antwoord op de vraag van de onderzoekers niet zou hebben geweten. Zie het artikel van mijn kant maar als een speels en aanmoedigend schrijfsel om een en ander aan uw kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen of gewoon aan de jeugd van tegenwoordig door te vertellen.
Pasen en de viering van nieuw leven
Pasen is een lentefeest dat valt op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. In 2025 viel de eerste volle maan na het begin van de lente. Dat was dit jaar 13 april en dus is het morgen eerste paasdag. Om het wat ingewikkelder te maken zijn er op deze berekening enkele uitzonderingen. Pasen kan in ieder geval niet vroeger vallen dan 22 maart en niet later dan 25 april.
Zo ongeveer die periode werd al in de klassieke tijd en ook onder andere bij de Germanen opgevat als een periode van nieuw leven. De dagen worden langer en er werden feesten gevierd waarbij de terugkeer van de zon en de overwinning op de duisternis en op duistere machten centraal stond. De paasvuren die ook dit jaar blijkbaar toch weer mogen worden ontstoken gaan terug op de lentevuren uit de Germaanse tijd.
De lente is de tijd waarin alles in de natuur weer tot leven komt, de dieren krijgen jongen en na een periode van schijndood lopen de bomen weer uit, de gewassen op het land schieten uit de grond, de planten komen in bloei en de vogels zingen hun hoogste lenteliederen en leggen hun eieren. De betekenis van paaseieren moet ook worden gezien in het licht van het nieuwe leven; dat immers uit eieren voortkomt.
In de tijd dat we nog makkelijk naar Rusland konden gaan heb ik meerdere keren het Russische Paasfeest meegemaakt. Men bezoekt op die dag de graven van overleden dierbaren. Rondom die graven eten de mensen eieren en er worden eieren op de graven gelegd. Dit alles in de traditionele geloofsovertuiging dat hun naasten net als het nieuwe leven dat uit een ei tevoorschijn komt, uit de dood zullen opstaan.
De periode 22 maart-25 april met uitlopers in de maand mei is ook nu nog de tijd van bloemencorso’s, het plaatsen van de meiboom en van feesten waarbij de vruchtbaarheid van het land, de dieren en ook de mensen centraal staan. Door dat laatste staat voor velen ook het vieren van de liefde centraal bij de lentefeesten.
Roemrucht zijn wat dat betreft de Ludi Florales in Rome waarbij de godin Flora centraal staat. Zij waakt over vruchtbaarheid, het ontluiken van de natuur en alles wat groeit en bloeit: bloemen, vruchtbomen, planten en gewassen, de tuinen en de velden. Om de godin gunstig te stemmen werden haar gedurende de lente bloemenoffers gebracht en uitbundige feesten gevierd.
De Ludi Florales is van oorsprong een vruchtbaarheidsfeest waarbij de vruchtbaarheid van Moeder Aarde centraal stond. Niet gek dat tijdens de Ludi Florales ook de liefde tussen man en vrouw veel aandacht kreeg. Dat liep blijkbaar af en toe zo uit de hand dat er geregeld een verbod kwam op het al te uitbundig vieren van de lichamelijke liefde tijdens de Ludi Florales.

Hobbe Smith, Ludi Florales in Rome, 1898
Het vieren van de lente is vanouds in ieder geval geen feest waarbij de dood centraal staat. Met Pasen wordt alleen al daarom zeker niet de dood van Jezus herdacht, maar het heugelijke feit dat de mens Jezus uit de dood is opgestaan en dat de mensen door zijn dood hem kunnen volgen in de opstanding uit de dood: het begin van een nieuw en beter leven bij God.
Net als vrijwel alles in de natuur stilligt en dood lijkt en daarna weer tot leven komt was Jezus als mens gestorven en drie dagen later uit de dood opgestaan. Daar gaat het in dit artikel om! We zullen zien dat de voorstelling van de mythische vogel feniks die zich in de vlammen stort, de voorstellingen van een pelikaan die haar jongen voedt en een leeuw met welpen de overwinning op de dood symboliseren.

Op de foto kijken wij naar het iconografisch buitengewoon interessante beeldhouwwerk van het Portaal van de Maagd van de Kathedraal Saint-Étienne in Metz. Het uitgangspunt voor dit artikel zijn drie reliëfs die zich aan de linkerkant van het portaal bevinden.
Onder de grote beelden van rechtopstaande heiligen bevinden zich elf, kleine driehoeken die met de punt naar beneden rusten op zuiltjes. Op de reliëfs in die driehoeken zijn op deze overzichtsfoto nauwelijks zichtbare voorstellingen aangebracht met symbolische onderwerpen. Het gaat in dit artikel over de reliëfs met de feniks, een pelikaan en een leeuw. We zullen zien dat het symbolische voorstellingen zijn van de opstanding van Jezus en ook van de opstanding van de mensen uit de dood.

De feniks, een pelikaan en hieronder een leeuw, reliëfs op de linkerzijmuur van het Portaal van de Maagd van de Kathedraal Sint Etiënne in Metz, Frankrijk. 19e-eeuwse kopieën naar 14de-eeuwse originelen.
De feniks heeft zich in de vlammen geworpen en de pelikaan is haar jongen aan het voeden. De drie uit de dood opgewekte welpen van de leeuw van het 14de-eeuwse reliëf werden helaas niet overgenomen op de 19de-eeuwse kopie.

De Physiologus
De verhalen waarom het bij de drie dieren gaat treffen we aan in de Physiologus, een boek over de natuur en vooral over dieren. Het boek informeert de lezer over het uiterlijk en het gedrag van bestaande en niet-bestaande dieren. De samensteller baseerde zich op klassieke zogenoemde bestiaria, boeken over dieren. Van belang is dat de verhalen vaak worden voorzien van een zekere moraal.
Het boek kende waarschijnlijk zijn eerste, Griekse uitgave in de tweede of derde eeuw n.Chr. in de Egyptische stad Alexandrië. De tekst was blijkbaar erg populair. Later verschenen er Latijnse uitgaven. De eerste vertaling in het Latijn dateert van omstreeks 400 n.Chr. Ook zijn vertalingen bekend uit de vijfde eeuw in het Armeens, het Ethiopisch en het Syrisch. In de loop der tijd verschenen er steeds meer uitgaven van de Physiologus met nieuwe verhalen, maar vooral ook met aanvullingen op de oorspronkelijke vertellingen. Daarom is het vaak niet meer te achterhalen waar die verhalen vandaan kwamen, wat de vroegste versie is van een verhaal en wie de vroegste auteurs waren van de verhalen.
In de vroegchristelijke tijd en in de middeleeuwen bleven de verhalen onverminderd populair. De verhalen werden de gelovigen steeds meer voorgehouden als metafoor zodat ze konden worden gebruikt om christelijke geloofsmysteries en christelijke leerstellingen inzichtelijk te maken. Zo zullen we als eerste zien dat het verhaal van de feniks die na drie dagen uit de as herrijst wordt gebruikt als een metafoor van Jezus’ opstanding uit de dood.
De feniks: symbool van vernieuwing en wedergeboorte

Reliëf met de Feniks, Portaal van de Maagd, Kathedraal van Metz
We kennen de uitdrukking “als een feniks uit de as herrijzen”. We bedoelen daarmee te zeggen dat iemand weer helemaal tot bloei kan komen wanneer hij/zij bijvoorbeeld een ellendige periode heeft doorgemaakt en dat daarna het leven hem weer toelacht. De uitdrukking werd mooi gebruikt in de NOS-reportage waarin verslag werd gedaan van de opening van de gerestaureerde Notre Dame in Parijs nadat de kerk na een vernietigende brand weer uit zijn as was herrezen.
Bij verschillende klassieke auteurs zoals Herodotus, Ovidius en Plinius de Oudere lezen we uiteenlopende verhalen over het niet bestaande fabeldier. De Griekse historicus Herodotus (ca. 485 - ca. 425 v.Chr.) vertelt het verhaal over de feniks, maar hij is kritisch! Hij laat de lezer weten dat hij er geen barst van gelooft.
De Physiologus vat een en ander samen en vertelt over een vogel die enig is in zijn soort en leeft in cycli van 500 jaar. Plinius noemt een cyclus van 540 jaar. Daarna keert het beest terug naar de plaats van zijn nest waar het dier een soort van brandstapel maakt uit welriekende takken, mirre en wierook. Nadat de zon het vuur heeft ontstoken werpt de feniks zich in de vlammen en verbrandt. Na drie dagen rijst een totaal verjongde vogel op uit de as. Dit alles zou zich in een eeuwige cyclus van 500 jaar herhalen. Op deze manier staat de vogel die uit zijn as opstaat al in de klassieke oudheid symbool voor verjonging, vernieuwing, onsterfelijkheid en eeuwigheid.
De feniks was zo schuw, zo lezen we, dat niemand de vogel ooit had gezien. Dat geeft natuurlijk ruimte voor grote verschillen in het uiterlijk van het dier. Zo wordt de mythische vogel onder andere beschreven als een bontgekleurde vogel met lange poten als van een kraanvogel of een reiger, maar ook wel als een paars gekleurde arend met een krachtige snavel en de poten van een roofvogel. Volgens sommige bronnen zou het dier leven van de lucht. Plinius vermeldt dat de kop van de feniks wordt gesierd met een kuif van veren.

In het Oude Rome werd de feniks ook symbool voor de zich steeds vernieuwende kracht van het Romeinse Rijk. Dat is te zien op munten uit de keizertijd. Veilingcatalogus: “De munt werd geslagen in 347 ter gelegenheid van de 1100ste verjaardag van de stichting van Rome. De Feniks staat op een piramidale brandstapel. Rond zijn kop is een stralenkrans aangebracht.”
De vier klassieke kerkvaders Ambrosius, Augustinus, Hieronymus en Gregorius worden als ‘klassiek’ opgevat omdat zij aan de basis staan van de klassieke christelijke, Roomse theologie en omdat zij als laat-klassieke christelijke filosofen nog heel erg steunen op ideeën van filosofen uit de Griekse en Romeinse oudheid. Zij nemen ook verhalen uit de klassieke mythologie over, die dan wel op een christelijke manier worden uitgelegd. Zo namen de kerkvaders uit de klassieke tijd de feniks over als een symbool van onsterfelijkheid. Zij voegden daaraan de onsterfelijkheid van de menselijke ziel toe.
Natuurlijk ook vanwege de periode van drie dagen die ligt tussen de dood en opstanding van Jezus én de drie dagen tussen de dood van de feniks en zijn herrijzenis uit de as, zagen de vroege christenen in het verhaal een metafoor van Jezus' opstanding en overwinning op de dood. We moeten daarbij wel voor ogen houden dat die tijdspanne van drie dagen pas wordt genoemd in de uitgaven van de Physiologus waarin de teksten op een christelijk worden geduid! Daar was natuurlijk enige aanpassing van de tekst voor nodig. Zo kunnen we lezen dat de mythische vogel zich uit vrije wil in de vlammen stort en op eigen kracht tot leven komt. Na dat te hebben vermeld verwijst de, laten we het maar noemen ‘Christelijke Physiologus’, naar de tekst uit het Johannes-evangelie waarin Jezus over zichzelf zegt: “Ik geef mijn leven om het weer terug te nemen. Niemand neemt het van mij af, maar ik geef het uit mijzelf; ik heb de macht om het te geven en de macht om het weer terug te nemen. Dat is de opdracht die ik van mijn vader ontving” (Joh. 10: 17-18). In het feit dat Jezus het leven geeft en het weer terugneemt wordt in de Christelijke Physiologus een overeenkomst opgemerkt met de feniks die in het verhaal de mogelijkheid had zichzelf het leven te geven en het weer terug te nemen.

Romeins, waarschijnlijk vroegchristelijk vloermozaïek met de vogel feniks, ca. 350, Archeologisch Museum van Aquileia, Italië
De meest gebruikelijke voorstelling van de feniks laat zien hoe het fabeldier uit de vlammen herrijst. Behalve de twee lange enigszins bruine poten van de vogel stellen de verticale oranjerode banen de vlammen voor waarin de feniks zich stort om weer herboren te worden. De rode veren die uit de kop steken doen denken aan de ‘kuif van veren’ die Plinius vermeldt. De goudgekleurde stralenkrans rond de kop van het dier op het mozaïek doet vermoeden dat wij te maken hebben met een symbolische voorstelling van Jezus. De stralenkrans hoeft echter niet per se op Jezus te wijzen. In de Egyptische cultuur werd de stralenkrans al gebruikt als beeld van de zonnegod Ra en als symbool van eeuwigheid. Dit werd in de Griekse en Romeinse kunst en later in de christelijke kunst overgenomen.
Egypte en vooral de stad Heliopolis met de tempel van de zonnegod worden in de klassieke bronnen genoemd als de plaats waar de dood en de herrijzenis van de feniks zich afspeelt.

De mythische vogel is ook te zien op dit 5de-6de-eeuwse Byzantijnse mozaïek in de Petrakerk in Jordanië, maar dan zonder de vlammen. Boven de feniks wordt in het midden van het mozaïek de personificatie van de lente voorgesteld; de vrouw draagt toepasselijk een mand of schaal met bloemen en vruchten. Zowel de mythische vogel als de vrouw verwijzen naar een nieuw leven dat als het ware uit de dood is opgestaan.

Apsis mozaïek in de kerk van Cosmas en Damianus, 526-530, Rome
Op het mozaïek is in het midden de verrijzenis van Jezus voorgesteld. Hij wordt deels door rode wolken opgenomen. Dat verwijst naar het moment van de vroege morgen van Pasen waarop de opstanding plaatsvond. De evangelisten schrijven immers dat op de vroege morgen van de eerste dag van de week, na de kruisiging van Jezus er vrouwen naar het graf komen om het lichaam van Jezus te balsemen. Maar het graf is leeg. Dan verschijnen er engelen bij het graf die vertellen dat Jezus uit de dood is opgestaan: “Hij is niet hier, hij is verrezen zoals hij heeft gezegd” (Matth. 28: 19).

Detail apsis-mozaïek in de kerk van Cosmas en Damianus, Rome
Het lijkt er werkelijk op dat Jezus met zijn rechterhand wijst op de feniks die op een palmtak staat, ook een teken van overwinning op de dood.
De lange poten van de vogel en de opvallende sterachtige stralenkrans rondom de kop van het dier zagen we al op de Romeinse munt en ook op het mozaïek in het Archeologisch Museum van Aquileia.

De feniks op een vroegchristelijke koptische grafsteen,
Allard Pierson-museum, Amsterdam
Het verhaal van de feniks die in vlammen opgaat en opnieuw geboren wordt en verder leeft is voor gelovigen een hoopvolle metafoor voor hun opstanding uit de dood. We treffen het beeld daarom al aan op vroegchristelijke grafstenen.
De koptische grafsteen met de feniks en het koptische kruis geven aan dat de gelovige hoopt te delen in de opstanding uit de dood die mogelijk is gemaakt door het kruisoffer van Jezus en dat hij net als Jezus als de feniks uit de dood hoopt te verrijzen.

Ook tegenwoordig wordt het beeld van de feniks nog gebruikt op grafstenen.
Op de gedenkplaat die is aangebracht op de grafsteen zien we rechts van de overledene de feniks uit de as herrijzen.
De pelikaan, symbool van straf en goddelijke vergeving door de kruisdood van Jezus

Pelikaan op haar nest met jongen, Portaal van de Maagd Kathedraal van Metz
In het westportaal van de kathedraal van Metz zien we een tweede vogel die in de christelijke cultuur in verband wordt gebracht met het offer van Jezus en de mogelijkheid van de opstanding uit de dood: een pelikaan.
In de Physiologus worden aan een pelikaan bovennatuurlijke eigenschappen toegeschreven. Er wordt verteld dat de vogel zijn ongehoorzame jongen had gedood. Na drie dagen pikte de pelikaan tot bloedens toe met zijn snavel in de borst. Het bloed sijpelde over de dode pelikaantjes waardoor deze weer tot leven werden gewekt. In latere versies van het verhaal lezen we dat de vogel, na de opwekking van haar jongen stukjes vlees uit de borst pikt om daarmee de herboren pelikaantjes te voeden. Zo kon de pelikaan die haar jongen voedt met haar lichaam en bloed een symbool worden voor Jezus die zijn lichaam en bloed offert voor de opstanding van de mensen uit de dood.
In de opwekking na drie dagen van de pelikaanjongen uit de dood werd in de christelijke Physiologus een voor de hand liggende overeenkomst gezien met Jezus' opstanding na drie dagen uit zijn graf.
De ongehoorzame jongen staan symbolisch voor Adam en Eva die niet gehoorzaamden aan Gods gebod. Zij werden uit het paradijs verdreven en zouden na hun sterven voor eeuwig dood zijn; ware het niet dat Jezus zijn eigen lichaam en bloed voor hen en al hun nakomelingen had geofferd.
De pelikaan groeit uit tot een belangrijk symbool van de zich opofferende Christus. Het lichaam en bloed van de pelikaan betekende leven na de dood voor zijn jongen. ‘Nostro Pellicano’: ‘onze pelikaan’, zoals Dante Jezus noemt in de Divina Commedia die eeuwig leven schenkt voor de mensheid.
Dante schrijft in de Divina Commedia over Johannes de Apostel die tijdens het laatste avondmaal aan Jezus’ borst rustte (Joh. 13: 23) en over diezelfde Johannes die onder het kruis van Jezus opdracht krijg om een zoon te zijn voor Maria, de moeder van jezus (Joh. 19: 26-27). Dante legt het uit: “Dit is degene [Johannes] die aan de borst van onze Pelikaan lag” ... “en deze werd door Christus vanaf het kruis tot zijn grote taak uitverkoren” [namelijk dat Johannes de plaats van Jezus als zoon van Maria overneemt] (Divina Commedia, Paradijs, canto 25: 112-114).

Juan de Juanes, Christus de Verlosser, 1445-1450, olieverf op paneel:
73 x 40 cm, Museo del Prado, Madrid
Ook de woorden van de heilige kerkleraar Thomas van Aquino († 1274) in de schitterende Gregoriaanse hymne Adoro te devote houden het beeld van Jezus als pelikaan die zijn lichaam en bloed offert nog steeds levend: 'O memoriale mortis Domini, Panis vivus, vitam præstans homini!': 'O gedachtenisteken van des Heren dood, levend Brood, dat aan den mens het leven geeft', en: 'Pie Pelicane, Jesu Domine, Me immundum munda tuo sanguine': 'Pelikaan vol goedheid, Jezus onze Heer, reinig mij, onreine, door uw zuiver bloed ...
Hieronder de twee strofen waaruit bovenstaande tekst is geciteerd:
O memoriale mortis Domini!
Panis vivus, vitam præstans homini!
Præsta meæ menti de te vívere,
Et te illi semper dulce sapere.
Pie Pelicane, Jesu Domine,
Me immundum munda tuo sanguine:
Cujus una stilla salvum facere
Totum mundum quit ab omni scelere.
O gedachtenisteken van des Heren dood,
levend Brood, dat aan den mens het leven geeft,
geef mij dat mijn geest in U zijn leven vindt,
geef hem als zijn zoetheid U te smaken steeds
Pelikaan vol goedheid, Jezus onze Heer,
reinig mij, onreine, door uw zuiver bloed:
waarvan één druppel zelfs verlossen kan
heel de wereld van al zijn zondigheid.
Twee strofen uit Adoro te devote
van Thomas van Aquino

Fra Angelico (1395-1455), Kruisiging met Maria, Johannes de apostel en
Maria Magdalena, tussen 1419 en 1424
In de beeldende kunst wordt de pelikaan symbolisch gelijkgesteld aan de lijdende Jezus, die aan het kruis zijn lichaam en bloed offert ter verlossing van de zondige mensheid. De periode van drie dagen, die tussen de dood en de opstanding van de vogeltjes ligt, wordt vergeleken met de dagen die Jezus in het graf verblijft, waarna hij op de derde dag uit de dood verrijst.
Een diepgelovige monnik als Fra Angelico (1395-1455) moet bij het vervaardigen van het schilderij toch wel hebben gedacht aan de aangehaalde tekst uit de Divina Commedia (1311-1321) en het geciteerde vers uit hymne Adoro te devote (1264). Hij zal gedacht hebben aan Maria en Johannes en ook aan zijn eigen zonden toen hij de zondares Maria Magdalena onder het kruis afbeeldde terwijl zij wanhopig het kruis omklemt en Jezus smeekt om vergeving omdat hij zo moest lijden omwille van haar zonden.
Hieronder treft u nog een aantal voorstellingen aan van kruisigingen van Fra Angelico. Opvallend is dat de balk boven het hoofd van Jezus uitloopt in de kruin van een boom waarin de pelikaan zich heeft genesteld. De vogel voedt de jongen met haar eigen bloed; het bloed van ‘Nostro Pellicano’ dat vergeving schenkt.

Fra Angelico, Kruisiging met Maria, Johannes de Apostel en Maria Magdalena, tussen 1419 en 1424, Gemäldegalerie, Berlijn

Detail Fra Angelico, Kruisiging met Maria, Johannes de Apostel en Maria Magdalena, ca. 1370- 1375, Gemäldegalerie, Berlijn

Detail Fra Angelico, Kruisiging met Maria, Johannes de Apostel en Maria Magdalena
De zelfopoffering van de pelikaan die in het nest zijn jongen met zijn bloed tot leven brengt en voedt met zijn lichaam wordt door Fra Angelico geassocieerd met het offer van Jezus die zijn lichaam en bloed offert voor de verlossing van de mensheid. Vanaf de handen en de armen druppelt het bloed van Jezus naar Maria en Johannes. Maria Magdalena omklemt de bebloede kruisbalk onder de voeten van Jezus.
Onder het kruis ligt de schedel van Adam waarop bloed van Jezus sijpelt. (zie hieronder)

Fra Angelico, Kruisiging met dominicaner monnik kardinaal Torquemada, tempera op paneel: 88 x 36 cm, 1451-1454,
Fogg Art Museum in Cambridge, Massachusetts, Verenigde Staten

Detail Fra Angelico, Kruisiging met dominicaner monnik

Detail Fra Angelico, Kruisiging met dominicaner monnik en
de schedel van Adam
Onder het kruis ligt de schedel van Adam. Het bloed dat uit de borst van de pelikaan over de jongen sijpelt, heeft symbolisch dezelfde leven opwekkende uitwerking als het bloed van Jezus, het bloed van ‘Nostro Pellicano’ dat vanaf de spijkerwonden in de voeten over het onderste gedeelte van de staande balk van het kruis en de rots op Golgotha naar de schedel van Adam stroomt. Het bloed van de pelikaan wordt op het schilderij symbolisch gelijkgesteld met het leven opwekkende bloed van de gekruisigde Christus.
De pelikaan, symbool van de eucharistie

P. Langweer, Het Laatste Avondmaal en de pelikaan die de jongen voedt met
het eigen lichaam en bloed , 1661,
ets en gravure: 30 x 84 mm, Rijksmuseum, Amsterdam
Boven de pelikaan die haar jongen voedt met haar eigen lichaam en bloed wordt het Laatste Avondmaal voorgesteld. Tijdens die laatste maaltijd van Jezus met zijn apostelen wordt de eucharistie ingesteld. Het is het moment dat Jezus zijn lichaam en bloed aanbiedt en hen opdracht geeft daarvan te eten en te drinken.

Detail gravure P. Langweer
Het bloed van de zijn jongen voedende pelikaan groeit uit tot een symbool van de eucharistie. Door het nuttigen van de geconsacreerde hostie en de wijn eten en drinken de gelovigen het verlossende lichaam en bloed van Jezus. De pelikaan die in de borst pikt en jonge pelikaantjes voedt is daarom een veel voorkomend liturgisch motief op kazuifels, miskelken en monstransen.

Links: wit geborduurd kazuifel met bloemranken en pelikaan,
Amsterdam, ca. 1650-1675
Rechts: wit geborduurd kazuifel met bloemranken en pelikaan,
Haarlem, ca. 1750
Museum Catharijneconvent, Utrecht

Detail van het kazuifel met de pelikaan uit Den Haag

Detail van het kazuifel met de pelikaan uit Haarlem

Monstrans, Th. Lessau, 1681-1682, Antwerpen,
Museum Catharijneconvent, Utrecht
Achter het ronde glas in het midden van de monstrans werd een gewijde hostie, het lichaam van Jezus getoond.

Detail Monstrans Museum Catharijneconvent
Op de monstrans is bovenin onder de voet van het kruis de pelikaan afgebeeld die haar jongen voedt.
Op Sacramentsdag, het rooms-katholieke hoogfeest dat de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie centraal stelt wordt voor de monstrans met daarin de gewijde hostie het Adoro te devote gezongen.

A.A.J.M. Hamers, zilveren miskelk, Tilburg 1949
Ook op deze redelijk moderne miskelk is de oude symboliek gehandhaafd. We zien een pelikaan die twee jonge pelikaantjes voedt.
Tijdens de communie wordt de gewijde hostie als het lichaam van Jezus vanuit de kelk door de priester uitgereikt aan de gelovigen.
“Terwijl zij aten nam Jezus het brood, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: Neem het en eet het, dit is mijn lichaam.” (Matth. 26: 26).
Daarna nam hij de kelk, sprak een dankgebed uit, gaf hun de kelk en zei: “drink allen hieruit want dit is mijn bloed van het Nieuwe Verbond dat wordt vergoten voor velen tot vergeving van zonden” (Matth. 26: 27-28).
Wanneer een katholieke priester tijdens de consecratie deze zogenoemde instellingswoorden van Jezus herhaalt veranderen brood en wijn 'daadwerkelijk en onzichtbaar' in het lichaam en bloed van Jezus.
Tijdens de communie kan de gelovige de geconsacreerde wijn uit een kelk drinken.
De pelikaan, symbool van barmhartigheid en naastenliefde
De pelikaan groeit uit tot een symbool van de christelijke naastenliefde. Het dier pikt immers in haar eigen borst om met haar lichaam en bloed haar kroost tot leven te wekken en te voeden.

Pieter Bruegel de Oude, Charitas omringt door mensen die de werken van barmhartigheid beoefenen, gravure: 22.5 x 29.2 cm. 1559,
Metropolitan Museum of Art New York
Op de gravure worden de zeven werken van liefdadigheid beoefend. In het midden staat Charitas, de personificatie van liefde/ naastenliefde. De vrouw vormt op de gravure van Pieter Brueghel de Oude het uitgangspunt van het beoefenen van de werken van barmhartigheid/ naastenliefde die rondom haar worden beoefend.

Detail gravure Pieter Bruegel de Oude, Charitas
In de linkerhand houdt de vrouw een uit liefde ontvlamd hart, symbool van de liefde, in dit geval voor de weeskinderen waar de vrouw zich over ontfermt. De pelikaan op haar hoofd symboliseert de christelijke naastenliefde. Het dier pikt immers in haar eigen borst om met haar lichaam en bloed haar kroost tot leven te wekken en te voeden. We hebben al gezien dat dit in verband wordt gebracht met Jezus, de liefdesbron die onbaatzuchtig zijn eigen lichaam en bloed offert voor zijn medemensen. Dat is het voorbeeld dat moet worden nagevolgd.
Jezus hield zijn volgelingen voor: “Gij zal de Heer uw God beminnen, met heel uw hart, met heel uw ziel en heel uw verstand. Dat is het eerste en grootste gebod. Het tweede gebod is daaraan gelijk: Gij zal uw naasten beminnen als uzelf” (Matth. 22: 37-39).
De apostel Paulus noemt de drie christelijke deugden: “geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde” (1 Korintiërs 13: 13)
Jezus benoemt zes werken van Barmhartigheid. Als de twee eerste noemt ‘Onze Pelikaan’ het spijzigen van de hongerigen en het laven van de dorstigen. Hij besluit: "Ik verzeker u, alles wat ge voor één van de minsten onder u hebt gedaan, hebt gij voor mij gedaan'' (Matth. 25: 35-40).

Rijksmuseum, Philips Galle, Misericordia: personificatie van Barmhartigheid/ liefdadigheid, ca. 1585-1590, gravure: 150 x 91 mm. Rijksmuseum, Amsterdam
Een staande vrouw met in haar rechterhand een kruis dat verwijst naar het offer van Jezus. Als een symbool van de navolging van Jezus voedt de pelikaan haar jongen met haar lichaam en bloed. In haar linkerhand heeft de vrouw een roos, het teken van liefde.

Detail Philips Galle, Barmhartigheid


Bloeddonor-penningen die een donor van de bloedbank ‘Sanguine’ / ‘Roode kruis’ ontving waanneer hij/zij tig keer bloed had gegeven. De pelikaan die haar jongen met haar eigen bloed tot leven wekt is daarvoor wel een aansprekend christelijk symbool.
een leeuw met welpen onder het kruis en
de overwinning op de dood

Reliëf met een leeuw in het Portaal van de Maagd van de Kathedraal Sint Etiënne in Metz. Helaas zijn de drie dode welpen van de leeuw van het 14de-eeuwse reliëf niet overgenomen op de19de-eeuwse kopie.
Een enkele keer komt een leeuw voor als een symbool van Christus' overwinning op de dood. In de versie van de christelijke Physiologus wordt verhaald over drie leeuwtjes die dood ter wereld waren gekomen. Gedurende drie dagen blijft de leeuwin bij haar jongen waken. Op de derde dag komt de vader naar het hol waar de leeuwtjes waren geboren. Hij wekt zijn welpen tot leven door ze zijn levensadem in te blazen. In andere versies van het verhaal wekte de leeuw door zijn voortdurend gebrul zijn jongen na drie dagen op uit de dood. Moraal in de Physiologus: “Zo zal God de Vader zijn Zoon na drie dagen uit de dood opwekken … Christus' overwinning op de dood wordt gesymboliseerd door de derde natuur(?) van de leeuw, die dood werd geboren, maar op de derde dag tot leven komt zoals ook Christus op de derde dag uit het graf verrees''.
Ook de invloedrijke theoloog Honorius van Autun (†1135) vertelt het verhaal en concludeert: “Ook Christus verbleef drie dagen in zijn graf voordat hij door zijn Vader werd opgewekt uit de dood." De door hun vader opgewekte leeuwtjes worden een symbool voor de opstanding van Jezus uit zijn graf.

Franstalige uitgave van de Physiologus, Frankrijk, 13de-14de eeuw,
Bibliothèque Nationale de France, Parijs
Een leeuwenwelp ligt met de poten naar boven. Vader leeuw heeft zijn muil wijd geopend om zijn welpje levensadem in te blazen.

Geïllustreerd manuscript uit de 9de eeuw, dat waarschijnlijk een kopie is van een laat-antieke codex uit de 5de eeuw, Burgerbibliothek, Bern, Zwitserland
Ook op de miniatuur in de Physiologus in Bern ligt een leeuwenwelp dood op de grond met de poten naar boven. Ook op deze voorstelling blaast vader leeuw zijn jong levensadem in.

Miniatuur uit de Fürtsenfelder Physiologus in
de Bayerische Staatsbibliothek, München
In het hol steken de drie jonge leeuwtjes hun kop naar boven, er is leven gekomen in pasgeboren leeuwenwelpen.

Uitgave van de Physiologus, ca. 1200-1210, British Library, Londen
De ouders van de drie leeuwenwelpen zijn druk bezig hun drie tot leven gewekte welpen te likken en tot activiteit aan te zetten.

Kruisiging met Dominicaanse monnik, toegeschreven aan Hermann Schadeberg (actief in Straatsburg en Colmar: 1399-1449), olieverf op paneel:
126 x 87 cm., ca. 1410-1415, afkomstig uit de collegiale kerk St. Martin in Colmar, nu: Musée Unterlinden, Colmar

De goede moordenaar, detail Kruisiging Musée Unterlinden
De zogenoemde goede moordenaar heeft van Jezus vanaf diens kruis vernomen: “Vandaag zal gij met mij zijn in het paradijs” (Lukas 23: 43). De sporen van het breken van de botten van zijn armen, en op het overzicht van het hele schilderij ook de benen zijn goed te zien. Hij is dus al overleden. Op de rechterschouder van de man zien we dat een kleine menselijke gestalte van hem wegzweeft. Het is zijn ziel die zich met gevouwen handen naar de engel beweegt. De hemelbode staat met gespreide armen klaar om de ziel te ontvangen en deze naar de hemel te brengen, hij wordt herboren in een nieuw, eeuwig en gelukzalig leven in de nabijheid van God.

Detail Kruisiging Musée Unterlinden, de slechte moordenaar
De ziel van de slechte moordenaar zal ook overleven, maar hij komt er minder goed vanaf dan de ziel van zijn kompaan. Hij verlaat het lichaam via de mond van de gekruisigde en kijkt angstig achterom. Daar ziet hij een demonische gestalte die zijn klauwen naar hem uitsteekt. De ziel probeert nog weg te komen, maar ons bekruipt het gevoel dat hij niet aan zijn belager zal weten te ontkomen. Hij zal door de duivel linea recta naar de hel met de eeuwige vlammen worden afgevoerd.

Detail Kruisiging Musée Unterlinden, Colmar
Bovenaan in het midden van het schilderij is de gekruisigde Jezus afgebeeld. Ook hij is al gestorven. Een van de soldaten heeft immers de punt van de lans in de zijde van Jezus gestoken. Boven het kruis zien we nog een deel van God de Vader; zijn gezicht is grotendeels verdwenen. We zien alleen nog maar wat witte haarlokken. Hij spreidt zijn armen om de ziel van zijn zoon te ontvangen. Het zieltje op het schilderij is zwaar beschadigd. Wanneer u goed kijkt ziet u de kleine menselijke gestalte onder de wijs- en middenvinger van de rechterhand van God de Vader.

Het onderste gedeelte van het schilderij is nog goed bewaard gebleven. Tegen de achtergrond van de met bloed overdekte verticale onderbalk van het kruis staat een leeuw. Tussen het grote dierenbot en de leeuw liggen de drie hompjes van de drie dode leeuwen. De leeuw met de drie jongen onder het kruis op de kruisiging in het Musée d’Unterlinden is een symbool voor de opstanding uit de dood.
De geknielde dominicaan onder het kruis heeft een tekstrol in zijn gevouwen handen. We lezen de woorden: “Fili Dei miserere mei'': Zoon van God ben mij genadig. De monnik hoopt net als de drie welpen op zíjn wederopstanding uit de dood. Zijn redding is mogelijk geworden door de kruisdood van Jezus. Hij zal zich hoopvol hebben geïdentificeerd met het verhaal van de door hun vader uit de dood opgewekte leeuwtjes dat symbolisch verwijst naar de opstanding van Jezus die door toedoen van zíjn vader uit de dood is opgewekt.
Pasen
Zoals u in het artikel van twee weken geleden kon lezen was ik van plan om in verband met mijn lichamelijke gesteldheid voorlopig geen nieuw artikel te schrijven. De vrijdag voor Palm Pasen begon het toch weer te kriebelen. Ik besloot niet te breken met de traditie elk jaar met Pasen een artikel te schrijven dat verband houdt met de feestdag. Ik kan mij de laatste tijd wat minder goed concentreren en heb er rustig een hele week de tijd voor kunnen nemen.
Samen met Jantje wens ik u fijne Paasdagen en een mooie
bloemrijke lente toe … ’een nieuwe lente en een nieuw geluid’
Openingsregel Mei van Herman Gorter
Gebruikte Literatuur
Paul Bröker, Rondom Pasen, Iconografie en symboliek in de beeldende kunst rondom de opstanding van Jezus, Utrecht, 1998
De vogel Feniks, artikel Mainzer Beobachter, Blog van Jona Lendering, 24 april 2023
Wikipedia: geraadpleegd 15 t.m. 18 april 2025 ‘Physiologus’, 'Ludi Florales'
Comments