top of page
  • Foto van schrijverPaul Bröker

Sint Nikolaas III: Legenden over Sint Nikolaas in de beeldende kunst van het Westen, deel 2 (slot)


de 'duivelse Diana' stelt pelgrims naar Myra op de proef


Inleiding

We pakken de draad van het artikel van de afgelopen week op met een aantal altaarstukken uit de Duitse deelstaat Saksen. Ik heb daarvoor gekozen omdat we op die altaarstukken niet alleen een aantal al besproken legenden aantreffen, maar ook aardige vertellingen die maar zelden voorkomen in de beeldende kunst. Deze legenden werden wel al opgenomen in een aantal oude bekende levensverhalen van Sint Nikolaas, die op het einde van de middeleeuwen ook een plaats kregen in de Legenda aurea.


Een flink aantal van die verhalen werd al behandeld in de eerste twee artikelen van deze serie over Sint Nikolaas. Wanneer dat het geval is zal ik mij in dit artikel beperken tot de manier waarop de kunstenaar het verhaal in beeld heeft gebracht.


Het altaarstuk in Döbeln

Meister des Döbelner Hochaltars Stadtkirche Nikolai, ca. 1515-‘16, Döbeln, Saksen, Duitsland

Bij het altaarstuk in Döbeln gaat het in dit artikel om de vier panelen in het midden met voorstellingen uit het levensverhaal van de patroonheilige van de plaatselijke kerk.

Sint Nikolaas behoedt drie meisjes voor een leven in de prostitutie.

Detail paneel linksboven


De meisjes liggen met hun mooie, strak geknoopte vlechten heerlijk te slapen. Zij hebben nog niet in de gaten dat de bisschop van Myra in vol bisschoppelijk ornaat de goudklompen in hun slaapvertrek gooit. Vader leunt losjes op het onderste deel van de gedeeltelijk open boerendeur. Hij lijkt er het zijne van te denken: “kom toch gewoon binnen man, de deur staat open!”

Door te zorgen voor een bruidsschat voor de meisjes behoedde Nikolaas hen voor een leven als prostituee. In het artikel van de afgelopen week heb ik verzuimd te vermelden dat Nikolaas met dit verhaal beschermheilige wordt van prostituees.


Op de achtergrond van het paneel aan de rechter bovenzijde is het graanschip door de storm in problemen gekomen. Nikolaas is in de lucht verschenen en zal het schip naar de veilige haven van Myra loodsen.

Detail van het graanwonder


Op de kade van de haven staat de heilige te praten met de kapitein van het graanschip. De kapitein lijkt hier zijn tegenargumenten om het gevraagde graan te leveren, een voor een op zijn vingers te benoemen. Toch gaat hij overstag! Vanuit het kleine bootje wordt het graan in balen op de kade gedeponeerd. Nikolaas lijkt bezig met het verdelen van het graan onder de bevolking die door de knielende man wordt vertegenwoordigd. De man houdt zijn groene kleed naar voren waarin de heilige graan gooit.


Op de voorgrond van het paneel voorkomt Nikolaas de onthoofding van de drie ten onrechte ter dood veroordeelde inwoners van Myra. De beul hoeft zijn zwaard niet te gebruiken en is nu bezig met de touwen rondom de polsen van een van de mannen los te knopen.

Detail van Nikolaas in het paleis van keizer Constantijn


Nikolaas is in een droom aan keizer Constantijn verschenen. De heilige maakt de keizer duidelijk hoe een goed christelijk vorst zich dient te gedragen.

Bijzonder om te zien hoe de keizer naast zijn vrouw in bed ligt. Zo zien we Constantijn naar mijn gevoel nergens anders voorgesteld. Bij de scène met de droom over Nikolaas ligt hij altijd alleen in bed. Keizer en keizerin hechten er blijkbaar aan hun keizerlijke status ook tijdens hun slaap op te houden: zij dragen hun kroon ook in bed! Links bevrijdt Nikolaas de vals beschuldigde mannen uit de gevangenis van de keizer.


De kerstening van de niet-christelijke bevolking door Nikolaas.

Nikolaas leefde in de vierde eeuw, de eeuw die zo cruciaal was voor het Christendom. In het begin van die eeuw werden de christenen in het Romeinse rijk nog zwaar vervolgd, maar in de loop van de vierde eeuw werd het christendom via een toegestane godsdienst tot staatsgodsdienst. Dat betekende niet dat het heidendom volledig was verdwenen! Voorvechters van het christelijk geloof trokken rond om de verering van de oude goden uit te bannen en de cultusplaatsen met tempels, afgodsbeelden, heilige putten en bomen te vernietigen. Nikolaas was er zo een!

Detail van Russische Ikoon, 15de eeuw, Russisch Museum, Sint Petersburg.


Een boom waar de aanhangers van de Romeinse godin Diana offers brachten en om gunsten vroegen wordt door Nikolaas omgehakt. Langs de stam van de boom zoeken een aantal duivelachtige wezens een goed heenkomen. Op de voorgrond staat een waterput waaraan de bevolking geneeskundige krachten toedichtte. Het duiveltje in het water kijkt angstig achterom en maakt dat hij wegkomt.


In het zuidwestelijke deel van het huidige Turkije had de godin Diana (Grieks Artemis) in de tijd van Nikolaas nog een grote aanhang. Zij was de godin van de vruchtbaarheid van de aarde. Om een goede oogst af te smeken bracht de plattelandsbevolking offers bij bomen en waterputten die aan haar waren gewijd. Het middelpunt van de verering van Diana / Artemis was haar tempel in Efeze, niet heel ver van Myra. De tempel in Efeze was de grootste tempel uit de klassieke oudheid en behoort tot de zeven klassieke wereldwonderen.

In de verhalen komt Nikolaas naar voren als een fervent bestrijder van Diana en de cultus rondom deze godin. Hij deed er alles aan om de vereerders van Diana duidelijk te maken dat hij een God diende die machtiger was dan zij. Zonder dat Diana er iets tegenin kon brengen sloeg hij beelden van de godin aan gruzelementen, hakte aan haar gewijde bomen om en op zijn gebed stortten altaren in haar tempels ineen.

In het eerste artikel van deze serie over Nikolaas werd al duidelijk dat de heilige tegen alle denkbare aardse ellende kon worden aangeroepen en dat hij ook op allerlei gebied kon bijdragen aan aards geluk. Het lijkt er sterk op dat Nikolaas na zijn strijd tegen de verering van oude goden, het werkterrein van veel van die goden heeft overgenomen. Zo kon hij in plaats van Diana, de Romeinse godin van de jacht, de vruchtbaarheid en de landbouw, worden aangeroepen voor een goede oogst en succes bij de jacht. Christen geworden zeevaarders richtten zich niet meer tot Poseidon, maar tot Nikolaas om een behouden vaart af te smeken. Als beschermheer van de kooplieden nam hij de plaats in van de klassieke god van de handel Mercurius (Griekse mythologie Hermes) en met zijn vele genezingen stak hij Apollo, de klassieke god van de geneeskunst naar de kroon.

Door zijn grote wonderdaden heeft Nikolaas bij zijn bekeringsijver de godin uit haar tempel verdreven. Zijn kerk in Myra werd de cultusplaats van de nieuwe, christelijke religie. Daar vonden de genezingen plaats en vooral daar kon men de heilige op allerlei gebied om bijstand vragen. Dat moest wel gewroken worden! Diana bedacht een duivelse list om zich op Nikolaas te wreken .


Op het paneel linksonder van het altaarstuk in Döbeln wordt een verhaal in beeld gebracht dat maar weinig in de beeldende kunst voorkomt.

De strijd tegen Diana


Het verhaal vertelt dat er na de dood van Nikolaas een aantal pelgrims in een bootje op weg was naar Myra. Op een gegeven moment kwam een oud dametje met haar bootje langszij. Zij knoopte een vriendelijk gesprek aan met de mannen en informeerde naar hun bestemming. Toen zij van hen vernam dat ze als pelgrim onderweg waren naar de kerk van Sint Nikolaas veinsde de vrouw bedroefd dat zij dat ook zo graag zou willen doen, maar dat haar leeftijd haar daarvan weerhield. Zij vroeg de pelgrims om een speciale olie naar de kerk mee te nemen. Wanneer die olie op de muren van de kerk zou worden aangebracht zou het heiligdom van Nikolaas in eeuwigheid blijven bestaan. Een andere versie van het verhaal vertelt dat de vrouw de olie had bestemd voor de olielampen in de kerk van Nikolaas in Myra.

De niets vermoedende pelgrims waren maar al te graag bereid aan de wensen van die vrouw tegemoet te komen. Niet veel later kwam Nikolaas langszij. Hij vroeg de bemanning wat die vrouw had gezegd en wat zij hen had gegeven. Zij vertelden hem alles en de mannen waren er maar wat trots op dat zij hen dat vaatje met die olie had meegegeven. Nikolaas wees hen op de kwaadaardige aard van de olie die op water kon branden en stenen kon laten smelten. Daarop zei Nikolaas in de woorden van Jacobus de Voragine: “Dat was de schaamteloze duivelse Diana. Gooi de olie in zee, dan zullen jullie zien dat ik de waarheid spreek.” Op gezag van Nikolaas gooiden zij het vaatje met olie overboord. De olie ontbrandde direct en de vlammen sloegen hoog op. Een enorme vuurzee verspreidde zich over het water. Lange tijd leek het erop alsof de zee in lichte laaie stond. Wanneer de olie op de muren van de kerk zou zijn aangebracht of in de olielampen was gedaan zou het heiligdom van Nikolaas in vlammen zijn opgegaan en zou de woede van Diana om de vernietiging van haar tempel zijn bekoeld. Nu moest zij tandenknarsend constateren dat Nikolaas haar toch weer de baas is geweest.

In de achtergrond van het paneel linksonder zoekt Diana in haar scheepje een goed heenkomen; ‘de handlangster van de duivel’ toont nu haar ware gedaante: zij is gehoornd als een duivel en wordt omgeven door helse vlammen.


Voormalig hoogaltaar van de Nikolaaskerk in Grimma

Meister des Döbelner Hochaltars, altaarstuk met legenden uit het leven van de heilige Nikolaas, ca. 1519, voormalig hoogaltaar van de Nikolaikirche Grimma, nu in het Kreismuseum Grimma, Saksen, Duitsland


Sint Nikolaas helpt de meisjes aan een bruidsschat.

Opvallend is dat Nikolaas hier niet verschijnt in zijn bisschoppelijk ornaat, maar in burgerkleding. In het Kreismuseum Grimma wordt dit uitgelegd als een aanmoediging voor rijke burgers om liefdadigheid te betrachten. De oude vader zit nog in zak en as op zijn stoel. Het lijkt maar langzaam tot de zieke man door te dringen dat hetgeen hij bij het venster ziet gebeuren de redding voor zijn dochters betekent.


De bisschopswijding van Nikolaas.

Twee priesters plaatsen de bisschopsmijter op het hoofd van de heilige.


Vanaf rechtsboven keren de elementen zich tegen het schip en de bemanning. We zien de donkere, dreigende wolken en de bulderende storm die gepaard gaat met lichtflitsen en voelen mee met de angst, het doodsgevaar en het hulpgeroep van de bemanning. Maar hun redding komt over het water naar hen toe. Nikolaas maakt een zegenend gebaar en het onheilspellende onweer zal tot rust komen.


Het graanschip is tot aan de kade van de haven van Myra gevaren. Vanaf het schip loopt een man met een zak graan op zijn schouder over de loopplank naar de kade. Daar staat al een aantal zakken en er wordt een baal in een kuip geleegd.


De pelgrims zijn op weg naar de Nikolaaskerk in Myra. Het scheepje van de heilige komt langszij. De bisschop heeft opdracht gegeven de vaten met olie overboord te zetten. De vaten lijken van binnenuit te zijn ontploft en de vlammen schieten eruit.

Op de achtergrond verdwijnt Diana met haar scheepje achter de rotsen.

Wanneer u goed kijkt valt op dat zij als een manifestatie of handlanger van de duivel met hoorntjes wordt voorgesteld.


Het verhaal bij dit paneel wordt door Jacobus de Voragine verteld ná de beschrijving van het overlijden van Nikolaas. De legende is een weinig voorkomend onderwerp in de beeldende kunst. In de Legenda aurea wordt verteld over een christen die geld had geleend van een Joodse man. Hij had niets dat als borg kon dienen. Daarom zwoer de man bij het altaar van Nikolaas dat hij zo snel mogelijk het bedrag zou terug betalen. Toen de Joodse man na lange tijd informeerde naar de mogelijkheden het geld terug te ontvangen, beweerde de persoon die het geld had geleend, dat hij dat allang had terugbetaald! De schuldenaar werd door de schuldeiser voor het gerecht gesleept. De rechter kwam er echter niet uit. Het was het woord van de een tegen dat van de ander. Hij kon niet veel meer doen dan de man onder ede te laten verklaren dat hij het geld had teruggegeven. Daar had de schuldenaar rekening mee gehouden! Hij had zijn wandelstok uitgehold en daarin het hele bedrag aan goudstukken gestopt dat hij schuldig was. Hij wendde voor dat hij de plechtige eed niet leunend op zijn stok wilde afleggen. Daarom gaf hij de stok even aan zijn schuldeiser. Zonder maar iets te vermoeden van kwade opzet van zijn schuldenaar pakte deze de stok aan en de man legt de eed af waarbij hij zwoer dat hij het bedrag dat hij de Jood schuldig was inclusief de afgesproken rente aan de schuldeiser had teruggegeven. Na het afleggen van de eed kreeg hij zijn stok terug en verliet de rechtszaal.

Op weg naar huis werd de bedrieger overmand door slaap. Zijn wagen kwam hard in botsing met de wagen van een tegenligger. De man werd uit zijn wagen geslingerd en overreden door de wagen die hem had aangereden. Hij was op slag dood. Zijn stok was tijdens het ongeval gebroken en het goud was eruit gerold.

Toen de Joodse man van het ongeluk vernam ging hij naar de plaats waar het was gebeurd en zag het goud en de gebroken wandelstok op de grond liggen. Nu begreep hij hoe het bedrog van zijn schuldenaar in elkaar zat. Iedereen vond natuurlijk dat de Joodse man zich het geld mocht toe-eigenen. Hij zei dat hij dat pas zou doen wanneer de dode door toedoen van Nikolaas tot leven zou worden gewekt. Natuurlijk kwam de overledene onmiddellijk tot leven en de Joodse man liet zich bekeren tot het christendom.


Op het paneel ligt de bedrieger, overreden door de wielen van de wagen dood langs de weg. Aan de linkerzijde van zijn lichaam is de stok doormidden gebroken en de goudstukken zijn tevoorschijn gekomen.


Het verhaal bij dit paneel speelt zich ook af na de dood van Nikolaas. Er wordt vertelt over een ruiter die door struikrovers achterna wordt gezeten. Hij wist zijn belagers voor te blijven totdat hij met zijn paard bij een diep ravijn kwam. Het ravijn was veel te breed om er met zijn paard overheen te springen. Dus dat was geen optie. De man wist zich geen raad want wanneer hij met zijn paard zou omkeren zou hij in handen van zijn achtervolgers vallen. In paniek beloofde hij een flinke som geld aan de kerk van Nikolaas te schenken wanneer hij uit deze penibele situatie zou geraken. Het paard had de belofte aan Nikolaas blijkbaar begrepen. Het dier aarzelde niet, nam een aanloop en sprong over het ravijn. Dit kunstje konden de belagers van de man hem niet nadoen met hun paarden, zij gaven de achtervolging op.

Samen met zijn paard gaat de man naar de kerk van Nikolaas in Myra. Bij de kerk aangekomen loopt hij met het dier de kerk binnen. Toen de man het toegezegde bedrag op het altaar had gelegd begon hij te twijfelen, het was wel een heel hoog bedrag dat hij in zijn doodsangst had beloofd! In de overtuiging dat niemand het precieze bedrag kende pakte hij een flink deel van het geld terug van het altaar. Maar hij had buiten Nikolaas gerekend! De heilige kende natuurlijk precies de hoogte van het toegezegde bedrag. Toen de man de kerk wilde verlaten weigerde zijn rijdier ook maar één stap te verzetten. Dat hield het paard zolang vol tot de man besefte dat hij op het verkeerde spoor zat. Hij legde het van het altaar genomen bedrag weer terug, waarop zijn paard, alsof er niets was gebeurd zich uit de kerk liet voeren.

Op het paneel staat de man voor het altaar in de kerk van Sint Nikolaas. Hij is met zijn paard de kerk binnen gekomen en houdt het dier bij de teugels. Hij legt het geld op het altaar óf hij pakt er wat vanaf. De trouwe schimmel ziet rustig toe of zijn baasje zijn belofte nakomt! Boven het altaar zien we een altaarstuk met in het midden de patroonheilige van de kerk. Sint Nikolaas heeft een boek in zijn hand met daarop de gouden ballen.


Jacobus de Voragine vertelt het verhaal van een rijke man die eronder gebukt ging dat hij geen stamhouder had gekregen. Vurig bad de man tot Nikolaas om hem een zoon te schenken. Hij beloofde dat wanneer zijn grote wens in vervulling zou gaan, hij een pelgrimstocht naar Myra zou maken en een gouden beker aan de kerk van Nikolaas zou schenken. Natuurlijk werd er een zoon geboren! De vader liet een gerenommeerde goudsmid een kostbare beker maken. Toen de beker klaar was, was de man er zo verrukt over dat hij de beker niet wilde afstaan. Hij liet een tweede beker maken die even duur was als de eerste beker, maar net iets minder mooi. Die zou hij aan de kerk van Nikolaas schenken.

Toen hij met zijn zoon op weg was naar Myra vroeg hij zijn zoon om water te scheppen in de eerste beker die hij had laten maken. Toen de jongen dat deed viel hij overboord en zijn lichaam én de beker zonken naar de diepte van het meer.

Ondanks het feit dat hij ontroostbaar was, zette de vader zijn reis naar Myra voort en plaatste de beker op het altaar van de kerk, maar de beker gleed van het altaar af alsof die er door een onzichtbare hand vanaf werd geduwd. De man zette de beker opnieuw op het altaar, maar opnieuw viel de beker op de grond. Dit herhaalde zich nog een aantal keren totdat de man begreep dat zijn gift werd geweigerd! Opeens liep zijn zoon in alle gezondheid met de eerste beker de kerk binnen. Jacobus de Voragine: ”De jongen vertelde dat toen hij in het water viel, de heilige Nikolaas er meteen bij was en ervoor had gezorgd dat hem niets overkwam. Verheugd offerde zijn vader nu beide bekers aan de heilige Nikolaas.” Ook in dit verhaal herkennen we Nikolaas weer als beschermheilige van de kinderen.

Op het paneel plaatst de vader de beker op het altaar. Omdat die beker net iets teveel de achterste van de twee kandelaars op het altaar overlapt is die beker niet erg goed te onderscheiden. Achter de vader staat zijn zoon met de beker die de man zo graag voor zichzelf had willen houden. Die beker zal nu ook op het altaar worden geplaatst.

Een aantal panelen van een zijluik van een altaarstuk in de Marienkirche van Mühlhausen, Thüringen

De panelen vormen een onderdeel van twee bewaard gebleven zijluiken van een altaarstuk, olieverf op paneel, ca. 1485, Marienkirche, Mühlhausen, die kerk fungeert ook als museum voor middeleeuwse kunst uit de Duitse deelstaat Thüringen.

De onbekende Duitse schilder van de panelen in de Marienkirche in Mühlhausen was geen groot kunstenaar. Hij schurkt aan tegen de volkskunst.

Anatomisch lijkt het allemaal niet heel erg sterk. Wanneer de heilige met zijn lichaam naar ons toe staat houdt hij zijn staf vast in zijn rechterhand. Die hand moet dan vanaf de handpalm naar ons zijn gericht en niet vanaf de rugzijde zoals op dit paneel het geval is. Wanneer we naar de andere hand kijken komen we er op geen enkele manier achter welke kronkelgedachte door het hoofd van de kunstenaar speelde. Wanneer u verder speurt ontdekt u tal van anatomische onvolkomenheden.

In de periode van het laatste kwart van de vijftiende eeuw, had een beetje geoefend kunstenaar dat beter gedaan! Op de volgende panelen lijkt de kunstenaar zijn draai te hebben gevonden en staan de handen van Nikolaas zoals het hoort.

Toen ik het werk in het museum zag merkte ik dat het toch op een of andere manier ontroerde alsof ik keek naar de plaatjes uit een kinderboek van vroeger. Ik stapte heen over het ongemakkelijke gevoel van de beperkingen van de kunstenaar die toen ineens blijk gaf van een originele kijk op de bekende verhalen van Sint Nikolaas.

Op het paneel met de drie dochters van de aan lager wal geraakte koopman hoeft de heilige geen halsbrekende toeren uit te halen om met zijn geschenken bij het venster van het slaapvertrek van de meisjes te komen. Hij heeft al twee klompen goud naar binnen geworpen die worden bewonderd door de meisjes. Ook vader is blijkbaar wakker geworden! Hij is het huis uit gelopen en klampt zich dankbaar vast aan het kleed van de gulle gever.


Het scheepje met de balen graan ligt niet in de haven van Myra, maar lijkt te zijn vastgelopen op een weide bezaaid met bloemen. Nikolaas geeft aanwijzingen bij het lossen van het schip. Hoewel zijn handen goed staan zijn de vingers van de heilige wel wat aan de lange kant!


De drie gevangenen zitten niet achter de tralies, maar onder een boogje en kunnen naar buiten kijken. Het ziet er warempel bijna gezellig uit! Toch kunnen zij niet ontsnappen! Zij steken hun benen door de gaten van de twee zware houten blokken die met van alles aan hang- en sluitwerk aan elkaar zijn verbonden. Ontsnappen is dus onmogelijk … tot dat Sint Nikolaas verschijnt! Alsof het de heilige geen enkele moeite kost tilt de bisschop het bovenste houtblok met één hand naar boven. De man rechts heeft al wat ruimte om zijn benen voor een deel uit het blok te trekken. Dankbaar en vroom kijken de mannen naar hun bevrijder. Aan de hand van zo’n plaatje kun je een spannend verhaal over de goedheiligman aan de kinderen vertellen.


Ook dit plaatje lijkt mij een geschikt uitgangspunt voor een spannend verhaal voor kinderen! In het schip zitten niet alleen volwassen mannen, maar ook hun vrouwen hebben zich ingescheept voor de pelgrimstocht naar Myra. Een van de vrouwen heeft zelfs haar kindje meegenomen op de reis naar het heiligdom van Sint Nikolaas. Aangekomen in de kerk van de Kindervriend zal zij haar kind vast onder het patronage van de beschermheilige van de kinderen plaatsen.

Maar er doen zich problemen voor onderweg! Op de oever is ‘de duivelse Diana’ verschenen, maar nu niet als een ouder dametje! Een verleidelijke jongedame geeft het vaatje met die verraderlijke olie aan de schipper. De man is waarschijnlijk afgeleid door haar fraaie verschijning. Toch had hij wel enige argwaan mogen koesteren! Wanneer hij iets beter had gekeken had hij haar aan de hoorntjes en de klauwpoten toch gemakkelijk kunnen herkennen als handlanger van de duivel of de duivel in eigen persoon! Gelukkig is op de andere oever Sint Nikolaas verschenen. Hij geeft de mannen het bevel het vaatje met olie ogenblikkelijk overboord te gooien. Nadat zij dit gedaan hebben ontploft het vaatje als een bom.


Dit plaatje lijkt mij niet helemaal geschikt voor de kinderen! Het lijkt erop dat de kunstenaar zijn best heeft gedaan om de gruwelijkheid van het verhaal zoveel mogelijk te benadrukken.

Het verhaal speelt zich af voor de herberg. De vrouw van de herbergier ziet door het raam dat Nikolaas heeft ontdekt dat hem mensenvlees is voorgezet. De heilige heeft de pekelton geopend. In de ton liggen de scherp afgesneden ledematen van de drie jongens. Nikolaas houdt de romp en de arm van een van hen in de hand. Het lijkt erop dat hij de arm weer aan het stompje van de bovenarm vast wil hechten. Nog even de andere arm en de bijpassende benen uit het pekelvat vissen en deze jongeman is klaar om opgewekt te worden.


Retabel van Sint Nikolaas van de Meester van de Legende van Sint-Lucia

Retabel van Sint Nikolaas olieverf op paneel, vóór 1500, Meester van de Legende van Sint-Lucia (mogelijk Fransoys vanden Pitte, actief in Brugge tweede helft 15de eeuw) olieverf op paneel, middenpaneel: 110 x 98,7 cm., zijpanelen elk: ca. 44 x 37,7 cm., Groeningemuseum, Brugge


In het Brugse Groeningemuseum wordt een schitterend uitgevoerd schilderij van een onbekende Vlaamse kunstenaar bewaard. Wij kennen hem als de Meester van de Legende van Sint-Lucia.

Zittend op zijn bisschopszetel wordt Sint Nikolaas in bisschoppelijke kleding voorgesteld. Wanneer u het schilderij in het museum ziet zal u getroffen worden door de echtheid van de verschillende materialen als het rode goudbrokaat van de mantel, het goud van zijn staf, de gouddraad van de mijter en de afzettingen van zijn kleed met kostbare edelstenen.

Het lijkt allemaal zo echt dat een enkele bezoeker het gevoel zou kunnen bekruipen: ‘Ik pak gewoon een van die glinsterende saffieren of robijnen van bijvoorbeeld die broche, of zo’n grote parel; de heilige draagt zoveel van dat spul dat vast niemand er iets van merkt’! Pas wanneer de snoodaard dan met zijn lange vingers op de verf stuit merkt hij dat het allemaal suggestie is, dat het oppervlak volkomen glad is en hij geen enkele grip heeft.


Op de achtergrond van het middenpaneel zien we de Reie. Achter de rivier zien we de stadsmuur, de gebouwen en de twee hoogste torens van de stad, de torens van het Belfort (links) en de Onze Lieve Vrouwekerk. Rechts zien we het Steen van Brugge (afgebroken in 1784-‘85).


Als ware het een ikoon wordt de heilige omgeven door een aantal wonderbaarlijke verhalen uit zijn leven. Al die verhalen zijn wij al eerder tegen gekomen.


We hebben al gezien dat Nikolaas bij voorstellingen van het verhaal over de bruidsschat die de bisschop aan de drie meisjes schenkt als een gewone burger gekleed gaat. We zagen ook al dat dit als een aansporing werd opgevat voor bemiddelde burgers om het voorbeeld van naastenliefde van Nikolaas te volgen. Op de drie andere panelen van dit altaarstuk (inclusief het verloren gegane paneel) waarop Nikolaas wordt afgebeeld wordt hij steeds in bisschoppelijk ornaat voorgesteld. Alleen op dit paneel dus niet!

De heilige gaat met zijn rechterhand in zijn geldbuidel en met de andere hand ‘strooit’ hij gouden en zilveren munten via het venster in de kamer. Het meisje in het rode kleed merkt als eerste op dat hier iets heel bijzonders aan de hand is. Het meisje in het blauw gaat op in haar gebed en de dochter met het witte kleed voert haar zieke vader die paniekerig uit zijn ogen kijkt. Het gaat duidelijk niet goed met hem.


De bisschop van Myra staat op de kade van de stad. Twee graanschepen liggen naast elkaar. Het voorste schip wordt gelost. Met een houten schep is een van de mannen het graan in een ton aan het scheppen. Zijn collega heeft dorst gekregen en neemt een slokje. Een derde man loopt met een volle baal graan over de loopplank die tussen de kade en het schip over het water is gelegd. Achter Sint Nikolaas wordt het graan in de voorraadruimte gestort.

De Meester van de Lucia Legende maakt er een angstwekkend en naargeestig tafereel van!

De drie jongens zijn met z’n drieën in dat ene bed gekropen. Op de voorgrond staan netjes hun schooltassen. Het was donker in de kamer, maar de waardin licht met de olielamp haar man bij. Híj is druk bezig met de uitvoering van zijn sinistere plan.

Het met de bijl ingeslagen voorhoofd van de jongens en het bloed dat over hun gezicht loopt duidt erop dat zij al met de bijl zijn gedood. De bloedende rand rondom de nek van de jongen in het midden wijst erop dat de waard nu bezig is met het afhakken van zijn hoofd. De zware bijl hangt boven het hoofd voor de volgende klap.


Het paneel rechtsonder is verdwenen. Gelukkig is er wel een oude zwartwit foto (ca.1930) bekend zodat we ons toch enigszins een beeld kunnen vormen van het verloren gegane paneel.

Op dit paneel worden de priesterleerlingen (tonsuur!) door Nikolaas uit de dood opgewekt. Vanuit het grote pekelvat richten zij zich dankbaar tot de wonderdoener.


Perugia altaarstuk, Pinacoteca Vaticana

Fra Angelico, Perugia altaarstuk, tempera op bladgoud op paneel, vervaardigd in 1447-’48 voor de Chiesa di San Domenico, Perugia.

Hoofdpaneel en rechter paneel van de predella: Galleria Nazionale dell’Umbria, Perugia.

Llinkerpaneel en middenpaneel van de predella: Pinacoteca Vaticana, Rome .


Fra Angelico (1387-1455), heeft het altaarstuk geschilderd voor de aartsbisschop van Recanati: Buonamico Guidalotti (1388-1429) die in de Sint-Nikolaaskapel van de kerk van Dominicus in Perugia begraven ligt. De kapel wordt daarom ook wel de Guidalotti- of Sint Nikolaaskapel genoemd.


In de predella van het altaarstuk zijn drie panelen met verhalen uit het leven van Sint Nikolaas verwerkt.

Linker paneel van de predella van het Perugia altaarstuk


Links op het eerste paneel van de predella is het eerste wonder rondom Nikolaas in beeld gebracht. De moeder van de pageboren jongen richt zich verbaasd op vanaf haar kraambed wanneer ze ziet dat haar zoon rechtop is gaan staan in de kom waarin een vroedvrouw hem direct na de geboorte wast.


Rechts daarvan luistert Nikolaas naar een preek van zijn oom die afwisselend in de verhalen bisschop wordt genoemd of abt is in Patara (Turkije), de stad waar Nikolaas zou zijn geboren. Tijdens die preek zou hij de verwachting hebben uitgesproken dat de kleine Nikolaas bisschop zou worden.

Het eerste paneel loopt door met de prekende oom van Nikolaas en rechts staat de heilige op zijn tenen om geschenken door het tralievenster naar binnen de gooien. Het venster staat op een kiertje; Nikolaas had wellicht beter zijn geschenken door de openstaande deur van het huis op de grond kunnen leggen. In de kamer hebben zowel de vader als zijn slapende dochters nog niet in de gaten dat er de volgende morgen bij het wakker worden hele mooie cadeaus op hen liggen te wachten.


Middenpaneel van de predella van het Perugia altaarstuk


Rechts van de rotsen loodst Nikolaas het graanschip door de storm naar de haven van Myra. Links van de rotsen varen nog twee vrijwel identieke schepen de haven van de stad binnen. Er is in de legende van het graanwonder inderdaad sprake van een konvooi van drie graanschepen. Op de voorgrond is de bisschop op de kade in gesprek met de kapitein van een van de schepen. Rechts op de voorgrond wordt het graan in balen geschept en links sjouwen de mannen de zakken in de richting van de stadspoort.


Het graan wordt in linnen balen geschept.


Rechterpaneel van de predella van het Perugia altaarstuk


De grijze muur deelt het derde paneel min of meer in tweeën. Links van die muur zien we het voorval dat Nikolaas nog net op tijd het zwaard van de beul in zijn vaart tegenhoudt. Hij voorkomt daarmee dat drie onschuldige burgers van Myra worden onthoofd.

Het voorval speelt zich af voor de ommuring van Myra. De drie mannen knielen geblinddoekt en met de handen geboeid op de rug. Zij wachten op het moment dat de beul hen zal onthoofden. Door het gewapper van het kleed van Nikolaas wordt duidelijk dat de heilige haast maakt. De beul heeft zijn zwaard immers al met beide handen opgeheven. Op zijn beurt grijpt Nikolaas met beide handen naar de pols en naar de hand van de beul die het zwaard al naar de nek van zijn eerste slachtoffer zwiept. De bisschop weet de executie nog net op tijd te voorkomen.


De dood van Nikolaas

Jacobus de Voragine in de Legenda aurea: “Toen de Heer hem tot zich wilde nemen, vroeg de heilige Hem zijn engelen te zenden. Hij boog zijn hoofd en zag de engelen naar zich toekomen. Hij sloeg een kruis en bad een psalm ‘Hoog wil ik u prijzen Heer, want u hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde. Heer, mijn God, ik riep tot u en u hebt mij genezen. Heer, u trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar u hield mij in leven.’ (Psalm 30, 2-4) Daarna gaf hij de geest. Op hetzelfde moment klonk er gezang in de hemel. Toen hij in een marmeren graf werd gelegd, ontsprong aan zijn hoofdeinde een bron van olie en aan zijn voeteneinde een bron van water, en tot aan de dag van vandaag druipt uit zijn ledematen heilige olie tot genezing van velen.

Zijn opvolger was een rechtschapen man, die evenwel door benijders van zijn zetel werd verdreven. Toen hij was verjaagd hield de olie op te stromen, maar nadat hij was teruggeroepen, begon de olie onmiddellijk weer te vloeien. Daarna werd Myra gedurende lange tijd door de Turken aangevallen en verwoest. Maar zevenenveertig soldaten uit Bari gingen erheen. Zij openden op aanwijzing van vier monniken het graf van Sint Nikolaas en brachten zijn gebeente, dat dreef in de olie, met grote eerbied naar Bari, in het jaar des Heren 1087.”


Het verhaal over de genezende kracht van de olie die ‘tot aan de dag van vandaag uit zijn ledematen druipt’ wordt al in de vroegste verhalen rondom het graf in Myra verteld. Met name hierdoor kon de stad uitgroeien tot een veel bezocht bedevaartsoord. De verhalen over de wonderbaarlijke genezingen deden de rest!

Het overlijden van Sint Nikolaas


Op het paneel is de muur aan de voorzijde van de kamer door Fra Angelico weggelaten. Zo krijgen we de mogelijkheid om onbelemmerd in de ruimte te kijken waarin Nikolaas ligt opgebaard. Rondom het lichaam uit iedere aanwezige met handgebaren, op eigen wijze zijn verdriet. Boven de ruimte is het dak gelukkig ook door de kunstenaar weggelaten! Zo kunnen de engelen zonder enige belemmering met de ziel van de heilige in de richting van de hemel gaan.


Eindelijk rust mag je verwachten … u moet zich echter realiseren dat het bij veel van de verhalen om postume wonderen gaat. Daar komt nog bij dat de jaarlijkse komst naar ons land en alleen al de tijd die het kost om uit te zoeken wie welke cadeautjes krijgt en denk ook eens aan de logistieke problemen bij de levering van al die goedbedoelde snuisterijen … de Sint heeft het er maar druk mee!


P.S.

Ik verwacht de komende twee weken geen artikel te schrijven ... overvallen door griep, corona en/of een flinke verkoudheid. Slechte nacht gehad en zojuist badend in het zweet wakker geworden. Ik wilde dit artikel in ieder geval voor Sinterklaas versturen ... van het gebruikelijke nakijken op zaterdagochtend is niet veel terecht gekomen! Ik kruip weer in bed!



Gebruikte literatuur

- Martin Ebon en Marijke van Raephorst, Sint-Nicolaas, leven en legende, Weesp, 1983

- Rita Ghesquiere, Van Nicolaas van Myra tot Sinterklaas, Davidsfonds, Leuven/Amersfoort, 1989

- Jos Beke en Jan Rijsterborgh, Legendes van Sint Nicolaas, Nijmegen 1997

- Marie-José Wouters, Sinterklaas Lexicon, Sinterklaas van A tot Z, Haarlem 2008

- Jacobus de Voragine, Legenda aurea, Levens van de heiligen, vertaald uit het Latijn en ingeleid door Ton Hilhorst en Carolien Hilhorst-Boink,

Amsterdam, 2023



186 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page