Gentile da Fabriano, het eerste badje van Nikolaas
Inleiding, Sint Nikolaas van Bari
In het artikel van de afgelopen week werd al duidelijk dat Nikolaas niet meer in zijn oorspronkelijke graf in Myra (het huidige Demre in Turkije ) ligt, maar in de Italiaanse stad Bari. Italiaanse kooplieden zouden het lichaam uit zijn graf in de kerk van Myra hebben gestolen (de versie die in Demre wordt aangehouden) of ze hebben het gekocht óf op verzoek van een aantal monniken uit Myra meegenomen, zoals in Bari wordt beweerd.
Jacobus de Voragine vertelt in de Legenda aurea dat de Turken Myra verwoestten en dat men in Bari het lichaam van Nikolaas wilde behoeden voor schending door de Turken. In Bari besloot men daarom een schip naar Myra te sturen. Op aanwijzing van een aantal plaatselijke monniken kon het graf worden geopend en ‘de bemanning van het schip bracht zijn gebeente met grote eerbied naar Bari’. Een reddingsactie dus! In de orthodoxe kerk stond men blijkbaar welwillend tegenover deze translatie. Monniken uit Myra hielpen immers mee en we zagen in het eerste artikel van deze serie van drie artikelen over Nikolaas, dat een vita ikoon nog al eens afsluit met de translatie van het lichaam van de heilige naar Bari.
Op 9 mei 1087 zou de ‘heilige vloot’ in de haven van Bari zijn aangekomen. In een plechtige processie werd het lichaam vervolgens naar een abdij in de stad gebracht en er werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk, de huidige Basilica di San Nicola di Bari. Het lichaam kreeg een plaats in de crypte van die kerk. Daar ligt het nog steeds. Daarmee is ook verklaard waarom Nikolaas 'uit Spanje' naar ons toekomt. De stad viel een tijd onder Spaans bestuur!
Vanuit Bari ontstonden nieuwe verhalen en nieuwe tradities rondom de verering van Sint Nikolaas.
Basiliek van Sint Nikolaas in Bari
Verering van het lichaam van Sint Nikolaas in zijn kerk in Bari
Het graf van Sint Nikolaas in de crypte van de Basiliek van Sint Nikolaas in Bari
Rondom 9 mei wordt in Bari jaarlijks nog altijd de feestelijke binnenkomst van de heilige gevierd. Ook hier komt hij per boot aan in de haven van de stad!
Aan de achtersteven van het schip is een podium bevestigd waarop plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders de goedheiligman welkom heten. Achter hen staat het plaatselijke cultusbeeld van Nikolaas.
De intocht van Sint Nikolaas in Bari, met veel ceremonieel wordt het beeld van de heilige door de stad gedragen.
De Legenda aurea van Jacobus de Voragine en de legenden over Sint Nikolaas in het Westen.
Het levensverhaal van Nikolaas, deel van een pagina uit een Engelstalige uitgave van de Legenda aurea van Jacobus de Voragine, 1512, Chetham’s Library, Manchester, Engeland
In het Westen waren al voor de komst van Nikolaas naar Bari veel legenden uit de oosters-orthodoxe kerk bekend. Nadat Nikolaas in Bari was aangekomen en naarmate de verering van Nikolaas in het Westen zich verspreidde werden er veel verhalen aan het levensverhaal van de bisschop van Myra toegevoegd. Van zowel de verhalen uit het Oosten als het Westen kwamen al vlug verschillende varianten in omloop. In de Legenda aurea (derde kwart 13de eeuw) samengesteld door Jacobus de Voragine (1228-1298), aartsbisschop van Genua, werd een aantal verhalen over Nikolaas opgenomen.
In dit artikel wordt zoveel mogelijk de verhaallijn van de Legenda aurea gevolgd. Wanneer een kunstenaar duidelijk een andere variant heeft gebruikt, dan zal ook die versie van het verhaal in dit artikel worden opgenomen.
Jacobus de Voragine lijkt af en toe terughoudend! Het lijkt er een enkele keer sterk op dat sommige verhalen zelfs voor hem wat te ver gaan! Zo vertelt hij niet dat Nikolaas op de twee traditionele wekelijkse vastendagen de moederborst weigerde, maar dat de zuigeling op die dagen slechts één keer de aangeboden borst van zijn moeder accepteerde: “… bovendien dronk hij op de vierde en zesde dag van de week maar één keer aan de borst.” Ook de legende over het avontuur van de drie jongemannen die door een herbergier worden geslacht en voor zijn gasten worden ingemaakt voor consumptie in zijn herberg, was waarschijnlijk voor de samensteller van de Legenda aurea te gortig! Ik weet niet precies hoe het zit, maar duidelijk is dat het verhaal inclusief afbeelding toch werd opgenomen in de Engelstalige uitgave van de Legenda aurea uit 1512 in de Chetham’s Library. Het kwam wel voor dat na de eerste uitgaven van de Legenda aurea aanvankelijk niet opgenomen, maar populaire verhalen alsnog een plaats kregen in het boekwerk.
Het staat vast dat het verhaal in de tijd van Jacobus de Voragine bekend was! Het komt zelfs voor op een van de vroegst bekende voorstellingen met opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van Sint Nikolaas! Laten we daar maar eens mee beginnen.
De legenden van Nikolaas in de beeldende kunst van het Westen
De verhalen en legenden die werden besproken in het artikel van afgelopen week zal ik in dit artikel niet opnieuw vertellen. Wanneer die verhalen voorkomen op Westerse schilderijen, beperk ik mij vooral tot een korte beschrijving van het onderwerp.
De drie jongemannen in de herberg
In het Nationaal Kunstmuseum van Catalonië in Barcelona worden twee vroege kunstwerken bewaard met daarop legenden uit het levensverhaal van de heilige Nikolaas van Bari(!)
Sint Nikolaas van Bari. (Bari wordt door het museum aangehouden in de titel van dit paneel!), Museu Nacional d'Art de Catalunya, Barcelona, ca. 1280.
Het verhaal vertelt over drie jongemannen / scholieren / theologiestudenten die op weg zijn naar Athene om daar te gaan studeren. Het is een lange reis en toen het avond was geworden vonden zij onderdak in een herberg. De jongens waren goed gekleed en de herbergier meende dan ook dat zij vast wel wat geld bij zich hadden. Samen met zijn vrouw vatte hij het plan op om de jongens te doden en het geld in eigen zak te steken.
Deze legende kent een aantal varianten. Een versie van het verhaal vertelt over een hongersnood en dat de herbergier de jongens wilde doden zodat hij zijn gasten toch vlees kon voorzetten.
Op het paneel liggen twee(!) jongens in bed te slapen. Rechts daarvan zijn de herbergier en zijn vrouw in hun slaapvertrek verschenen. De man heeft een groot mes in de hand en snijdt een van zijn gasten de keel door. Het gaat er erg bloedig aan toe. Daaronder staan de waard en de waardin bij een pekelvat. De man houdt het mes in de handen waarmee hij de lichamen van zijn gasten in stukken heeft gesneden en gooit deze in het pekelwater. Zijn vrouw houdt nog een hoofd en de rechterarm van een van hun slachtoffers in de hand.
De volgende dag nam Nikolaas zijn intrek in de herberg en bestelde een maaltijd. De waard zette hem een mooie portie vlees voor, maar zonder een hap gegeten te hebben vermoedde de heilige dat er iets niet pluis was! Hij dwong de herbergier de herkomst van het vlees te verklaren. De man kon niet anders dan in de kelder het pekelvat te openen. Het werd meteen duidelijk! In het vat lagen menselijke brokstukken. De heilige zegende het vlees waarop 'met de kracht van God' de jongemannen weer tot leven kwamen. De waard en de waardin vielen op hun knieën voor de heilige en smeekten om vergeving. Toen de heilige begreep dat zij echt berouw hadden en ervan overtuigd was dat zij hun wandaad nooit meer zouden herhalen gaf hij hen zijn zegen. Toen dit verhaal bekend raakte was Nikolaas’ status van kindervriend in het Westen voorgoed gevestigd.
Fresco van de Tweede Meester van Bierge
Tweede Meester van Bierge (Werkzaam in Bierge op het einde van de 13de eeuw), Verhalen uit het leven van Sint Nikolaas van Bari, overgebracht op met doek overtrokken paneel: 456 x 306,5 cm., vóór 1300, Museu Nacional d'Art de Catalunya, Barcelona. Het fresco is afkomstig uit de kerk van het dorp Bierge in de provincie Huesca in Aragon, Spanje.
Evenals vrijwel elke ikoon met voorstellingen van het levensverhaal van Nikolaas opent het fresco van de Tweede Meester van Bierge linksboven met een aandoenlijk verhaal. Wanneer de moeder van Nikolaas haar zoon op schoot nam om hem de borst te geven weigerde hij op woensdag en op vrijdag, de traditionele vastendagen te drinken. We zagen al dat dit verhaal enigszins aangepast in de Legenda aurea werd opgenomen. In het Westen komt het verhaal in de beeldende kunst nauwelijks voor.
Vastendag voor Nikolaas
De kleine Nikolaas zit op de schoot van zijn moeder die haar borst heeft ontbloot. Haar zoon gaat niet in op haar uitnodiging en beperkt zich tot het zegenen van haar borst.
Detail van de koepelschildering in de kapel van de abdij Novalesa, in de buurt van Turijn, fresco 10de eeuw.
De moeder ‘MATER’ van Nikolaas ‘NICHOLAUS’ is verrast dat de pasgeborene op woensdag en vrijdag niet wil drinken, Demonstratief richt de pasgeboren Nikolaas zijn hoofd naar de andere kant.
Op het fresco van de Tweede Meester van Bierge zien we rechts van de voorstelling van de moeder van Nikolaas die tevergeefs probeert haar zoon de voeden, de voorstelling van de jonge Nikolaas die op de kloosterschool wordt onderwezen door zijn oom. Daarna volgt de wijding van Nikolaas tot bisschop van Myra.
Sint Nikolaas behoedt een aantal jonge meisjes voor prostitutie
Op het fresco van de Tweede Meester van Bierge zien we een verhaal voorgesteld dat Nikolaas’ status van kindervriend nog meer aanzien zal hebben gegeven. Tevens zien we dat in het verhaal een basis werd gelegd voor een bekend sinterklaasgebruik: het strooien!
Direct onder de bisschopswijding begint het verhaal waarmee Jacobus de Voragine het levensverhaal van Nikolaas opent: de geschiedenis over drie jonge meisjes. Hun vader, een aan lager wal geraakte koopman, is ernstig ziek en al zijn geld is op. De man wist dat hij niet lang meer te leven had en realiseerde zich dat hij zijn dochters geen geld kon nalaten voor een bruidsschat en dat zij daarom nooit op een behoorlijke manier zouden kunnen trouwen. Om in hun bestaan te kunnen voorzien zouden zij zich moeten overgeven aan de prostitutie. Legenda aurea: “Een man van edele afkomst zag het gebeuren dat hij door armoede was gedwongen dat zijn drie jonge dochters als prostituee hun geld zouden moeten verdienden. Alleen met dit schandelijke werk zouden zij in hun levensonderhoud kunnen voorzien.” Dit kwam Nikolaas ter ore. Hij wilde absoluut voorkomen dat dat zou gebeuren. De nacht daarop gooide hij, zonder dat iemand het zag een klomp goud in de woning. De twee volgende nachten gooide hij even heimelijk steeds weer een goudklomp naar binnen. Nikolaas wilde uit nederigheid en bescheidenheid niet dat iemand te weten zou komen wat hij had gedaan.
Het geld werd besteed voor de bruidsschat van de drie meisjes, die traditioneel door de vader van de bruid betaald moest worden. Zo heeft Nikolaas hen weerhouden zich te prostitueren. Zij konden zich nu een bruidsschat veroorloven en een eerzaam huwelijk sluiten. Met dit verhaal wordt Nikolaas ook de beschermheilige van prostituees.
Het heimelijk strooien van pepernoten en ander typisch sinterklaas strooigoed als chocolade muntstukken gewikkeld in goud- en zilverpapier hebben in dit verhaal hun oorsprong.
Direct onder de bisschopswijding van Nikolaas staan op het fresco van de Tweede Meester van Bierge de drie dochters voor hun bedroefde vader. Boven de meisjes staat 'Fillias Garner', Latijn: dochters van Garner. Boven de somber ogende vader lezen we zijn naam: 'Garner'. Hij steunt met zijn gezicht tegen zijn hand. Wanneer de persoon niet slaapt is dat in de beeldende kunst een traditionele houding van iemand die zich geen raad weet met de situatie.
Het verhaal loopt op het fresco door in het derde register van boven. Links zit de vader van de meisjes. Boven de vader lezen we opnieuw zijn naam, boven de meisjes: Filias Garner en boven Nikolaas: Nicholaus.
Op deze afbeelding lijkt Garner een stuk opgewekter! Dat komt vast door wat de twee dochters die voor hem staan hun vader laten zien: een gouden bal! Hij heeft vast ook in de gaten dat de dochter die bij het raam staat ook zo’n gouden bal in haar hand heeft. Dat meisje kijkt verwachtingsvol naar het raam. En ziet dat er nog zo’n kostbare bal door het venster wordt aangereikt. Nikolaas krijgt zij niet te zien!
Rechts van het verhaal over de hulp van Nikolaas aan de drie meisjes zien we een voorstelling uit het verhaal van de drie Jongemannen die in de herberg worden onthaald. De herbergier heeft een flinke bijl in de hand. Boven zijn hoofd lezen we CARN(I)FEX, Latijn: slager! Hij heeft al een van de drie jongens met de bijl gedood en geeft het hevig bloedende hoofd over aan zijn vrouw. Zij zal het bij de stukken vlees in het pekelvat achter haar gooien. De vleeston lijkt al aardig gevuld; een deel van het been van de jongen steekt eruit. De fakkel in haar hand geeft het nachtelijk uur aan. De twee andere jongens liggen nog rustig te slapen. Zij zijn zich op geen enkele manier bewust van het gevaar dat letterlijk boven hun hoofd hangt!
De verhalen over de drie jongemannen en de drie jongedames komen veel voor in het Westen. Hieronder een greep zonder al teveel commentaar.
Miniatuur uit een handschrift uit 1407, Bodleian Library, Universiteit van Oxford
Jean Bourdichon, Getijdenboek van Anne de Bretagne, 1503-’08,
Bibliothèque nationale de France, Parijs
De kruinschering van de voorste jongeman zou erop kunnen wijzen dat het priesterstudenten zijn.
Masaccio (1401-1428), Twee panelen van een ontmantelde predella,
tempera op paneel, twee panelen: 21 x 61 cm., 1426, Gemäldegalerie, Berlijn
Links: de herbergier doodt zijn gasten, in het midden het berouw van de waard en de waardin.
Rechts: Nikolaas redt de drie meisjes van de prostitutie.
Terwijl de drie meisjes en hun vader liggen te slapen werpt Nikolaas heimelijk de gouden ballen door het tralievenster naar binnen.
Nikolaas schenkt goudklompen aan drie jonge vrouwen,
ca.1500, Württembergisches Landesmuseum, Stuttgart, Duitsland
Mooi tafereel van de drie zussen die netjes op een rijtje in bed liggen te slapen. Ook vader is in diepe slaap. Nikolaas staat buiten het huis en niemand heeft in de gaten dat de heilige de goudklompen op het bed legt.
Bicci di Lorenzo (naar Gentile da Fabriano), Nikolaas wekt drie studenten tot leven, paneel van een ontmantelde predella, olieverf op paneel: 30,5 x 56,5 cm., ca. 1433-‘35. Metropolitan Museum, New York
Giovanni Bonsi, actief in Florence tussen 1351 en 1371, altaarstuk met Maria geflankeerd door Onuprius, Nikolaas, Bartolomeus en Johannes de Evangelist, Pinacoteca dei Musei Vaticani, Vaticaanstad
Sint Nikolaas, detail van het altaarstuk van Giovanni Bonsi
De tweede heilige van links op het altaarstuk van Giovanni Bonsi herkennen we gemakkelijk aan de drie gouden bollen die hij op het evangelieboek in zijn hand houdt.
De gouden ballen, goudklompen of gouden muntstukken werden het meest onderscheidende attribuut van Nikolaas wanneer de heilige niet in een verhalende context wordt voorgesteld.
Schilderijen met verschillende verhalende scènes
De kunstwerken die hierboven werden besproken waren vaak onderdeel van een groter geheel, meestal een altaarstuk. Die altaarstukken werden in de loop der tijd uit elkaar gehaald om ze gemakkelijker te kunnen verkopen. Zo raakten ze verspreid over musea en privé collecties over de gehele wereld. Ik behandel hieronder een aantal schilderijen die nog geheel of grotendeels bij elkaar zijn gebleven.
Vier panelen van Ambrogio Lorenzetti
Ambrogio Lorenzetti (1290-1348) Twee zijpanelen van een altaarstuk met op het middenpaneel vermoedelijk een afbeelding van Sint Nikolaas of Maria, tempera op paneel: elk paneel 92 x 49 cm., ca.1332, Galleria degli Uffizi, Florence
Ambrogio Lorenzetti, detail van het paneel met de uitverkiezing van Nikolaas tot de nieuwe bisschop van Myra
Jacobus de Voragine vertelt dat de oude bisschop van Myra was overleden. Een aantal bisschoppen uit Lycië kwam bij elkaar om een nieuwe bisschop te kiezen. De voorzitter van de vergadering had die nacht een droom waarin een stem hem opdraagt de volgende morgen de ingang van de kerk goed in de gaten te houden. Degene die hij als eerste binnen zag komen moest de nieuwe bisschop van Myra worden. In de vroege ochtend liep Nikolaas de kerk binnen. De bisschop hield hem staande en sprak hem aan. Ondanks hevig verzet van Nikolaas liet men hem op de bisschopszetel plaatsnemen en werd hij tot bisschop gewijd. Een soortgelijk verzet komt wel vaker voor in verhalen over eenvoudige lieden, vaak kluizenaars die tot een hoog kerkelijk ambt worden geroepen. In al hun nederigheid en eenvoud willen zij daar echter niets van weten!
In de rechter benedenhoek wordt Nikolaas door de voorzitter van de vergadering bij de mouw van zijn mantel vastgepakt. De heilige kijkt verschrikt achterom en heft de handen op. Hij draagt als enige een nimbus en binnen het kader van de vier panelen moet het dan wel om Nikolaas gaan.
De knielende persoon met de blauwe mantel in het midden draagt ook een nimbus, dat is dus ook Nikolaas! Hij knielt op de trappen voor het altaar. Op het altaar is de mis van de bisschopswijding in volle gang! De man in het groene kazuifel gaat voor in de eucharistie. Rechts van het altaar staat een bisschop klaar met de mijter die tijdens de eredienst op het hoofd van de nieuwe bisschop zal worden geplaatst. Links staat een bisschop klaar met de bisschopsstaf voor de nieuwe bisschop.
Ambrogio Lorenzetti, Nikolaas zorgt voor een bruidsschat voor de meisjes.
Nikolaas moet op zijn tenen staan om bij het raam te kunnen komen om de goudstaven(?) naar binnen te gooien. De vader heeft de goudstaven opgepakt en laat deze aan zijn dochter in het rode gewaad zien. Het meisje rechts is ook wakker geworden en de jongedame in het groen wordt door haar zus wakker gemaakt zodat ook zij getuige kan zijn van het wonderbaarlijke voorval op dit nachtelijk uur.
Hongersnood in Myra
Ook het verhaal bij dit paneel is opgenomen in de Legenda aurea. Het verhaal speelt zich af in een tijd dat het hele diocees van Nikolaas wordt geteisterd door een hongersnood. De graanoogst was al enkele jaren mislukt en de voorraden waren uitgeput. Nikolaas had vernomen dat er een schip boordevol met graan vanuit Alexandrië op weg was naar Constantinopel. Het schip was de haven van Myra binnengevaren om daar te schuilen voor een storm.
Op het paneel staat Nikolaas voor de ommuring van Myra op de kade te wachten op het bootje met de kapitein. Nikolaas vroeg hem honderd zakken graan om de hongersnood het hoofd te bieden. De kapitein had begrip voor de heikele situatie in de stad, maar zei uiteindelijk toch tegen de bisschop: “Dat durf ik niet Vader. In Constantinopel zal men het verschil bij nameting opmerken. Ik zal het moeten verantwoorden.” Overtuigend liet Nikolaas de kapitein weten: “Doe nu maar wat ik u zeg en ik beloof dat het schip bij de wondermacht van God bij aankomst in Constantinopel evenveel graan in het ruim zal hebben als bij de afvaart uit Alexandrië." De Kapitein stemde toe en leverde de gevraagde hoeveelheid graan. Aangekomen in Alexandrië stelde een ambtenaar van de keizer vast dat het gewicht aan graan klopte met hetgeen was afgesproken. Jacobus de Voragine eindigt het verhaal met de opmerking: “De man Gods verdeelde het graan naar ieders behoefte en op wonderbaarlijke wijze was er twee jaar lang niet alleen voldoende om de bevolking te eten te geven, maar ook meer dan genoeg om te zaaien.”
Vanaf de boot worden de zakken met graan leeg gestort in het kleine bootje.
Graanwonder: engelen vullen de lading graan aan.
Onderweg van Myra naar Alexandrië legen engelen zakken met graan boven het ruim. Dit wordt niet in de legenden vermeld, maar is wel een aardig bedachte oplossing van Ambrogio om in beeld te brengen hoe het wonder zo ongeveer moet zijn geschied.
In een complexe decorachtige ruimte speelt zich het verhaal af van een Jongetje en de duivel.
Jacobus de Voragine vertelt over een vrome man die elk jaar voor zijn zoon plechtig het feest van de patroonheilige van de kinderen viert. Op een dag was het weer zover en de vader had heel wat bekenden uitgenodigd voor de feestelijke maaltijd. Toen het feest in volle gang was klopte de duivel aan de deur van het huis. Hij was niet te herkennen als een duivel en deed zich voor als een pelgrim. De jongen deed open en de pelgrim vroeg om wat geld en wat te eten. Het jochie ging naar zijn vader en vroeg hem om hetgeen de pelgrim had gevraagd. De vader gaf het aan zijn zoon die met het eten en de aalmoes weer naar de deur liep. Hij trof echter niemand meer bij de deur aan! De jongen liep vervolgens de straat op om de pelgrim te zoeken. Iets verderop kwam de duivel tevoorschijn en wurgde hem. Met zijn daad wilde de duivel tweespalt zaaien tussen de vrome vader en de heilige.
Het lichaam van de jongen werd naar diens slaapkamer gebracht en allen in huis barstten in jammerklacht uit. De door de duivel gezaaide tweespalt lijkt in goede aarde te vallen. De vader richtte zich woedend tot Nikolaas: “Heilige Nikolaas is dit nu het loon voor de eer die ik u zolang heb bewezen?” En terwijl hij deze dingen zei, sloeg de jongen zijn ogen op alsof hij uit zijn slaap ontwaakte en richtte zich op van zijn bed.
Op het paneel wordt de loop van het verhaal verteld. Op de overloop van de trap is de pelgrim duidelijk herkenbaar als een demonische figuur. Alleen zijn staf doet nog denken aan die van een pelgrim. De duivel richt zich tot het jongetje dat bovenaan de trap staat. Achter de ingang van het huis is de feestmaaltijd in volle gang.
Linksonder is de jongen de trap afgelopen om de pelgrim te zoeken. Vanuit een steegje is hij tevoorschijn gekomen en heeft zijn handen om de nek van de jongen geslagen. Rechts onderin ligt de gedode jongen op zijn bed, maar de mensen rondom het bed lijken hun droefenis achter zich te hebben gelaten. Linksboven achter de duivel is Nikolaas verschenen. Vanaf zijn mond gaat een leven opwekkende straal door het venster met het boogje naar de mond van de jongen. De engel blaast hem opnieuw levensadem in! Een andere straal gaat uit van de zegenende hand van de heilige, 'gevuld met de kracht van God'. De kracht van God valt op de liggende jongen en we zien dat er beweging in de dode komt. De jongen maakt met zijn lichaam op de voorstelling een kwartslag naar voren: hij is uit de dood opgewekt en knielt nu rechtop in zijn bed! Zowel de jongen als de omstanders richten zich dankbaar tot de heilige. Alleen de vrouw die krampachtig haar handen vouwt bij het hoofd van de jongen gaat zo op in haar verdriet dat zij nog niets in de gaten heeft.
Gentile da Fabriano (1370-1427), reconstructie van het Sint Nikolaas altaarstuk, 1425, tempera op paneel: kleine panelen van de predella: ca. 35,9 x 34 cm., middenpaneel predella: 35,9 x 62 cm.
De eerste vier panelen van de predella bevinden zich in de Pinacoteca dei Musei Vaticani, Vaticaanstad en het rechter paneel in de National Gallery of Art, Washington.
Op het eerste paneel van de predella wordt de pasgeboren Nikolaas door twee vroedvrouwen in bad gedaan. We hebben al gezien dat het eerste badje vrijwel nooit ontbreekt op een vita ikoon met voorstellingen uit het leven van Nikolaas. Het gaat dan ook om het eerste wonder rondom de heilige: wanneer vroedvrouwen de pasgeboren jongen willen wassen staat hij op eigen kracht rechtop in de waskom.
Parmantig staat de pasgeboren baby met de ene voet in het water en met de andere op de rand van de stenen waskom. Hij vouwt de handen in gebed en de vroedvrouwen verbazen zich over de wonderbaarlijke gebeurtenis rondom de geboorte van deze jongen.
Op het tweede paneel geeft Sint Nikolaas de meisjes een bruidsschat. Nikolaas moet halsbrekende toeren uithalen om zijn taak uit te voeren. Gebruik makend van het tralievenster klimt hij langs de muur naar boven om bij het vensterraam van het slaapvertrek te komen. Hij heeft al twee van de gouden ballen op het bed gegooid. De twee dochters aan weerskanten van het bed zijn bezig zich klaar te maken voor de nacht; de een trekt haar bovenkleed uit en de ander draait de lange doek voor haar nachtmuts om het hoofd. De dochter in het roze kleed is bezig haar zieke vader te helpen bij het uittrekken van zijn kleren.
Sint Nikolaas redt een door de storm heen en weer slingerend schip.
We voelen mee met de spanning op het schip. Twee zeilen zijn door de bulderende storm losgeraakt en wapperen nu in flarden mee met de wind. Legenda aurea: “In tranen baden zij: 'Nikolaas, knecht van God, als het waar is wat wij over u gehoord hebben, laat ons dat dan nu ondervinden'.”
Terwijl een aantal passagiers lading overboord werpen en op de achtersteven mannen tot Nikolaas om hulp bidden, ziet een aantal van hen dat de redding nabij is: in een goudkleurige mandorla verschijnt Nikolaas in de lucht. Op dat moment ging de storm liggen en de heilige loodste het stuurloze schip naar veilige haven. Dankbaar heft de man helemaal links de handen op naar de heilige. Daarachter wijzen mannen elkaar op de komst van Sint Nikolaas.
Evenals we op ikonen zagen lijkt ook hier de duivel de oorzaak van de problemen te zijn. Links op de voorgrond gaat een demonachtig wezen ervandoor.
Het verhaal sluit aan bij de vele verhalende voorstellingen op ikonen waarin Nikolaas de bemanning te hulp schiet wanneer een schip in de problemen is gekomen. Nikolaas groeit uit tot dé heilige die waakt over de scheepslieden. In de landen met een oosters-orthodox geloof vertrekken nog steeds maar weinig schepen zonder dat de bemanning zich in gebed tot een ikoon van de heilige wendt.
Net als in de oosters-orthodoxe kerk wordt Nikolaas ook in het Westen de patroonheilige van de zeelieden. In een stad als Amsterdam die in zijn geschiedenis zo afhankelijk was van de zeevaart werd Sint Nikolaas de patroonheilige van de stad. Ook het patronage van Sint Nikolaas over de kooplieden zal daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld. Daarover volgende week meer!
De Sint Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade is min of meer het eerste wat de bezoeker aan Amsterdam ziet wanneer deze vanaf het Centraal Station de stad in loopt.
Er staan in Amsterdam nog steeds drie kerken die aan de heilige zijn of waren gewijd: de Oude Kerk heette voor de Alteratie Sint Nicolaaskerk. Na de Alteratie kwam er noodgedwongen een volgende Nicolaaskerk, een schuilkerk die we kennen als Ons' Lieve Heer op Solder en vervolgens de derde Sint Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade. Deze laatste kerk bewaart een stukje bot van de heilige. Het zou gaan om een stukje kaak of schouderblad van de heilige.
Reliek van Sint Nikolaas in de Basiliek van Sint Nikolaas, Amsterdam
Nikolaas wekt de drie jongens op een wonderbaarlijke wijze uit het pekelvat tot leven. Dankbaar richten de studenten zich tot de heilige. De waard en zijn vrouw smeken Nikolaas om vergeving. Achter hen wordt de sfeer van de herberg getypeerd door een man die met een wijnkaraf in de hand aan tafel zit.
Kreupelen en zieken genezen bij het graf van Sint Nikolaas.
De sfeer van wonderen wordt goed in beeld gebracht. Rechts lopen mensen met stokken en bij elkaar steun zoekend naar het graf van de heilige. Bij het graf gekomen raken zij het verwachtingsvol aan. Links laat een persoon op eigen kracht het graf achter zich. Hij houdt zijn stokken in de hand: hij heeft ze niet meer nodig, hij is genezen!
Gebruikte literatuur
- Martin Ebon en Marijke van Raephorst, Sint-Nicolaas, leven en legende, Weesp, 1983
- Rita Ghesquiere, Van Nicolaas van Myra tot Sinterklaas, Davidsfonds, Leuven/Amersfoort, 1989
- Jos Beke en Jan Rijsterborgh, Legendes van Sint Nicolaas, Nijmegen 1997
- Marie-José Wouters, Sinterklaas Lexicon, Sinterklaas van A tot Z, Haarlem 2008
- Jacobus de Voragine, Legenda aurea, Levens van de heiligen, vertaald uit het Latijn en ingeleid door Ton Hilhorst en Carolien Hilhorst-Boink, Amsterdam, 2023
Comments